Interview: Hans Ravensbergen en Govert Krul
Fotografie: Eric de Bruijn
Eindredactie: Hans Ravensbergen
Datum: 20-11-2009
Met “Posthumous Silence” legde de Duitse formatie Sylvan de lat erg hoog. Velen waren de mening toebedeeld dat het, net als het verspringrecord van Bob Beamon, nog jaren zou duren voordat de groep dit album zou overtreffen. Als ze daartoe al in staat zouden zijn. “Force Of Gravity” is het eerste studio-album in het tweede decennium van de groep. Het is een album dat de meningen hevig verdeelt. En laat dit nu een erg goed teken zijn! Op dit album spotten de Duitsers met de zwaartekracht. Volgens onze recensent Dick van der Heijde gaan ze door de geluidsbarrière. Genoeg redenen om deze vriendelijke oosterburen eens aan de tand te voelen over de eerste tien jaar Sylvan, “Force Of Gravity” en allerlei nevenprojecten. Een gesprek met bassist Sebastian Harnack (SH), gitarist Jan Petersen (JP) en zanger Marco Glühmann (MG), die wat later aanschoof.
Terugblik
Met wat voor gevoel kijken jullie terug op de eerste tien jaar Sylvan?
SH: elke keer wanneer ik terugkom van een avond oefenen met de band vraagt mijn vriendin: “en hoe was het?”. Dan antwoord ik steevast met: “pffff, ahhhhhhhhhh, ohhhhhhhhhhhh”. Waarop zij dan zegt: “waarom stop je er dan niet mee?”. Stoppen, nee, nooit. De laatste jaren is Sylvan voor mij steeds groter geworden. Het is veel meer dan eens per maand in een band spelen. Naast dat we de groep Sylvan zijn, regelen we ook alles daarom heen zelf en dat is veel werk. We hebben allemaal een gezin en ons werk. Sylvan is er eigenlijk altijd. Wanneer je bijvoorbeeld op vakantie bent en je hebt opeens een idee voor een nummer dan doe je daar wat mee. Ik kan me eigenlijk geen leven zonder Sylvan voorstellen. De eerste tien jaar waren dus ongelooflijk goed.
Wordt het ook met elk album meer hectisch?
SH: Hectisch niet zozeer, maar met elk album komt er wel meer werk. Na elk album is er meer respons. Het is ook zo’n verschil met “Artificial Paradise”, het eerste album waarop we alles zelf gedaan hebben en nu. Vandaag de dag sturen we een paar honderd promo-exemplaren weg naar de pers.
Jullie hebben geen manager?
SH: Het probleem is om mensen te vinden die dat goed voor je kunnen doen. Het moeten ook mensen zijn die betrouwbaar zijn en die je mag. Een manager claimt dan ook nog een bepaald percentage, dus die moet je dan wel goed kunnen vertrouwen. Tot nu toe is er nog niemand die het voor een redelijk bedrag beter kan doen dan wij zelf. Daarom blijven we het ook zelf doen.Binnen de groep hebben we de taken verdeeld, ieder doet een stuk. Kijk, ik speel liever basgitaar dan dat ik de financiële zaken regel. Iemand doet de post, een ander de webwinkel, weer een ander de website en de financiën. Het heeft allemaal niets met de muziek te maken, dus wanneer we een management zouden hebben, prima. Voorlopig is dit moeilijk te vinden.
Wat is jullie het meest bijgebleven?
SH en JP gezamenlijk: dat zijn eigenlijk de opnames voor de dvd “Posthumous Silence The Show” en toen we voor het eerst buiten Duitsland gingen optreden.
SH: Voor mij is het ook bijzonder dat je ergens zonder te hoeven betalen naar toe kan alleen omdat je muziek maakt. Dan kom je bijvoorbeeld in Mexico en zijn er een paar honderd mensen die je muziek goed vinden. Ik speel nu een jaar of twaalf basgitaar en toen ik daarmee begon was ik amper in staat om Satisfaction te spelen. Nu zijn er in de Verenigde Staten wel een paar honderd mensen die naar Sylvan komen kijken.
JP: Eigenlijk is elk optreden weer bijzonder, net als vanavond hier (20 november 2009 in De Boerderij, red.). Vanavond zijn er ook weer camera’s bij (vervolgens komt er een loftuiting van Sebastian Harnack aan het adres van filmer John Vis, red.).
