Monique van der Kolk is leadzangeres van de progband Harvest. Bijna twintig jaar geleden verruilde ze Groningen voor de stad Barcelona. Ze zal ons elke maand iets vertellen over haar liefde voor muziek en wat ze zoal meemaakt.
Progmotioneel
Algemeen bekend is dat wij vrouwen wat emotioneler aangelegd zijn dan mannen. Zo huilen we bijvoorbeeld graag als we een bruiloft bijwonen, maar we vinden het ook het fijn om een potje te grienen bij het happy einde van Bridget Jones. Goed, we zijn misschien niet allemaal zo huilerig, maar ik geef toe dat ik het zelf best wel in me heb.
Persoonlijk is er bij mij nog een situatie waarin ik wel eens emotioneel kan worden. En dat is bij het beluisteren van muziek, specifieker nog: bij prog. Er zitten zoveel elementen in de prog die mijn emotionele kant naar de oppervlakte doen drijven. Is het niet die oh zo mooie stem of dat breekbare in de songtekst, dan is het wel die ene gitaarsolo waar je volkomen in opgaat.
Thuis heb ik er niet zo’n moeite mee, daar kan ik me lekker laten meeslepen. Daar zet ik de ramen wagenwijd open en zet ik het volume zodanig hard dat de halve straat kan meeluisteren (zeggen dat ze meegenieten zou misschien niet helemaal juist zijn). Maar de buren kunnen het toch niet zíen als de gevoelige snaar bij mij wordt geraakt, dus kan ik me heerlijk laten gaan.
Als progliefhebster sta ik vaak tussen de mannen in het publiek bij een concert en ook daar is het vaak raak. Zo herinner ik me een concert van Anathema in Barcelona, ze speelden One Last Goodbye en ik hield het niet lang droog. Het lastige was om ‘het moment’ te verbergen, want tsja… het is best gênant natuurlijk. Vragende of niet begrijpende blikken, daar heb ik dan weer geen zin in want het is wel ‘mijn moment’.
Een ander moment wat me gegrift in het geheugen staat is het Marillion Weekend 2011. Op de laatste avond speelde Marillion Out Of This World, met de bijbehorende beelden. Meer hoef ik vast niet uit te leggen. Terwijl de tranen over mijn wangen stroomden probeerde ik te veinzen dat er niets aan de hand was, want naast mij stond namelijk een stoere en tevens beer van een vent.
Ik voelde hoe hij naar me keek en automatisch keek ik omhoog in zijn ogen (ja echt, hij was wel twee meter lang en ik was al blij dat hij niet vóór me stond). Op dat moment voelde ik me zo opgelucht, hij jankte namelijk als een kind! Daar stonden we dan, we spraken verder geen woord met elkaar, maar ík had in elk geval ontdekt dat andere progliefhebbers er ook best wat van kunnen!