Interview: Hans Ravensbergen en Joop Klazinga

Fotografie: Joop Klazinga

Ergens in 2009 werden wij geattendeerd op een nieuw ‘bandje’ uit Dordrecht, genaamd Penny’s Twisted Flavour. Of we even naar een paar filmpjes op YouTube wilden kijken. Wat we in die filmpjes zagen en hoorden overtrof onze stoutste verwachtingen. Omdat wij van mening zijn dat we een neusje voor goede muziek hebben, zijn we deze jongelui wat blijven volgen. Begin 2010 lag daar het debuutalbum “Sketches” wat onze stoutste verwachtingen bevestigden met een vette notering in onze Wereldse Tien als gevolg. Reden temeer om de groep, bestaande uit Mark Bogert (gitaar), Marc Mes (zang), Matthijs Kieboom (basgitaar), Harmen Kieboom (drums) en Wendy Heuvelmans (toetsen) eens een bezoek te brengen op één van hun wekelijkse oefenavonden in Dordrecht.

Hoe is Penny’s Twisted Flavour ontstaan en waar kennen jullie elkaar van?

Harmen: Nou, het begon allemaal met onze papa en mama (iedereen barst in lachen uit, HR).
Matthijs: Ja, Harmen en ik kennen elkaar nu 24 jaar, we verschillen immers vier jaar in leeftijd. De voorliefde voor prog komt bij de ouders vandaan. Veel later zijn we samen naar de pop-afdeling van het conservatorium gegaan (officieel heet het de ‘Pop Academy’). Toen kwam daar een Bon Jovi-achtige gitarist binnenwandelen op zijn cowboylaarsjes die ook nog eens in Dordrecht bleek te wonen, dat was Mark Bogert. Tijdens het reizen in de trein kwamen we erachter dat we een gezamenlijke muzieksmaak hadden. Ik werkte toen ook in een muziekwinkel en daar kwam iemand in het magazijn werken, dat was Marc Mes. Voor het eindexamenproject van Mark (Bogert) wilden we een demo opnemen, maar we zochten nog een zanger. Ik vroeg dus aan Marc of hij bij ons wilde komen zingen. Ik vertelde daar wel bij dat we over een maand de studio in gingen en de teksten nog geschreven moesten worden. We hadden al wel een toetsenist maar die is door een verschil van muzikale inzichten bij ons weggegaan. Toen kenden we inmiddels al een jong meisje (Wendy Heuvelmans, HR) die we hadden geholpen met het spelen van het Dream Theater-nummer Erotomania voor haar toelatingsexamen. We vonden dat al helemaal te gek dat zo iemand Dream Theater speelde, dus hebben we haar gevraagd om bij de band te komen spelen. Zo is de groep dus eigenlijk ontstaan.
Wendy: Ik hoefde er ook helemaal niet lang over na te denken. Daarna heb ik nog wel aanbiedingen gehad om in andere band te gaan spelen. Onder meer van Christiaan Bruin (Chris, Sky Architect, JK). Maar ik had het toen eigenlijk al druk genoeg om daar op in te gaan.

Harmen Kieboom Matthijs Kieboom

Ik vind de bandnaam nogal merkwaardig. Waar komt deze vandaan? Wie was of is Penny?

Harmen: Dat laten we graag in het midden, eigenlijk weten we dat zelf ook niet.
Matthijs: Toen ik vroeger de muziek van Spock’s Beard leerde kennen kreeg ik een idee om mijn bandje later Penny’s Twisted Flavour te noemen. Later, toen ik bij een grote supermarkt werkte, werkte daar ook een meisje en die heette Penny van Twist. Ik realiseerde mij dit pas kort geleden, dus jullie hebben gelijk een primeur want de andere bandleden wisten dit ook nog niet, ha ha.
Mark: En dat met ‘Flavour’ kwam doordat we aan de keukentafel vaak zaten te spelen met zout en peper en andere smaken.
Matthijs: Ons oude bandlogo was toen een meisje met in haar handen peper en zout vaatjes. We wilden toen absoluut ook geen mythologisch- of Tolkien-achtige naam, want dat gaat toch niemand onthouden. Een beetje vreemde naam onthouden de mensen veel beter, dachten we.

Wat zijn jullie eigen muzikale voorkeuren en waar luisteren jullie zelf naar?