Op welk album zijn jullie het meest trots en waarom?
SH: “Force Of Gravity”. Of eigenlijk de dvd! Dat is natuurlijk geen album, maar daar was ik het meest bij betrokken als geheel. Dat kwam ook door het visuele aspect. Ik heb veel editing gedaan, dus de dvd is eigenlijk een kindje van me. Verder ben ik erg trots op “Posthumous Silence” omdat het een conceptalbum is. Zoiets kon je gemakkelijk in de zeventiger of tachtigerjaren doen, maar vandaag de dag is dat heel anders. En het album “Presets” is helemaal niet mijn favoriet (zegt hij zachtjes, red.).
Dan moet je er waarschijnlijk vaker naar luisteren! “Presets” was ook niet mijn (GK) favoriete album, maar nadat ik naar “Force Of Gravity” heb geluisterd, waardeerde ik “Presets” veel meer.
SH: Okay, dan ga ik dat morgen maar gelijk doen, ha ha.
Force Of Gravity
Wat zijn de reacties op “Force Of Gravity” tot nu toe?
SH: De eerste recensies waren verschrikkelijk slecht! De eerste die we lazen was een catastrofe, de recensent van een of andere website vroeg zich af wat het eigenlijk was. Die had meer tijd moeten nemen om de cd te beluisteren. Ik lees bijna nooit recensies want je kunt er toch niets aan veranderen. Het maakt mij verder niet uit en ik ga er ook niet over discussiëren.
JP: Mijn boodschap is eigenlijk dat wanneer je de cd niet goed vindt, je gewoon naar onze optredens moet komen. Dan zal je onze muziek waarderen. Je moet onze muziek meer kans geven.
Zijn jullie dan zo zeker van jezelf dat jullie je geen zorgen maken over een paar slechte recensies?
SH: Natuurlijk, als je een paar slechte recensies achter elkaar leest, dan wel. Je kunt er zolang over praten als je wilt, maar het album is klaar en daar verandert niets meer aan. Voor mij is het ook niet zo belangrijk.
JP: Het blijft het belangrijkste dat de mensen naar onze optredens komen.
Heeft dit album een speciale boodschap of thema en zo ja, wat is deze?
JP: Nee, het zijn elf van elkaar onafhankelijke nummers. Het zijn verschillende teksten en muzikale thema’s. De teksten variëren van persoonlijk tot maatschappijkritisch (sociaal, financieel). Marco schrijft alle teksten, maar wanneer hij teksten heeft, legt hij ze altijd aan de anderen voor en vraagt ons wat we daarvan vinden.
Dan interrumpeert toetsenist Volker Söhl het interview en komt binnen met een nat shirt vanwege een akkefietje met een nagerecht… (hilariteit alom, red.).
Marco: jij weet als geen ander met je stem emotie in jullie muziek te leggen. Er zijn mensen die vinden dat deze emotie in nummers als Force Of Gravity, Follow Me en God Of Rubbish over de top gaan. Ben jij je daarvan bewust en wat vind je er zelf van?
MG: Ik heb daar inderdaad over gehoord. Je hebt zeker gelijk wanneer je daar naar luistert. Ik kan goed begrijpen dat mensen dat vinden. Ik heb een vrij bijzonder zanggeluid, daar kan je van houden of niet. Als je het niet mooi vindt gaat het op je zenuwen werken, natuurlijk. Emotie is inderdaad erg belangrijk voor me, ik probeer daarmee de betekenis van de teksten over te brengen. Dat geldt dus ook voor Force Of Gravity en Follow Me. Die nummers zitten op een bepaalde manier tegen het theatrale en dramatische aan. Ik respecteer ieder zijn mening en nogmaals, ik begrijp het. Het is nu eenmaal mijn aanpak en ik doe het graag op deze manier. Het past ook inderdaad bij het verkennen van de grenzen. “Force Of Gravity” is op een bepaalde manier bedoeld om ruig te klinken. Ik houd erg van de teksten die ik geschreven heb en daar kruip ik als het ware helemaal in. Net als het ruige geluid van sommige gitaarstukken.
