Interview: Hans Ravensbergen
Eindredactie: Hans Ravensbergen
Datum: 08-12-2009
Voorgoed afrekenen met het P-woord (Plackband) zal niet mogelijk zijn. Want wie zijn historie verloochent, heeft ook geen toekomst. Gepokt en gemazeld in het (muzikale) leven is het Haagse PBII vanaf 23 januari 2010 in volle glorie ’terug’ met het gloednieuwe album “Plastic Soup”. Met de reductie tot een kwartet en een doorgevoerde verjonging met de entree van bassist Harry den Hartog, is het P-boek nu gesloten. Op de laatste (mooie herfst) zaterdag van oktober bezocht ik deze Haagse vriendengroep op de tweede etage van de Haagse Popschool, om precies te zijn in de Holland Spoor Geluidsstudio van producer Chris Muller. Een alleraardigst gesprek met gitarist Ronald Brautigam, toetsenist/zanger Michel van Wassem en bassist Harry den Hartog over verleden, toekomst, soep, afval en veel muziek.
Het ontstaan van PBII
Vertel nog eens over het ontstaan van PBII.
Michel: PBII is ontstaan omdat we een nieuwe koers zijn gaan varen. Die nieuwe koers werd ten eerste bepaald door de komst van onze nieuwe virtuoze bassist Harry den Hartog. Ten tweede besloten we als viermansformatie verder te gaan waarbij ik naast de toetsen ook de zang op mij ben gaan nemen. Tegelijk was dit de gelegenheid om eens te kijken of we van dat beladen woord Plackband af konden komen en er een moderner tintje aan te geven. Op die manier konden we aan die andere koers ook een andere naam koppelen. Voor Harry was het ook prettiger omdat hij eigenlijk in een nieuwe band terecht komt. Het klinkt allemaal wat sneller en moderner en met de naam PBII geven we een knipoog naar ons verleden.
Betekent dit dat hiermee het lijntje met Plackband is doorgeknipt? Ik bedoel is PBII een doorstart van Plackband of willen jullie het P-woord niet meer horen omdat jullie daarmee aan het verleden worden herinnerd.
Michel: Inderdaad, PBII is een nieuwe band met een knipoog naar het verleden, meer niet. En we hebben ons natuurlijk ook laten beïnvloeden door nieuwe bands als bijvoorbeeld Porcupine Tree en Frost*. Van die laatste band zijn we behoorlijk gecharmeerd. Het is wat heftiger en wat verrassender vooral qua muziekstijl. Daarnaast zijn we ook aan de slag gegaan met modernere apparatuur. Kijk bijvoorbeeld maar naar de V-bass van Harry. Daarmee zet hij in het nummer Fata Morgana een melodielijn mee neer waarbij een gastbassist (John Jowitt, HR) ons verder assisteert. Dat is heel uniek. Met ons optreden met Heidi Jo Hines was Harry in het nummer It’s Your Life cello aan het spelen op zijn bas. Het is alleen te hopen dat het publiek dit begrijpt. Ze zien een bassist op het podium staan maar ze horen cello. Er zijn tegenwoordig ook zoveel (digitale) mogelijkheden die we graag willen benutten in het nieuwe PBII-jasje.
Jullie zijn door de jaren heen natuurlijk ook naar (nieuwe) muziek blijven luisteren.
Michel: Natuurlijk. Toen we in Engeland optraden en Harry er nog niet bij was hebben we met open mond staan kijken en luisteren naar Frost*. Het was voor het eerst in lange tijd dat we zoiets gehoord hadden. Een combi van modern met toch nog oude invloeden zoals Genesis. De cd “Milliontown” vonden we dan ook helemaal geweldig. Het is ook voor het eerst in tijden dat ik me weer heb laten inspireren. Dit was nog een gradatie beter dan we van veel nieuwe en best gave symfobandjes hebben gehoord. Het was iets van: jemig dat zou ik ook wel willen! Het verfrissende van Frost* komt ook van Jem Godfrey. Zijn dagelijkse werk ligt in de popmuziek, maar heeft al zijn bagage meegenomen naar de stijl waar zijn hart ligt, de prog. Volgens mij verdient hij nu zijn geld met popmuziek en doet hij zijn eigen ding met Frost*.
Zou er zonder Plackband een PBII geweest zijn? Zouden jullie elkaar zonder Plackband hebben ontmoet?
