In deze maandelijkse column laat Dick van der Heijde z’n gedachten gaan over symfo en de rol die muziek speelt in z’n leven. Dick is geheel verlamd, kan niet praten, communiceert letter voor letter met z’n ogen maar bovenal is hij, zoals hij zelf zegt, al een kwart eeuw helemaal kierewiet van het genre.

Symfo staat nu niet bepaald bekend als een swingende aangelegenheid. Zelf was ik ook al niet echt een swinger. Er was eigenlijk maar een dansje dat ik vaak deed: de paradiedel-dans. Laat me je hem uitleggen. Ga in de discotheek op de dansvloer staan. Op één been, wel te verstaan. Hup vervolgens op het andere. Doe dit volgens onderstaand schema:
Links rechts links links. Rechts links rechts rechts. Voer het tempo op tot je niet meer kunt en scandeer ondertussen je passen luidkeels mee. Oké, je staat voor paal, maar je hebt een hoop lol. Swingen was niet echt aan mij besteed. Ik was meer het type dat met z’n rechtervoet de maat meetikte. Dat doe ik nog steeds althans…dat beeld ik me in. Ik weet dat m’n voeten roerloos op de steunen van m’n rolstoel staan maar als ik bijv. Take Yourself Back van Deyss hoor lijken ze met de drive van de muziek mee te doen. Dat heb ik ook heel sterk met Vassilios Maniatopoulos van Last Turion en Walter Calloni van Shakary. Dat zijn geweldige drummers. Wat een gevoel voor timing. Die is bij mij ver te zoeken. Nee, ik heb een timing gekregen van lik me vestje. Het ontrafelen van een afwijkende maatsoort kost me al behoorlijk veel moeite. Een 7/8 gaat nog wel maar een 9/8 of 11/8 zijn beslist het peulenschilletje niet meer die ze eens waren. Ik heb er vaak een paar extra draaibeurten voor nodig.

Het ontbreekt mij aan het vermogen om met mijn handen een ritme te slaan op m’n knieën. Die twee jongens in die bier reclame hebben het helemaal. Het ritmisch gevoel straalt van hun gezichten af. Drummen doe je met je hele lijf en niet alleen met je hoofd. Een drumcomputer is dus eigenlijk een drummer zonder armen en benen, een drummer zonder lichaam,een soort digitale Dick. Het zou wat wezen als ik zo’n kastje moest programmeren. Het resultaat zou fraai worden. Ooit heb ik iets dergelijks wel eens ondernomen. Iemand wilde een ‘muziekapparaat’ op me uitproberen. Het reageerde op bewegingen. Er werd een laserstraal op m’n ogen gericht. Nu had ik niet verwacht er de solo uit Cinema Show mee te kunnen naspelen, maar wat ik te horen kreeg was wel heel erg triest. Oersaai new age geneuzel kwam er uit de boxen. Het apparaat bleek ontwikkeld te zijn om verstandelijk gehandicapten te laten relaxen. Echt iets voor mij dus.

Laat mij nou maar lekker naar m’n cd’s luisteren dan voel ik me het meeste in m’n element. Één van m’n lievelings-cd’s staat op. “Vey Victus” van het Franstalige Galaad. Het basspel van Vincent Berberat is zeer aanstekelijk. Nog nooit heb ik een symfo-band zo horen swingen.

Dick
dickmail@zeelandnet.nl