Wat willen jullie op Follow Me overbrengen aan de luisteraar?
JP: Dat nummer gaat meer over de binnenkant van de financiële wereld. Het is de kritische kijk van Marco op de financiële crisis.
SH: Dat komt ook door zijn werk bij een bank. Hij is zo goed in staat om dat in teksten om te zetten, neem alleen al het middenstuk van dat nummer. Hij gebruikt daar ook echte termen uit de financiële wereld.
JP: Wat mij in dit nummer aanspreekt is de verbinding tussen de teksten en de muziek. Volker Söhl heeft de ontwikkelingen van de financiële markt in de laatste tien jaar in een grafiek overgezet en daar zaten 18 pieken en dalen in. Die momenten komen allemaal terug in dit nummer, omgezet in 18 verschillende noten. Ik ben er erg trots op dat ons dat is gelukt.
Zowel Isle In Me als Embedded lijken te zijn opgedragen aan een speciaal iemand. Is dat juist en om wie gaat het?
SH: Het nummer Isle In Me is gebaseerd op het schilderij ‘The Sea Of Ice’ van Casper David Friedrich (vervolgens tovert Sebastian met behulp van Google het betreffende schilderij uit zijn laptop, waarbij we tot de conclusie komen dat het schilderij veel weg heeft van de hoes van een Glass Hammer-album, red.).
JP: Het is een vrij beroemd schilderij waar de mens in relatie wordt gebracht met de mooie natuur. Marco heeft zijn gedachten bij dat schilderij omgezet in de tekst voor dit nummer. Het schilderij symboliseert de kracht van de natuur. Maar misschien kunnen we nu even overschakelen naar een video-interview, dan kan iedereen het goed zien, ha ha. Net als op het schilderij gebeurt er in het middendeel van dit nummer erg veel.
MG: Waarom vraag je dat (vraagt hij verlegen lachend, red.) Embedded is opgedragen aan mijn zoontje. Ik heb het nummer geschreven met hem in mijn nabijheid. Ik zat bij hem met mijn gitaar. Toen ik wat eerste refreinen zong begon hij naar me te roepen, daarom heb ik het nummer ook aan hem opgedragen.
Jan, “Force Of Gravity” is het eerste studio-album van Sylvan waar je bij betrokken bent. Wat is jouw inbreng op “Force Of Gravity”?
JP: De meest concrete compositie is God Of Rubbish, die heb ik samen met Marco geschreven. Hij had een idee voor dit nummer, dat gaat over de muziekindustrie. Hij wilde daar een punkachtig nummer van maken, kort, eenvoudig en in contrast met de langere nummers als Artificial Paradise en Vapor Trail. Marco wist precies wat hij met dit nummer wilde, hij schreef het in vier uur. De punkelementen in het nummer zijn ironisch bedoeld. Wanneer je naar de tekst kijkt staat die in contrast met de muziek. De tekst gaat over de complexiteit van de muziekindustrie, de muziek is eenvoudig, zeg maar ‘recht voor zijn raap’.
Het album kent ook harde stukken die richting progmetal gaan. Dat zijn toch ook jouw invloeden Jan, als fan van Dream Theater?
JP: Ja, dat klopt, daar houd ik inderdaad van. Maar ik ben niet de enige in de band hoor!
SH: Sinds we Jan in de band hebben kunnen we elke progmetal riff spelen die we willen.
JP: Marco houdt bij het componeren ook rekening met deze invloeden, hij herkent ze, net als de anderen trouwens. Hij combineert alle ideeën. Volker kwam weer met het idee van King Porn, wat toch ook een hard nummer is.
Dus jullie zouden op toekomstige albums harder kunnen gaan klinken?
JP: Dat zou best eens kunnen. Ik zou het dan eerder ‘anders’ willen noemen.
SH: We zouden best die richting uit kunnen gaan, maar Marco en Matthias houden toch meer van wat rustiger nummers. Tijdens onze laatste tours keken we in de tourbus naar de dvd van Iron Maiden. Marco verzuchtte toen “jemig als we dat moeten spelen…”.
Maar dat kan dus best tot discussies leiden?
SH: Dat kan, maar dat is best goed voor Sylvan, denk ik.
JP: Het kan best veranderen, maar alleen maar harde nummers spelen gaat goed vervelen wanneer je dat anderhalf of twee uur moet doen.