Michel: Nee, dat denk ik niet.
Ronald: Als er geen Packband was geweest dan had PBII ook niet bestaan.
Michel: Harry en ik hebben wel een link zonder Plackband. We hebben toevallig nog een keer met elkaar op het podium gestaan op de jaarlijkse gitaardag in Naaldwijk. Maar dat wist ik toen nog niet.
Ronald: In de periode dat Plackband niet speelde hebben we samen nog het project November gedaan. We zijn altijd met elkaar muziek blijven spelen, ook toen Plackband zeg maar even op vakantie was. In die zin had het wel gekund. Toen we een bassist nodig hadden zouden we best bij Harry terecht zijn gekomen. We zouden dan overigens niet PBII geheten hebben.
Michel: Zo is het eigenlijk nu ook gegaan.
Ronald: En we spelen nog steeds wat oud repertoire van Plackband omdat we dat leuk vinden om te spelen.
Harry: Dat kan natuurlijk leuk zijn voor de oude fans van Plackband die op die manier nog oude nummers terug horen. Weliswaar soms in een nieuw jasje, maar toch.
Michel: Het is geen knipoog naar de muziek uit het verleden, maar puur naar de naam. Het nummer The Good Earth is een goed voorbeeld.
Wat is typerend voor PBII?
Michel: Nou, dat we er elke dag mee bezig zijn, ha ha.
Harry: Ik zie het als dat we gebruik maken van alle mogelijkheden die er tegenwoordig zijn, qua geluid zoals de V-bass en de keyboards natuurlijk. Ik stond thuis te freaken op een bepaald geluid en toen ik dat liet horen vonden we dat we daar gelijk een nummer omheen moesten bouwen. En dat hebben we gedaan, het is het nummer Fata Morgana geworden waar John Jowitt op mee speelt. Dat is dus gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden.
Het nieuwe album: “Plastic Soup”
Jullie noemden het net al, het nieuwe album “Plastic Soup”. Hoe zijn jullie op dit thema gekomen?
Ronald: Het thema lag niet in één keer voor handen. De werktitel van het album was “Criticize The Critics”, genoemd naar een erg gaaf nummer wat ook op de cd staat. We wilden echter een titelsong hebben met een thema dat goed uitgebeeld kon worden. We hebben ons laten adviseren door een professionele communicatie adviseur. We hebben nog even gestoeid met het thema ‘friends’. We werken best veel met gasten en we zijn ook afhankelijk van vrienden om ons heen op diverse gebieden. Dat thema had meer betrekking op ons zelf, de fans kunnen daar niet zoveel mee. Bovendien hadden we ook geen nummer wat Friends heet. Toen hebben we weer gekeken naar Criticize The Critics en Oceans. Daarna ben ik zomaar eens gaan googelen op het woord ‘oceans’ en kwam bij het fenomeen ‘plastic soup’ terecht. Vanaf toen is het een soort sneeuwbaleffect geworden, want wanneer je daarmee aan de slag gaat is er zoveel over te lezen.
Er drijven in de oceaan twee velden van plastic ter grootte van de hele Verenigde Staten. Toen las ik dat er een boek was geschreven over dit onderwerp door Jesse Goossens. We hebben haar uitgenodigd, waarna zij voorstelde de handen ineen te slaan. Zij met haar boek en wij met onze muziek. Het is ook zo’n krachtig onderwerp waar we ook de media mee langs kunnen. Via de organisatie Friends Of The Earth kwam ik in contact met Stichting De Noordzee. Die hebben het thema ‘afval’ hoog op hun agenda staan en dit van af januari via georganiseerde campagnes uit te dragen. We gaan hen ondersteunen in de communicatie.
Michel: We hebben ook contact gezocht met het ministerie van VROM, waar is gebleken dat minister Jaqueline Cramer ook met dit thema bezig is. Het onderwerp ‘plastic soup’ staat zelfs op de agenda van een Europese vergadering van alle milieuministers. Zelf gaan we aan de slag om een videoclip te laten maken over dit onderwerp, waarbij we zelfs financieel geholpen worden deze te maken. Moeten we ook weer na gaan denken hoe we dit gaan maken en in beeld willen brengen. Als we uiteindelijk een gave clip kunnen maken ligt er ook weer een link naar MTV. Bij de uitgeverij van Jesse Goossens werkt een meisje wat heeft gewerkt voor MTV en het programma Goedemorgen Nederland, die dat weer kan regelen. Als wij in staat zijn een krachtige clip te maken dan kunnen we daar dus wat mee.
