Datum: 13 September 2011
Interview en eindredactie: Christopher Cusack
Met het nieuwe studioalbum “Heritage” heeft de Zweedse progband – voorheen progmetalband – Opeth een interessante nieuwe koers ingezet. De nadruk ligt nu op de progressieve kant van hun huisstijl in plaats van hun metalroots, en er wordt lustig verwezen naar muziek uit de jaren zestig en zeventig. Op een zonovergoten middag sprak ik in het American Hotel aan het Leidseplein in Amsterdam met Mikael Åkerfeldt, frontman, gitarist en zanger van de band, over nieuwe nummers en oude muziek.
Het spijt me dat ik je wat vragen ga voorleggen die je vast al tien keer hebt gehoord, maar de vraag die echt gesteld moet worden is natuurlijk: welke kant gaan jullie op met dit album?
Hmm, ik weet het niet echt… Misschien gaan we ergens heen, misschien gaan we helemaal nergens heen, maar dit is wat we op dit moment willen doen. Ik denk dat we een bepaalde stijl uitgeput hadden en nu verder wilden gaan. Ik had aanvankelijk wel een paar nummers geschreven die voortbouwden op “Watershed”, maar ik had het gevoel dat ik daarmee niet echt meer iets nieuws kon maken. Het materiaal dat ik geschreven had raakte mij niet echt, zogezegd. ’t Was gewoon… blaaa… en ik voelde dat ik er echt klaar mee was – wat me wat stress opleverde, maar ook een opluchting was, want ik houd ervan om vooruitgang te boeken. De tijd was aangebroken om weer iets nieuws te doen, en dit was het resultaat.
Met “Damnation” en “Deliverance” bracht je een tweeluik uit waarbij het ene album soft was en het andere album heavy. Overweeg je om na “Heritage” op vergelijkbare wijze het zware element weer terug te brengen, of is dit de richting die je nu zult navolgen?
We hebben natuurlijk op al onze albums een zeker proggeluid gehad, maar op dit album is de productie meer wat mensen ‘vintage’ en ‘retro’ zullen noemen. Maar dat is niet echt hoe het is; het is niet alsof er een grote vintageknop was die we ingedrukt hebben. Het is meer de manier waarop we dingen opgenomen hebben: we hebben bijvoorbeeld andere microfoons voor de drums gebruikt, en die klinken nu zoals drums horen te klinken. Veel metalproducties, inclusief een aantal van onze eigen releases, klinken niet zoals instrumenten horen te klinken; alles is bijgewerkt. Ik was die benadering echt ontzettend beu; het is de hele tijd maar hetzelfde. Ik wilde nu dus iets anders doen, een album dat zowel qua composities als wat betreft de sound wat meer ademt en wat meer “earthy” klinkt.
Daarmee gepaard gaat natuurlijk dat we dichter naar onze progressieve invloeden toebewogen, naar de jaren zeventig en psychedelisch spul uit de jaren zestig. Maar eigenlijk hebben we altijd al in die hoek gezeten. Ik denk dat als je een standaard metalproductie over “Heritage” gooit het album grotendeels als ‘normale’ Opeth zou klinken. Er staan zonder meer wat merkwaardigere composities op dit album, dingen die ik niet eerder gedaan heb, en het is zeker de ‘vreemde eend’ in onze discografie, maar het staat niet op zichzelf. Als je Opeth leert kennen met “Heritage” zal “Damnation” je waarschijnlijk ook aanspreken. Het geschreeuw ontbreekt, en een aantal extreme metalfans zullen dat teleurstellend vinden, maar ja, met iedere paar fans die je zo verliest win je weer nieuwe – zo gaat het nu eenmaal. Ik maak me daar geen zorgen over. Voor mij was het of dit album, of helemaal niets, en dan geef ik toch de voorkeur aan dit album.
Ben je het grunten en screamen helemaal zat? Ik besprak laatst het nieuwe Devin Townsend-album “Deconstruction”, en daaraan heb je toch een paar sublieme gruntstukken bijgedragen.