Harmen: Dream Theater is wel de rode draad wat onze muziek betreft. Voor mijzelf begon het met Genesis, Emerson Lake & Palmer en ook Yes. Ik ben nog wel erg jong, maar het was de muziek die mijn vader draaide.
Marc: Bij mij begon het helemaal niet met prog, maar met Kiss en meespelen voor de spiegel met een tennisracket natuurlijk. Later ging ik naar Metallica luisteren en dat soort muziek. Pas daarna kwam voor mij de progmuziek.
Harmen: De groepen die nu genoemd zijn gelden wel voor ons allemaal, maar klassieke muziek speelde ook wel een belangrijke rol en dat geldt ook voor Matthijs.
Marc: Volgens mij staat bij iedereen ook klassieke muziek in de kast en zelfs ook Abba.
Wendy: Ik kwam pas met prog in aanraking tijdens de vooropleiding van het conservatorium. Ik luisterde daarvoor altijd naar heavy muziek, maar ik kon dat nooit meespelen want er waren geen toetsenpartijen. Toen zei iemand dat ik eens naar Dream Theater moest gaan luisteren. Daarna was ik helemaal verkocht en kwam ook Spock’s Beard, Genesis en Yes.

Jullie doorliepen de pop-afdeling van het conservatorium. Wat was jullie favoriete vak?

Wendy: Het is eigenlijk officieel de Rotterdam Pop Academy.
Matthijs: Er zijn binnen de band twee geschoold conservatoriumleden. Er zijn er drie met HAVO-muziek en dans. Harmen en ik hebben deze opleiding niet afgemaakt, maar Mark is verder gegaan, net als Wendy die nu beiden het conservatorium hebben afgerond. Wendy doet nu haar ‘Master’.
Harmen: Mijn favoriete vak was mijn hoofdvak, het instrument waar ik op speel (drums, HR). Deze opleiding was een mooie uitvinding want je komt alleen maar in contact met muzikanten. Ik moet wel zeggen dat mijn HAVO ernstig heeft geleden onder de muziek, want ik was bijna 24 uur per dag met mijn instrument bezig.
Marc: Ik wilde graag naar het conservatorium en ik heb zelfs een toelatingsexamen gespeeld. Maar ik werd niet toegelaten omdat ik geen noot lees. Voor mij bleef het de LTS en ik ben drukker van beroep geworden. Inmiddels doe ik heel wat anders want ik werk in een magazijn bij een fabrikant van parket en laminaat. Ik ben ook de meest afgetrainde man van de groep, ha ha.

Jullie hebben anderhalf jaar gedaan over het maken van “Sketches”. Waarom duurde het zo lang?

Marc: Uiteindelijk is de totale studiotijd een maand geweest.
Harmen: Het is maar hoe je het bekijkt, want wanneer je alles bij elkaar telt zijn we vier jaar bezig geweest. Sommige nummers waren al helemaal klaar en die speelden we ook al live. We wilden daar een demo van maken. Halverwege de opnames dachten we dat het beter was om er een heel album van te gaan maken, dus we hebben ons doel toen bijgesteld. Wanneer je het hebt over de laatste fase praat je over anderhalf jaar.
Mark: Inside was het eerste nummer wat we schreven. En A Way Out is ook al heel oud.

Hoe zijn de nummers eigenlijk tot stand gekomen, hoe schrijven jullie de nummers en was dat een democratisch proces?

Mark: In principe schrijven we allemaal. We werken allemaal met Cubase en daar zijn we ook handig mee. We nemen allemaal ideeën op en die sturen we rond. Dat kan een thema zijn of een heel uitgewerkt nummer. Daar zijn we allemaal helemaal vrij in. “Sketches” bestaat uit verschillende bijdragen. Sommige liedjes zijn uit de tijd van onze vorige toetsenist maar niet ten tijde van de opnames van het album. Die heeft Wendy dus gewoon overgespeeld. De teksten zijn allemaal door Marc geschreven met soms wat ideeën van de anderen.
We schrijven dus allemaal de muziek en het vervolgtraject is een democratisch proces.
Harmen: Sommige ideeën ontstaan dus gewoon onder de douche.
Marc: Dat wordt dan een fris melodietje, ha ha. De teksten zijn toch wel mijn ding. Soms doe ik drie weken over een regel en de andere keer schrijf ik een volledige tekst. Waar de teksten ontstaan? Dat houd ik liever privé want het is niet alleen tijdens het douchen of parket, ha ha. Ik kan overal soms maar zo een geniale tekst verzinnen. Ik werk ook wel eens vanuit een titel zoals bij A Way Out. Mijn teksten gaan over hetgeen je meemaakt in het leven. Zo gaat Forgotten Words over de liefde. Falling gaat weer over de bende die we er met zijn allen van maken. Soms kan ik ook politiekkritisch zijn en ik heb ook een liedje geschreven wat heel vrolijk klinkt, maar over de dood gaat. Je moet ook weer rekening houden dat de tekst een beetje goed ‘bekt’.