Het is dus duidelijk een actueel maatschappelijk thema.
Ronald: Dat klopt helemaal. Kijk, we zijn niet opeens allemaal milieuridders geworden die op de bres staan en allerlei actiegroepen op gaan richten. Wij zijn net zo goed veroorzakers, maar wanneer je met mensen en je eigen kinderen gaat praten over dit onderwerp gaat ineens wel de knop om. We zeggen dan allemaal “waar zijn we mee bezig, wat zijn we allemaal aan het doen”. Wanneer je naar de video van Charles Moore, die de plastic soup heeft ontdekt, kijkt dan hoor je hem ook zeggen dat er zoveel afval is dat we dit niet meer aan kunnen. Uiteindelijk is de oceaan de grote afvalbak van de aarde en komt alle afval wat niet wordt verwerkt door de stroming daar terecht. Die berg drijft daar vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw rond. Plastic kan ook niet afgebroken worden, het wordt wel kleiner maar komt, omdat dieren dit eten, uiteindelijk zelfs in de voedselketen terecht. Hoe meer je daar over na gaat denken hoe meer je jezelf afvraagt waarom zo weinig mensen daarvan af weten. Wanneer ik mensen vraag naar plastic soup heeft bijna niemand daarvan gehoord.
Michel: Daarom is het ook een boeiend onderwerp. Ik heb nog geen geitenwollen sokken gekocht, maar dit is zo’n omvangrijk thema met zoveel schakels. Daar kunnen we erg veel mee doen. Op deze manier kunnen we als PBII op een vrij ludieke manier een boodschap meegeven zonder overdreven te doen. We kunnen ook onze naam breder neer zetten.
Zijn jullie niet bang dat jullie hiermee in een hokje geplaatst worden? Zien ze jullie bijvoorbeeld binnenkomen met een plastic tasje.
Ronald: Daar zijn we niet bang voor. Enerzijds heb je daar wel gelijk in, we hebben het daar met elkaar wel over gehad. We willen echt niet roomser zijn dan de Paus. We gaan op onze volgende albums ook niet verder met dit thema. Het gaat erom dat je erover nadenkt. Het zal niet zo zijn dat wanneer we in een winkel staan we iets niet kopen omdat het in plastic zit, maar toch denk je er wel over na en als er een alternatief is in een milieu vriendelijke verpakking kies je daar toch voor!
Michel: Dit onderwerp sluiten we weer af. Volgende keer hebben we het misschien over de zon. We gebruiken het nu ook om onze naam wat breder neer te gaan zetten, alleen al door alle contacten die we hebben. Misschien komt er een organisatie die ons vraagt of we muziek willen maken voor bij een filmpje of documentaire. Dat staat helemaal los van onze intentie om hierna weer helemaal wat anders te gaan doen.
Ronald: We willen het nu wel uitdragen. Wanneer we daar mensen mee bereiken is dat mooi meegenomen.
Dus “Plastic Soup” is geen thematisch of concept album?
Michel: Nee, het zijn losstaande nummers die niet allemaal over het milieu gaan.
Ronald: Het is wel meer dan één nummer. Er gaan vijf nummers over dit onderwerp, waarvan twee instrumentaal en ook de soundscapes tussen de nummers gaan er over.
Hoe is het schrijfproces voor dit album verlopen?
Harry: Er stonden al een aantal ideeën en we hebben nieuwe ideeën wat verder uitgewerkt. Zo was de muziek voor Criticize The Critics al geschreven en is daar pas later de tekst bij geschreven.
Michel: De muzikale uitwerking is wel wat anders geworden omdat Harry dusdanig muzikaal is dat hij een aanvulling en inspiratiebron is voor de hele band. We hebben dus ook met zijn drieën zitten componeren, wat wel weer wat lastiger is omdat je dan drie meningen hebt. Harry heeft ook zijn inbreng met zijn synthesizerbas, allemaal heel ludiek. Dat hebben we in het verleden nooit meegemaakt.
Ronald: In het verleden componeerden Michel en ik alles samen.