Sindsdien heb ik niet meer dat soort zang opgenomen. Ik doe het graag, maar ik ben op een punt aanbeland waar ik er geen vooruitgang meer mee kan boeken en niet meer verder kan ontwikkelen. En als je eenmaal het idee hebt dat je ergens klaar mee bent, verlies je je belangstelling ervoor. Ik heb meer interesse in dingen waarin ik nog kan groeien en beter kan worden. Maar de voornaamste reden waarom ik niet grunt op het album is omdat het niet bij de songs past. Het album is echter absoluut geen statement dat we niet meer van death metal houden. Ik luister er nog steeds graag naar, maar ik heb gewoon sinds 1996 geen goede nieuwe death metal-albums meer gehoord.
Gaan we deze verandering ook zien in jullie liveshows?
Mogelijk… We zijn er nog niet helemaal over uit wat we nu gaan spelen. We spelen nog steeds graag de heavy songs, en we wisselen al jaren af tussen de heavy nummers en het rustiger spul. Ik herinner me nog de “Damnation”-tour, toen we dat hele album speelden. Die tour beviel me echt uitstekend. Maar “Heritage” is niet zo soft als “Damnation”. Het bevat een aantal heftige momenten, en ik denk dat die live nog intenser zullen zijn. Een nummer als Hex Omega is bij vlagen ontzettend zwaar, een beetje als A Fair Judgement van vroeger [van “Deliverance”, CC]. Het is absoluut niet zo dat we ver van metal willen blijven. Het is wel zo dat anderhalf of twee uur lang songs van dit album combineren met een aantal metalsongs voor mij niet ideaal is. Ik wil niet mijn zangstem kapot maken met screams omdat dat nu eenmaal van ons verwacht wordt. We willen als band zelf bepalen wat we nu gaan doen. Het album klinkt anders dan de vorige albums, en in de toekomst veranderen we misschien nog wel eens. Ik weet nog niet wat er allemaal gaat gebeuren, maar dat is juist het spannende aan muzikant zijn. Dat is wat ik al sinds ik jong was voor ogen heb gehad.
Ik wil het ook graag even hebben over de tekstuele en conceptuele kant van het album. “Heritage” [Erfgoed] is volgens mij een hele dubbele titel: het is alsof jullie enerzijds zeggen, “dit is wat wij willen nalaten”, terwijl je anderzijds heel sterk teruggrijpt op de invloed van bands als Black Sabbath. De individuele songtitels, zoalsFamine en Folklore, zijn ook intrigerend. Zou je iets kunnen vertellen over dit aspect?
Veel van de titels die ik verzin zijn nogal open voor interpretatie. Ik zou titels kunnen verwisselen, en dan zouden ze nog steeds passen. De titels zeggen niet per se iets over de teksten van de nummers. Titels als Famine of Marrow of the Earth zijn interessanter dan gewoon 1, 2, 3, 4, 5. Ik ben dol op sommige van deze woorden; het zijn simpelweg mooie woorden die goed van de tong rollen. Mijn teksten zijn veelal nogal cryptisch; ze kunnen van alles betekenen. De teksten op dit album hebben wel een specifieke betekenis, meer dan oudere teksten. Sommige titels sluiten beter aan bij de teksten dan andere, maar doorgaans zijn het gewoon mooie woorden.
Zit er een bepaald concept of verhaal achter?
Niet echt. De titel, “Heritage”, verwijst niet zozeer naar ons erfgoed; het is meer dat wij ons wilden ontfermen over de nalatenschap van bepaalde Zweedse muziek en het spul waarmee we zijn opgegroeid, zoals hardrock uit de jaren zeventig, prog, folk, folkrock, enzovoorts. We proberen allang om dergelijke muziek voor het voetlicht te plaatsen, om vergeten bands onder de aandacht te brengen, en dat is ook hier het geval. Ik krijg zoveel inspiratie van dat soort muziek en door het verzamelen van albums. Ik ben begonnen met metal. Metal bracht de boel in beweging, maar de scene uit de jaren zestig en zeventig is wat ons gevormd heeft, zelfs op ons eerste album [“Orchid”, CC]. Dat album was niet alleen beinvloed door Dark Throne en Morbid Angel, maar ook door zat ander spul – zelfs toen, toen ik 19 was.