En toevallig kwam Ton Scherpenzeel een keer voorbij toen jullie aan het oefenen waren… Hoe zijn jullie bij hem terecht gekomen en hebben jullie hem zover gekregen om een toetsensolo te spelen?

Matthijs: Bij mij in de klas zat een meisje dat de musicalrichting deed. Ik kwam haar een paar later nog eens tegen toen ze inmiddels veel deed voor het Hofpleintheater in Rotterdam. Zoals je weet schrijft Ton Scherpenzeel daar ook theaterproducties voor. Dat meisje vertelde mij dat ze thuis wel eens demo’s voor hem inzong, waarop ik vroeg of ze mij zijn e-mailadres wilde geven. Ik heb hem toen gevraagd of hij eens naar onze muziek wilde luisteren. Dat heeft hij gedaan en vond het best knap wat we deden, al was het wat harder en steviger als wat hij gewend is. Hij besloot toen met de opmerking dat indien hij nog iets kon betekenen we dat maar moesten laten weten. Daarop hebben we besloten hem te vragen of hij een solo wilde spelen. Via internet hebben dat verder uitgewisseld omdat hij vaak in het buitenland zit. Hij heeft ons toen vier solo’s gestuurd waar we er een uit mochten kiezen. Hij deed ook niet moeilijk, want we mochten de solo bewerken als we dat nodig vonden. Het was een heel relaxte samenwerking. We hadden ook niet het idee dat we onze toetsenist passeerden, want in die fase was Wendy nog niet bij de groep.
Wendy: Volgens mij was ik er toen al net bij, maar ik vond het wel best. Ton Scherpenzeel is zo’n ervaren man.
Mark: Ja kijk, we zijn een beginnende band, dus wie zijn wij? Als John Petrucci zou bellen of hij een solo zou mogen spelen dan zou ik daar ook niet moeilijk over doen, ha ha. Het is gewoon een hele eer dat iemand als Ton Scherpenzeel mee wil doen en qua promotie is het natuurlijk ook goed. We moeten het marketingtechnisch ook goed gebruiken.

Marc, ik vind dat je een klassieke hardrockstem hebt. Heb je deze bewust zo ontwikkeld?

Marc: Ik ben op mijn veertiende jaar gaan zingen en mijn eerste bandje vond dat toen helemaal niet zo goed en ik kon maar beter mijn mond houden. Toen ben ik veel gaan oefenen en ging het steeds beter, maar ik heb er nooit erg mijn best voor gedaan om het zo te krijgen. Ik heb ook nooit zangles gehad en ben dat op dit moment ook niet van plan. Naast zingen speelde ik ook gitaar, maar nu zing ik alleen en dat bespaart me ook gezeul met een heleboel spullen, ha ha. Ik kom als laatste binnen en ga ook als eerste weer weg.
Harmen: Ja, we dachten dat hij dan mooi tijd had om de installatie op te bouwen, maar mooi niet hoor.

Marc Mes

Wanneer je intensief naar “Sketches” luistert dringt pas door wat een toetsenpartijen erop voorkomen. Ze lijken een beetje verstopt. Wendy, ben jij geheel vrij geweest in het componeren en spelen van de toetsen?

Wendy: Een groot deel van de muziek was al af toen ik bij de groep kwam. De meeste toetsenloopjes speelde ik dus gewoon na. Dat was een kwestie van gewoon spelen. Ik heb later wel ook mijn eigen inbreng gehad hoor door het inbrengen van bepaalde akkoorden. Ik heb daar ook lang met Matthijs voor gezeten.
Matthijs: We hebben veel in mijn studio thuis opgenomen en dan neem je daar veel meer de tijd voor door veel uit te proberen. Daar hebben we uren aan besteed. We hadden ook veel synthesizers van anderen geleend om geluiden uit te proberen.
Harmen: We houden allemaal wel van een lekker synthesizergeluid.
Matthijs: We hebben ook gebruik gemaakt van een echt Hammond orgel bij Wendy thuis in haar studio. Het geluid wat je op een synthesizer nabootst is toch minder.
Wendy: Nee, het was geen Hammond B3, helaas. Het was een L100 die we mochten gebruiken voor de opnames.

Ik constateer dat steeds meer nieuwe en jonge bands gebruik maken van een Hammond orgel. Hoe zou dat denk je komen?

Harmen: In onze studietijd waren er veel mensen verzot op het geluid van een Hammond orgel. Net als van een Fender Rhodes. Dat leeft op dit moment gewoon weer. Ik weet nog goed dat op school in een lokaal ergens in de hoek een Rhodes stond. Daar waren een heleboel mensen gek op.
Matthijs: Wanneer je dan luistert naar een Hammond met een echte Lesley box erbij, daar kan toch geen ander geluid tegenop. Daar haalt ook geen enkele plugin het bij en het is niet goed te sampelen ook.

