Als je aan mij vraagt waar het paradijs op aarde te vinden is, dan antwoord ik natuurlijk heel plichtsgetrouw: ‘In de armen van mijn vrouw’. Want zo zijn we bij ons thuis wel getrouwd. Maar ik zou ook iets heel anders kunnen zeggen…
De mooiste plek op aarde is een platenzaak. Het allerliefste loop ik in een vreemde grote stad net één straatje verder dan ik van plan was en stuit ik daar op een klein winkeltje. Dat winkeltje heeft niet alleen álles waar ik naar op zoek ben, maar er staan zelfs bijzonder zeldzame platen in de bakken waarvan ik het bestaan niet kende, maar die ik heel erg graag wil hebben. Natuurlijk, maar dat spreekt eigenlijk al voor zich, zijn de platen daar ook een beetje goedkoper dan elders. Verder is het essentieel dat het winkelpersoneel een onverschilligheid tentoonspreidt die grenst aan diepe afkeer voor iedere klant die het waagt iets uit die zorgvuldig opgebouwde collectie weg te kapen en uiteraard staat er spuugharde muziek op van het meest obscure bandje van dat moment.
Die platenzaak heeft een aantal keren ook echt bestaan, waaronder een paar keer in New York. Zo had je in Greenwich Village een platenzaakje dat Discount Records heette. In de bakken stonden harde plastic hoesjes met daarin alleen de boekjes van de cd’s. Dat zocht wat lastig, maar het voordeel was: er stonden er wel heel erg veel. Voor een belangrijk deel waren dat recensie-exemplaren met een tekstje van die strekking erin gedrukt. Ze kostten allemaal tien dollar, wat zelfs in de jaren dat de dollar heel hoog genoteerd stond nog een koopje was. Het personeel was in hoofdzaak met eigen dingetjes bezig en stond je liever niet, maar bij hoge uitzondering met zichtbare tegenzin en ronduit onbeschoft te woord. Als je iets vroeg, dan hadden ze het meestal niet, maar als je zelf nog even doorspeurde trok je het zo uit de bakken.
Een andere fijne winkel was de vestiging van Tower Records op Broadway ten zuiden van Times Square, waar ónder de winkel een koopjeskelder verborgen was. Hier lagen de cd’s in stapels op de grond of waren ze, geordend volgens de principes van de chaostheorie, in gammele en afgeschreven rekjes gesodemieterd. Er stond altijd een vage musical op, maar platen kostten er zo goed als niets. Soms waren ze zó goedkoop, dat ik bijna plaatsvervangend verontwaardigd was.
Dichter bij huis was er in Rotterdam vroeger een platenzaak die Haddock heette. Een souterrain in een dwarsstraat van de Mauritsweg, onder een groot portret van Multatuli. Haddock werd bestierd door een uitermate stuurse nicht die uitsluitend platen van The Cramps draaide. Als je een plaat wilde beluisteren ging hij zuchtend en binnensmonds de wereld in het algemeen en jou in het bijzonder vervloekend op zoek naar de plaat die bij de hoes hoorde. In de regel vond hij die niet, maar die enkele keer dat het hem wel lukte, kreeg je maar heel even de tijd om te luisteren. Na een minuut of drie vond hij het eigenlijk welletjes, alsof de slijtage aan de hoofdtelefoon van zijn salaris werd ingehouden.
Wie bovenstaande niet met een warm sentiment leest houdt niet van muziek of is een vrouw. Platenzaakjes waren een tweede thuis, van die immense tweedehands platenschuur in San Francisco tot Simpele Fons, dat muffe winkeltje in Dordrecht waarvan de uitbater bij elke transactie de kassalade hard tegen zijn eigen kruis liet openschieten, maar die wel eens per kwartaal naar Amerika reisde voor de nieuwste rock en symfo.
Al die heerlijke winkels zijn verdwenen, teloorgegaan omdat ze de technologische ontwikkeling niet konden of wilden bijhouden. Haddock sloot in respons op de opkomst van de compact disc, de meeste andere gingen failliet aan de mp3. Wat overblijft zijn kille ketens, waar altijd dezelfde dvd van Tina Turner op staat, waar het assortiment is teruggebracht tot de top 40 en waar het personeel nog steeds chagrijnig is, maar ook geen flauwe notie heeft van muziek.
Ik kan uren in muziekwinkels dwalen, maar dat gevoel komt niet vaak meer terug: een paradijs op aarde, waar je maar een klein beetje van begreep, waar je maar ternauwernood werd gedoogd en waar het échte leven in de meest begeerlijke verpakkingen op je stond te wachten. Dat gevoel heb ik tegenwoordig alleen nog in de armen van mijn vrouw.
Erik Groeneweg