Mijn liefde voor die muziek houdt aan, en groeit nog steeds. Ik haal meer uit dat soort muziek dan uit metal – vooral wat betreft de hedendaagse metalscene. Ik kan daar niets meer ontdekken dat mij echt aanspreekt; ik ben het beu. Maar ik ben nog steeds een grote metalfan. Als we het nu zouden hebben over bijvoorbeeld Judas Priest of Black Sabbath of Accept zou ik er urenlang over kunnen doorgaan. Maar dat is waarmee ik ben opgegroeid, en dat is wat zijn stempel op mij heeft gedrukt. Zelfs oude death of extreme metal, zoals Morbid Angel, waardeer ik nog zeer, maar ik word er rusteloos van. Ik bevind me niet meer in die hoek. Ik ben geen extreem persoon – in ieder geval niet in dat opzicht.
Hoe verhouden de teksten van de nummers zich dan tot deze benadering? Ik zoek er waarschijnlijk teveel achter, maar je teksten klinken op een bepaalde manier literair, zonder dat je naar specifieke literaire werken verwijst, dus ik probeer te ontdekken hoe dat zit.
Voor mij zijn teksten een beetje een noodzakelijk kwaad. Ik druk mijn persoonlijkheid uit in de muziek, maar omdat we ook zang hebben, hebben we teksten nodig. Ik voel niet een bijzondere aandrang om teksten te schrijven; het is altijd iets wat ik pas op het laatst doe voordat de zang opgenomen moet worden. De teksten zijn in dat opzicht ook niet diep of betekenisvol voor anderen dan mijzelf. Ze zijn open voor interpretatie, en als iemand een regel leest en die sluit aan bij iets wat ze zelf hebben ervaren, dan heeft het nummer opeens een betekenis voor hen – terwijl wanneer ik nonsensteksten schrijf ze eigenlijk helemaal niets betekenen.
Recentelijk merk ik echter dat zelfs wanneer ik niets persoonlijks wil achterlaten in mijn teksten, dat toch onvermijdelijk is. Ik merk dat ik geen shitteksten over niets kan schrijven. Ik kan wel shitteksten over iets schrijven, maar niet meer over helemaal niks. Iedereen heeft ups en downs, en bij mij komt mijn inspiratie voor de teksten uit mijn downs. Ik heb een merkwaardig leven – een schizofreen leven. Ik doe de hele dag dit soort dingen, en dan ga ik naar huis en ga ik schommelen met mijn kinderen en ben ik een vader, moet ik barbecuen, de autobanden vervangen, dat soort gedoe. Ik overpeins dingen, ik denk na over wat iets betekent in mijn leven, over wat voor mij waarde heeft. Uiteraard zijn mijn kinderen mij veel waard, en als mijn leven een betekenis heeft zijn het mijn kinderen. Maar ik denk nog steeds na over dingen, en ik vraag me soms af hoe het kan zijn dat ik, terwijl ik alles heb wat ik begeer, nog steeds ongelukkig kan zijn. Ik heb een huis, mijn vrouw, mijn dochters – niets te klagen. Dus hoe kan het dan dat ik niet iedere seconde van de dag gelukkig ben? Dan ga je nadenken over of er misschien iets mis is, en zodra je begint te wroeten eindig je met meer vragen dan antwoorden.
