Monique is 37 jaar en moeder van twee zoontjes en een dochter. Ze is al weer een hele tijd gegrepen door het symfovirus en heeft ze zich helemaal op de prog gestort. Maar ja, je komt nogal wat vragen tegen. Elke maand deelt ze met de Progwereld lezers wat ze meemaakt op haar zoektocht door de wereld van de progressieve muziek.

Gitaarriff, dat vind ik wel zo’n mooi woord. Ik zou niet weten wat het betekent, maar kom het vaak tegen sinds ik in de symfo zit. Bij die term denk ik altijd aan een overweldigende gitaarsolo die gespeeld wordt op rotsen waar de woeste golven van de zee tegenaan beuken. Die solo wordt dan gespeeld door een virtuoos. Daarbij denk ik dan bijvoorbeeld aan Gandalf, een gitarist die het hippie tijdperk nog steeds niet achter zich gelaten heeft. Maar goed, hippie of niet, wat die man kan met al zijn 5 gitaren om zich heen, doen maar weinigen hem na.

Gandalf zat in het voorprogramma van The Musical Box, een rockopera waar ik al lange tijd naar uit keek. Hij zat in zijn eentje op een enorm podium, waarbij een keur aan muziekinstrumenten aanwezig was, maar die er echter zeer verlaten bij stonden. Ik had van die hele Gandalf nog nooit gehoord, maar was zwaar onder de indruk van zijn kunnen, dus ik was waarschijnlijk totaal ondersteboven van die ‘riffs’ die hij zonder enige twijfel heeft gespeeld. Al herkende ik ze niet.

Ik zat zo gekluisterd aan dat podium, dat ik het eerst amper doorhad, er klonk geroezemoes, dat duidelijk overging in aantijgingen jegens Gandalf, die beste man werd gewoon uitgefloten! Er stonden al meer mensen op die de zaal uitliepen, richting de bar om hun alcoholpromillage wat op te vijzelen. Met zeer verbaasde blik vroeg ik aan Hans, die naast me zat, hoe mensen het in hun hoofd haalden om tijdens de voorstelling zomaar de zaal uit te lopen en de boel uit te jouwen. “Monique, dit is het voorprogramma”, kreeg ik als antwoord. Pardon?

Voorprogramma? Wat nou voorprogramma! Niemand wist daar van te voren wat vanaf, ik dacht dat het spektakel al was begonnen, weet ik veel… Maar neem me nu niet kwalijk, die goede man deed daar zo zijn best en dan zijn er gewoon lui die de kuierlatten nemen! Ik vond zijn gepingel prachtig, maar ook als ik het niet mooi had gevonden, dan had ik toch het fatsoen gehad om te blijven zitten. Als ik Gandalf was geweest dan had ik gelijk een paar gigantische valse ‘riffs’ laten horen om die botte Hollanders een sneer terug te geven.

Het deed me allemaal denken aan mijn kindertijd, ik was 10 jaar oud en zat op het meisjeskoor van de plaatselijke kerk. Je mocht je aanmelden als je die bewuste leeftijd had bereikt, dus de week na mijn verjaardag stond ik met kloppend hart en verlegen koppie zachtjes mee te oefenen tussen de meiden van een jaar of twaalf, die in mijn ogen al volleerde zangeressen waren. Na een paar weken, op een zaterdagavond, mocht ik voor het ‘echie’… Ik ging meezingen tijdens de viering. Enthousiast als ik ben, zong ik vol overtuiging mijn liedjes. Totdat er op mijn schouder werd getikt, wat niet zachtzinnig gebeurde: “Wil je niet zo vals zingen!” Die tikken op mijn schouder kwamen steeds vaker en ik begreep al snel dat er geen zangcarrière voor mij was weggelegd. Ik was ten diepste gekwetst. 

Nu is dit geen vergelijking met Gandalf, hij speelt fantastisch gitaar en mijn gekras is niet om aan te horen, maar het gevoel is hetzelfde. Op zo’n moment word je gewoon overduidelijk afgewezen. Maar Gandalf zal waarschijnlijk artiest genoeg zijn om daar mijlenhoog boven te staan. En het is een veelgehoorde uitspraak dat er niets zo erg is als bijna vals zingen, dus ik doe het maar gewoon goed. 

En dus luister ik als eenzame toeschouwer naar mijn eigen zangtalent, waarvan ik echt weet dat het niet om aan te horen is en dan druk ik het nog zachtjes uit ook. Maar ik houd van zingen en trek me van niemand iets aan… totdat er weer eens op discrete wijze tegen mijn eega wordt gefluisterd dat mijn geluid zo vals is dat men er spontaan een loopoor van krijgt… Dan beperk ik me weer een tijdje tot de douchecabine en tijdens het stofzuigen in huis. Maar zelfs daar word ik aangevallen, door een klein opdondertje van 4 jaar oud, mijn bloedeigen zoon welteverstaan, die op een klagerig toontje roept: “Mama, niet zingen alsjeblieft!” Oké, ik weet genoeg, ik heb andere kwaliteiten, ik schrijf…

En wie schrijft, die blijft! Toch?

Monique
monique@progwereld.org