Wendy Heuvelmans

Jullie zijn bezig met een tweede album. Kunnen we daar dezelfde muzikale koers verwachten?

Matthijs: Je merk dat je allemaal groeit, zowel qua instrumentbeheersing als componeren en je leert gewoon van het maken van het eerste album. Persoonlijk hoor ik nu dingen die ik best wil veranderen, zeker in de verhouding tussen de dynamische, akoestische en elektrische stukken. Wanneer je dat meeneemt in je achterhoofd pas je daar de schijfstijl op aan.
Marc: Maar je groeit ook dichter naar elkaar toe. Ik ben zelf nogal van de koortjes en achtergrondzang, daar pas je de schrijfstijl ook op aan.
Matthijs: Zelf horen we ook het verschil tussen de nummers die al klaar waren en een nummer als Motion. Dat nummer hebben we veel meer gezamenlijk opgebouwd door ideetjes rond te sturen. Dat is veel meer een geheel geworden waar al onze stijlen samenkomen. Dus op het album merk je al duidelijk een evolutie. Dit nummer is ook als een van de laatste geschreven.

En hoe staat het met optredens, hebben jullie al live gespeeld?

Mark: In het verleden hebben we al een paar keer in Rotterdam gespeeld en ook hier in Dordrecht. De hele nieuwe set is nu klaar en hebben we ook ingestudeerd. Op 5 juni 2010 spelen we de eerste keer live hier in de Popcentrale in Dordrecht. We zijn verder aan het oriënteren hoe we verder gaan, kijken naar onze doelgroep en hoe het album het op internet doet. We hebben al diverse promo-exemplaren rondgestuurd.
Matthijs: Vandaag (27 april 2010, HR) hebben we voor het eerst ons eigen album gedownload van een Torrentsite (men lacht allemaal hard, maar wel een beetje zuur, HR).
Matthijs: We krijgen veel positieve reacties van mensen om ons heen, die komen ook kijken en luisteren, maar het blijven toch de mensen om je heen. Er is er nog geen een die gezegd heeft dat het waardeloos is. Maar langzaam aan krijgen we ook van buitenstaanders feedback en positieve reacties. Dat is voor ons van veel meer waarde. Wat voor ons ook nieuw is, is dat we reacties krijgen van mensen die wij niet kennen maar die onze muziek al wel kennen van “Sketches”.
Harmen: Daarnaast hebben we mensen in de studio die ons wel keihard zeggen als het niets is, aan die mensen hebben we ook veel. Die zijn gewoon super kritisch.
Marc: We willen zeker veel gaan spelen, maar het is best lastig om je weg te vinden. Want waar stuur je nu alles heen. Misschien moet je wel gelijk de grens over naar Amerika en Japan, want daar vreten ze deze muziek.
Mark: We hebben ook bewust een stilte ingelast om volledig met het album bezig te gaan. Nu die klaar is moeten we aan de bak om de rest te organiseren.
Matthijs: Er worden nu een paar recensies geschreven, in Amerika, Italië, Polen en Servië. Daar hebben we promo’s naar toe gestuurd. Naar andere bladen en websites moeten we nog exemplaren sturen.
We hebben ook geen officieel presentatieoptreden gedaan, die moet er eigenlijk nog komen, maar dat doen we met de volgende cd, ha ha. Wat we doen, doen we graag goed, maar we houden de zaken wel gescheiden, dus geen optredens wanneer we met een nieuw album bezig zijn.

Mark Bogert

Willen jullie nog iets kwijt aan de lezers en bezoekers van Progwereld?

Mark: Als eerste willen we alle mensen bedanken die onze cd al hebben gekocht.
Harmen: En natuurlijk iedereen die ons al heeft opgezocht zonder dat we zelf al aan pr hebben gedaan, dat hebben we nog nooit meegemaakt.
Matthijs: Nog wel een ding; voor de mensen die “Sketches” op een Torrentsite hebben gezet… Die komen er bij ons niet in (wat uiteraard als een grapje bedoeld is; HR). Het is een dubbel gevoel, we zijn blij dat al 500 mensen het album hebben gedownload, maar we hadden liever gezien dat we ze verkocht hadden. We kunnen ons daar wel erg druk om maken, maar het is lastig om daar wat aan te doen.

Na het interview bleven we nog even plakken om te kijken en luisteren naar het vervolg van de oefensessie. We keken elkaar aan, knikten en zagen en hoorden dat het erg goed was. Nee, onze progneus had het destijds goed geroken. Hier ontstaat wat moois.