Ik herinner me mijn allereerste recensie nog. De promo was een wasrol, opgeborgen in een mooi ingelegd houten kistje met een fluwelen binnenkant. De zenuwachtige artiest kwam het kistje persoonlijk aanreiken. Hij deed er ook nog een goede fles cognac en een dikke envelop met geld bij. Van dat geld ben ik toen een maand op vakantie geweest, maar die promo heb ik natuurlijk nooit gedraaid. Ik kan me ook nog de recensie herinneren die ik er over schreef. Hij bestond uit slechts twee woorden: “Volkomen ruk!”. Naderhand kreeg ik nog een telegram van de artiest die me bedankte voor de aandacht die ik aan zijn muziek geschonken had en ook nog schreef dat hij zich bij mijn oordeel neerlegde en weer in de slagerij van zijn vader ging werken.
Sinds de wasrol is er een heleboel veranderd. De promo is tegenwoordig vaak een losse cd in een beduimeld hoesje, zonder enige vorm van achtergrondinformatie, die moet de recensent maar op internet bij elkaar scharrelen. Liever nog stuurt de platenmaatschappij een link naar een mp3tje dat je zelf moet binnenhalen of naar een website waar je de nieuwe muziek alleen maar streaming mag beluisteren op vooraf bepaalde tijden. Nóg liever stuurt men helemaal geen promo, want dat kost allemaal maar geld en och, of die cd nou verkoopt of niet, het gaat uiteindelijk al lang niet meer om het plaatje, maar om de spin-off, de tour, de merchandise, de auteursrechten als de muziek als achtergrond van een reclamefilmpje wordt gebruikt, de ringtone.
Lezer, je zal het misschien niet geloven, maar in bovenstaande alinea’s chargeer ik het een beetje. Jawel! Toch is dit een onderwerp dat de gemoederen ten burele van Progwereld al enige tijd flink bezig houdt.
Moet je, zo vraagt een deel van de recensenten zich af, een plaat bespreken die je niet meer fysiek in handen hebt? Je bespreekt (alles ten behoeve van onze geliefde lezer) immers een product waar de consument straks zijn goede geld aan uitgeeft. Hoe kan die bespreking waardevol zijn als je dat product niet op je schrijftafel hebt liggen? Daar komt natuurlijk ook een heel menselijk trekje om de hoek kijken: alle recensenten van Progwereld zijn enorme liefhebbers van het genre en we willen die cd’s natuurlijk gewoon graag hebben.
Een andere fractie – we vinden ze minder aardig en hun bureautjes staan dichter bij de toiletten, die niet altijd even proper zijn – maakt het niet uit hoe de muziek wordt aangeleverd. Bijna alle muziek wordt tegenwoordig van het internet getrokken, wat maakt het dan uit als de promo’s niet meer op een schijfje staan?
Zelf zweef ik een beetje boven de partijen. Zoals bekend bestaan bijna al mijn recensies uit twee woorden en draai ik die herrie zo goed als nooit, dus een cd of een bestandje, mij maakt het niet uit. Maar bekijk het eens van de andere kant?
De kostprijs van een cd is bepaald geen verwaarloosbaar bedrag. Niet het persen van het schijfje, maar vooral het bijbehorende drukwerk, het plastic of kartonnen verpakkinkje, het cellofaantje, dat kost allemaal handenvol geld. Je moet wel een enorm reclamebudget hebben, wil je je kunnen veroorloven om naar élke boerenschuur of studentenflat waar een website of tijdschrift in elkaar wordt geknutseld een promo te sturen. Dat is maar weinigen gegeven. Dan ga je je dus beperken: je kiest de meest gelezen, toonaangevende media uit, of je stuurt alleen een cd zonder die dure hoesjes. En wat gebeurt er? Binnen een week is je kostbare cd geript en staat-ie voor niks op een Torrent site. Daar gaan je kansen op een platina cd of, in bijna alle gevallen, je kansen om je investering terug te verdienen.
In dat licht is het sturen van alleen maar een linkje naar dat geboefte dat je muziek te grabbel gooit nog teveel eer. Tegelijk zit de muzikant in een nare spagaat: om zijn muziek gehoord te krijgen is elke vorm van reclame onontbeerlijk. Je bestaat alleen als er over je geschreven wordt. Ik zou het niet graag doen, hoor, muzikant zijn!
Boven alles gaat het mij, ons, om de waarde die de recensie heeft voor de lezer. Kunnen we ons een afgewogen, zinnig oordeel vormen? Op die wasrol van vroeger was de muziek tussen alle ruis en al het gekraak maar nauwelijks te onderscheiden. Dat gevaar loop je, in veel mindere mate, met gestreamde muziek ook weer: de speakertjes van je computer zijn toch lang niet altijd even goed in nuances als de boxen van je stereotoren, een 125 kbps bestandje klinkt slechter dan een volle wav. Kun je de lezer waarschuwen voor de belabberde geluidskwaliteit van een plaat die je alleen maar onder die omstandigheden hebt beluisterd?
De teneur lijkt nu te zijn: we willen de cd bespreken, dus willen we de cd hebben. Als het écht niet anders kan (of als de artiesten heel beroemd zijn) gaan we wel downloaden, maar van muziek die we uitsluitend streaming hebben mogen beluisteren maken we geen recensie, hoor.
Ondertussen worden we links en rechts door de actualiteit ingehaald. Terwijl ik dit schrijf laadt op mijn iPad het nieuwe multimedia appje van Björk, wier nieuwe plaat in eerste instantie in een stuk of tien verschillende spelletjes, filmpjes en andere gebbetjes tot ons komt. De verkoop van downloads neemt hand over hand toe, net als die van ouderwets vinyl. De cd lijkt ten dode opgeschreven, dus waar hebben we het over?
Gelukkig blijft één ding overeind. Die fles cognac zit er nog steeds bij. Dat maakt al die rotmuziek ook een beetje dragelijker.
Erik Groeneweg