SH: Het is dus alleen maar goed voor de groep wanneer je afwisselende nummers gaat spelen.
JP: Met “Force Of Gravity” kunnen we ook op het podium wat experimenteren. We kijken gewoon wat er gebeurt en zien daarna wat we daarmee kunnen doen.
In onze ogen verkennen jullie met “Force Of Gravity” jullie grenzen. Onze recensent heeft het letterlijk over “meer ruimte voor ruigheid”. Hoe kijken jullie daar zelf tegenaan?
JP: Dat klopt, wij noemden het letterlijk ook zo. We zien het zelf als een stuk ontwikkelen van ons zelf, dat vinden we erg belangrijk. Om even terug te komen op je eerdere vraag over het management; die zou ook een rol kunnen spelen in die discussie wat goed voor ons is. Marco is ook erg trots op het resultaat van zijn zang. In recensies lezen we vaak de vraag terug waarom hij zo emotioneel zingt, met name de eerste twee nummers.
Houden jullie deze kritiek voor de volgende albums in gedachten?
JP: Dat hangt helemaal af van de nummers die we gaan schrijven. We houden er van om te experimenteren, net zoals we vandaag in de bus deden (Jan bootst wat opera-achtige zang na, red.).
Waarom een lelijke hoes voor een briljant album?
SH: Ha, ha, ha!
JP: Nou, we wilden een werkelijk afzichtelijke hoes bij deze mooie muziek, ha ha. Het is een controversieel album, een album met contrasten, een album met ruige elementen, alles zit er in.
SH: Het begon met Marco die aankwam met het nummer Force Of Gravity. We vonden allemaal gelijk dat dit een gave titel voor het album zou zijn. Mijn broer, die het artwork heeft verzorgd, was toen bij ons in de bus en die kwam gelijk met een goed idee. Zwaartekracht, achtbaan noemde hij. Bij achtbaan bleven we gelijk stilstaan. We ontdekten toen een oud pretpark met achtbanen die niet meer in gebruik waren. Dat park ligt in het voormalige Oost-Duitsland in de buurt van Berlijn. We zijn daar heen gegaan en stiekem naar binnen geslopen. We hebben toen halsbrekende toeren uitgehaald om de foto’s te nemen. We lagen op de grond om maar niet gesnapt te worden.
JP: Ja, en toen werd Sebastian gebeld op zijn mobiele telefoon, ha ha. Gelijk gingen er honden blaffen en dat alarmeerde de bewaking.
SH: We hadden meer dan 300 kilometer gereden om daar te komen en dat wilden we niet verknallen. Ik zei nog dat daar helemaal niemand was. Je zou het inderdaad een illegale albumhoes kunnen noemen, ja. Na afloop zeiden we dat dit maar de albumhoes moest gaan worden. We hebben meer dan 400 foto’s gemaakt en daar de beste uitgehaald. Het moest de desolate sfeer oproepen van een verlaten park met achtbanen, dus oud en opwindend. We zingen dus niet over achtbanen maar over het gevoel daarbij.
Miriam Schell en Matthias Harder werken al vanaf 1994 met elkaar samen, zoals in de groep Rain For A Day. Ondanks dat de muziek die ze met deze groep maken ver van die van Sylvan afstaat, doet Miriam Schell mee op “Presets” en “Artificial Paradise” en nu weer met een adembenemend duet op Midnight Sun. Kunnen jullie de chemie tussen Sylvan en Miriam verklaren?
SH: Matthias en Miriam kennen elkaar al heel lang, neem Rain For A Day maar als voorbeeld. Die muziek staat behoorlijk ver af van de muziek van Sylvan. Miriam verzorgt alle vrouwelijk zang op onze albums. Ze verzorgt alle arrangementen en achtergrondzang. Ze is een heel goede vriendin van ons. Niet dat ik regelmatig met haar uitga, maar we zijn erg vertrouwd met haar. We wilden een duet op het album en toen vroegen we aan Miriam of ze dat wilde doen.
JP: Het werkte ook heel goed tussen ons, in de studio hebben we dit nummer nog verder ontwikkeld.
SH: En ik was niet eens in de studio toen ze het zongen, ha ha.
