Wereldse Meningen
De plek waar leden van het Progwereld team hun hart kunnen luchten.
Hoe groot is de kans dat je een symfo-fan tegenkomt in het dagelijks leven? Daar zat ik laatst in de trein over na te denken. Die kans is niet al te groot denk ik. Heel veel symfomanen zijn er nu eenmaal niet en helaas zijn ze niet aan bepaalde kenmerken te herkennen.
Ik reis veel met de trein. Ik woon in Zoetermeer en ik werk in Den Haag, totaal doe ik er 50 minuten over om op mijn werk te komen. Die reis is elke dag weer een heilig moment. Het is het enige moment van de dag waarop ik ongestoord op mijn discman naar mijn muziek kan luisteren. Terwijl de Randstad met zijn drukte langs me heen glijdt, geniet ik van de symfonische klanken. Zo ook op die woensdagmiddag op de vierde februari in de Zoetermeer Stadslijn. De coupé was lekker rustig en ik had de vier stoelen voor mezelf. Aan de andere kant van het gangpad zat een man met een koptelefoon op een tijdschrift te lezen. Nieuwsgierig als ik ben, kijk ik zo onopvallend mogelijk welk blad hij zit te lezen. Mijn hart springt op. Zie ik het nou goed? Ja hoor, de man zit in de iO pages te lezen!
Opeens is deze onbekende man heel interessant geworden. “Zo ziet een symfomaan er dus uit” denk ik. De man is ergens achterin de dertig, hij heeft donker springerig haar en hij is keurig geschoren. Hij draagt donkergroene bergschoenen en een grijze broek met daarop een oud, bruinleren jack met zwarte mouwen en een zwarte kraag. Ik heb nog nooit een symfoliefhebber gesproken die veel met de mode bezig is, “wij symfomanen” weten ons geld wel beter te besteden, dus wat dat betreft voldoet hij aan het (stereo)beeld.
Mijn hart klopt in mijn keel. Zal ik hem aanspreken ? Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik moet zeggen. Ik kan natuurlijk vragen waar hij op dat moment naar luistert, maar ik besef me terdege hoe stom dat klinkt. Hoe kan ik het ijs breken? “Vind jij de interviews van John Bollenberg ook altijd zo langdradig?”. Op zich een leuke openingszin, die meteen een discussie zou kunnen opwerpen, maar ik besluit hem niet aan te spreken. Ik durf het niet.
Toch wil ik hem eigenlijk wel laten weten dat ik ook tot het proggilde behoor. Ik haal de cd´s die ik voor die dag meegenomen heb uit mijn tas. Opzichtig kijk ik de boekjes in van “Passengers” van Mostly Autumn, “Alone” van Clepsydra en “The Sun Also Rises” van Knight Area door, maar de man kijkt niet op of om. Met chirurgische precisie leest hij het jubileumnummer van iO pages. Zijn vingers glijden over de bladzijdes om zeker te weten dat hij geen stukje overslaat. Ondertussen tapt hij met zijn schoen op de maat van zijn muziek mee. “Waar zou hij naar luisteren?”, vraag ik mezelf af. Ik zet mijn diskman even uit, misschien staat zijn muziek wel zo hard dat ik iets kan horen. Maar helaas, ik hoor alleen het denderen van de trein.
De man pakt zijn bruine versleten aktekoffer en klikt hem open. In de koffer ligt alleen een groene broodtrommel en een krant. Voorzichtig en met veel respect legt hij zijn lijfblad in de koffer. De koffer laat hij op schoot liggen. Zijn muziek moet nu echt aan een hoogtepunt toegekomen zijn. Zijn voet tapt harder en zijn hoofd beweegt ritmisch op en neer. Met zijn handen trommelt hij op zijn koffer mee. Dan staat hij op en loopt naar de deuren, hij moet er op hetzelfde station uit als ik. Ik loop achter hem aan. De trein staat nog niet stil en we wachten bij de deur. Hij is nog steeds in extase, zijn hoofd gaat nog steeds op en neer en met zijn opgeheven hand geeft hij het ritme van de drums aan. De mensen in de trein kijken hem aan of ie niet helemaal fris is, maar ik weet wel beter. Daar staat een man optimaal te genieten van zijn muziek, ONZE muziek. Geweldig om te zien en zo herkenbaar.
Op het perron wordt hij opgewacht door zijn zoontje en zijn vrouw. Hij is getrouwd! Hoe zou zijn vrouw zijn muziek vinden ?
Als ik thuiskom vertel ik meteen heel enthousiast aan mijn vrouw dat ik in de trein een man met een iO pages heb gezien. “Ja? En?”, vraagt ze niet begrijpend. Die avond in de sportschool zie ik Markwin. Ik vertel hem dat ik een man met een iO pages in de trein zag zitten. “Joh! Kicken! Heb je hem nog gesproken”? roept hij uit. Zie je wel, wij symfoliefhebbers begrijpen elkaar!
Maarten Goossensen
maarten@progwereld.org