Het voordeel hiervan is dat ik dan weer een paar woorden voor mijn band kan schrijven. Maar ja… de teksten. Het is niet alsof ik de behoefte voel om tekst te gebruiken als uitlaatklep. Dat is wat Bob Dylan doet. Desalniettemin voelt het soms wel goed om dingen op te schrijven op een manier dat alleen ik weet waar het echt over gaat. Maar daar moet ik mijn uitleg dan ook bij laten, want ik wil uiteraard niet bij ieder woord vertellen wat het precies voor mijzelf betekent.
Om het maar weer even over de muzikale kant te hebben: er zijn momenten op het album die niet direct citaten zijn, maar wel nadrukkelijk verwijzen naar het werk van andere bands. Hierbij doel ik bijvoorbeeld op Slither, dat ontzettend aan Rainbow doet denken. Heb je dit soort momenten bewust opgenomen in de composities?
Met name Slither is een gimmick. De werktitel was Kill the Queen, in plaats van Kill the King [een nummer van het gelijknamige Rainbow-album, CC]. Het is een eerbetoon aan Ronnie [James Dio], die een soort familie van me was. Ik heb hem maar een keer ontmoet en toen een prachtige avond met hem gehad, maar hij was zo geweldig en zo invloedrijk. Toen hij ziek werd en overleed wist ik niet hoe ik daarop zou reageren. Mensen als hij zijn constanten; ze zijn als poollichten. Je denkt dat ze er altijd zullen zijn en op een dag zijn ze er opeens niet meer.
Ik raakte nogal bezorgd over de manier waarop ik op Ronnie’s overlijden reageerde. Ik werd echt enorm gedeprimeerd – nog steeds. Ik kende hem niet, maar ik kende hem toch. Hij was onderdeel van mijn leven. Hij zit in mijn DNA. Ik heb mijn hele leven al naar hem geluisterd, en het kwam dan ook hard aan toen hij overleed. Het deed me beseffen dat sommige van de muzikanten waar ik mee opgegroeid ben er niet eeuwig zullen zijn. Hij was een van de eerste die ging. En dan heb je nog Ozzy, David Coverdale, Ian Gillan… Ik wil niet zeggen dat ze, omdat ze ouder zijn, vóór mij zullen sterven, maar de muziek zal zo leeg zijn als dat soort mensen er niet meer zijn. Ik wil dat ze blijven. Ik besef natuurlijk dat hun muziek zal blijven bestaan, en dat is enigszins een geruststelling, maar ik wil gewoon dat Ronnie nog steeds in LA in zijn huis zit en dingen doet. Slither is onze manier om te zeggen “We love you, Ronnie!”. Maar het nummer is dus een beetje een Rainbow-gimmick. Overigens is een andere Rainbow-held, Ritchie Blackmore, wel nog steeds “alive and well”. Het maakt niet uit wat hij doet. Ik heb hem zien spelen met Blackmore’s Night en ik kon niet geloven dat hij het was die daar rondliep, ademde, boos keek. Mannen als hij zijn verantwoordelijk voor mijn leven – meer dan sommige mensen die ik echt ken. Zij hebben mij meer beinvloed dan de mensen bij wie ik in de klas zat.
Nog even gauw een laatste vraag die gesteld moet worden, omdat ik nu eenmaal voor Progwereld schrijf: wiens idee was het om weer met Steven Wilson samen te werken voor dit album?
Het initiatief kwam van mij, hoewel Steven telkens zei, “ik wil het volgende album doen!” We hadden hem ook gevraagd voor “Ghost Reveries” en “Watershed”, maar hij had het altijd te druk. Maar ik heb hem altijd gezegd dat mijn deur altijd voor hem openstaat. Ik ben dol op hem, we zijn zeer goede vrienden. Ik denk dat hij een genie is en dat hij voor eeuwig zal voortleven in zijn muziek. Het is altijd aangenaam om met hem samen te werken. Nadat we de mix voor het album hadden afgerond, hebben we het werk waar we samen mee bezig waren afgemaakt. We kunnen zo goed met elkaar opschieten dat het voelt alsof hij bij de band hoort.