MG: Onze stemmen passen uitstekend bij elkaar en ik zing ook graag met haar. In de studio toen we het nummer opnamen hebben we het niet als duet gezongen maar apart van elkaar. We hebben wel heel vaak met elkaar geoefend. Ik ben een aantal jaren geleden begonnen met zanglessen, die kreeg ik van Miriam. Dat bleek uiteindelijk voor mij niet zo goed te werken. Het past beter bij mij om zelf aan mijn stem te werken, deze te veranderen waar ik dat nodig vind. Nee, ik houd niet zo van Iron Maiden. Pas geleden in de bus hoorde en zag ik ze voor het eerst.
Kunnen we in de toekomst meer bijdragen van haar verwachten?
JP: Dat zal zeker gaan gebeuren. We hebben nog gevraagd of ze mee kon gaan met deze tour, maar ze is veel te druk met andere dingen, dus dat is niet gelukt.
Nevenprojecten
Jan, hoe staat het met je eigen project Beyond The Blue? Kunnen we een opvolger verwachten van het uitstekende debuut “The Ray Of Spring”?
JP: Ik heb je recensie gelezen, bedankt nog. Ik heb wat nieuw materiaal geschreven en vage ideeën in mijn hoofd. Het probleem is dat de zanger (Frank Wollenburg, red.) helemaal niet wil optreden. Aan het eerste album hebben we vijf jaar gewerkt, veel stress gehad en veel onkosten gemaakt. Er is heel veel energie ingestoken. Ik ben niet in staat om dat op die manier nog eens te doen. Maar ik kan mijn muzikale ideeën nu in Sylvan kwijt. En dat werkt goed. Misschien ga ik een solo-album maken, ik weet het niet. Beyond The Blue is heel bijzonder vanwege de zang, net als Sylvan eigenlijk. Er zijn dus genoeg ideeën, maar een nieuw Beyond The Blue album zit er niet in.
Matthias, aan jou dezelfde vraag maar dan met betrekking tot Rain For A Day.
MH: Rain For A Day is mij bijzonder dierbaar en ik zou graag een nieuwe cd uitbrengen. Qua tijd en kosten is dit echter een behoorlijke opgave, dus ik zie het er nog niet zo snel van komen. Sylvan vraagt veel tijd en Miriam heeft natuurlijk ook haar zakelijke beslommeringen. Het is echter wel een droom van ons beiden weer nieuw werk op te nemen.
Sebastian, met Blind Ego ben je vrij actief. Zijn jullie nog bij andere nevenprojecten betrokken en zo ja, kunnen jullie daar wat over vertellen.
SH: Ik heb alleen maar op het tweede Blind Ego album meegedaan (“Numb”, red.). Dat was erg veel plezier. We hebben er hard aan moeten werken met erg goede muzikanten. Mocht er een derde album komen en ik word gevraagd, dan doe ik dat zeker. Het is immers erg leuk om te doen. Alleen al om samen te werken met de drummer. Het is de hardst spelende drummer waar ik ooit mee gespeeld heb, ha ha. Elke keer wanneer hij de snaredrum raakte was het: ‘au’. Ik stond daar immers vlak in de buurt.
SH: Verder zijn we niet bij andere projecten betrokken. Ja, Marco is nog wel eens gevraagd door een Franse band. Hij spreekt bijzonder goed Frans, omdat zijn vrouw Française is. Toen we in Frankrijk optraden hebben we nog wat afgelachen omdat ze niet konden geloven dat hij uit Duitsland komt.
Hebben jullie nog iets te zeggen aan de lezers van Progwereld?
SH: Wanneer je voor de eerste keer naar “Force Of Gravity” luistert en je vind het niet goed, luister er dan een tweede en derde keer naar. Dan raak je veel beter in de muziek. Bij dit album is net als bij een conceptalbum belangrijk dat je de tijd neemt om het te doorgronden. Het is niet zoals nummers die je op de radio hoort. Wanneer je de tijd neemt wordt hij steeds beter. Verder zou ik willen adviseren om het album hard af te spelen.
JP: Toen ik Sylvan voor het eerst hoorde moest ik ook erg aan de muziek wennen. Later ben ik er helemaal ingegroeid. Het heeft inderdaad wat tijd nodig.