Michel: We gaven toen zelfs alle dingen door aan onze vorige bassist die dat dan moest gaan spelen. Dat was prima. Qua inspiratie ligt Harry wel op een heel ander niveau als het gaat om de insteek qua muzikaliteit. Het verschil zit hem tussen functionaliteit en muzikaliteit. Voor PBII betekent deze andere benadering wel een verfrissing. Ronald en ik zitten al dertig jaar samen, Harry geeft daar ook weer een zinvolle invulling aan.
Harry: Het zijn ook niet echt compromissen. Wanneer ik met ideeën kom en de anderen vinden dat niets omdat het er op een of andere manier niet bij past, dan moet je als aandrager van dat idee gewoon zeggen: de volgende.
Michel: Zo kijkt iemand van buiten de groep, onze producer Chris Muller, hoe hij op een bepaalde manier invulling kan geven. Hij heeft ook ideeën en met knippen en plakken laat hij dat wel eens horen. Dan denken wij in eerste instantie van nou, hmmm, pffff, maar gaaf!
Ronald: Het scheelt ook dat hij twintig jaar jonger is.
Michel: Uiteindelijk beslissen we als band gezamenlijk of iets overeind blijft of niet.
Ronald: We staan allemaal open voor ideeën, dat is het mooie van deze band. Hetzelfde geldt voor de gastmuzikanten John Jowitt en John Mitchell. Die geven hun eigen ideeën aan en als je daar niet voor open staat….
Michel: Die staan dus een eind van ons af. We sturen hun de muziek op en zeggen: “hier heb je het, maak er maar een mooie solo bij”. Dan zijn wij benieuwd hoe zij dat oppakken. Zij horen een bepaalde sfeer en voegen daar hun ding aan toe. Wanneer wij dat terugkrijgen zeggen wij: goh, zo kan het dus ook!
Is er iemand binnen de band die knopen doorhakt?
Ronald: Nee, dat is niet nodig dat doe je met zijn allen. Als iemand iets niet mooi vindt dan moet je het gewoon niet doen. Je moet niet tegen je zin in dingen gaan spelen. Dat is ook het mooie van PBII, we zijn geen commerciële band, we hoeven er niet van te leven. Dus als iemand iets niet mooi vindt gaan we het anders doen. Ik vind het woord compromis eigenlijk ook niet goed, want dan heb je het idee dat je moet iets geven en iets nemen.
Harry: Een compromis is een stap te ver.
Ronald: Over het algemeen zijn we het met elkaar eens en dan kan je elkaars ideeën ook mooi blijven vinden en waarderen. Natuurlijk komt het voor dat iets anders kan, nou dan speel je het anders.
Michel: Chris Muller heeft bijvoorbeeld een ding behoorlijk anders gemaakt. Daarover lagen onze meningen wel uiteen. In dat geval ga je daar dan in middelen en kijken wat je niet goed vindt. Uiteindelijk kom je dan weer bij elkaar en dat is eigenlijk ook het spel of het gevoel wat je met elkaar deelt.
Harry: Ik zou zeggen: de chemie.
Hoe zit het tekstueel, qua schrijven van de teksten?
Michel: Schrijven ben ik heel erg slecht in.
Ronald: Het zijn eigenlijk Harry en Kees Bik (de voormalige zanger, HR) die we hebben gevraagd een aantal teksten te herschrijven, dat kan die nog erg goed. En verder is het Harry die veel teksten schrijft. Hij is de betere tekstschrijver.
Harry: Nou, ik heb anders pas voor drie nummers de teksten geschreven.
Michel: Ronald en ik kijken er meer muzikaal naar, zoals kloppen de woordjes wel op die plaatsen en klinken ze lekker, zeg maar de fonetische benadering. Harry is meer de man die de verhalen schrijft.
Ronald: Ik ben nooit zo bezig met de inhoud van de teksten. Aan de andere kant vind ik dat met dit thema wel weer boeiend.
Jullie noemden net al de gastmuzikanten John Jowitt, John Mitchell en Heidi Jo Hines. Zijn er buiten deze drie nog andere gasten?
Michel: Nou, het leuke is wel dat we grote stappen hadden kunnen maken. We hebben contact gehad met Steve Hackett en Peter Gabriel. Maar dat werd een te lastig verhaal omdat die met allerlei contracten zitten.
Ronald: Steve Hackett had al ja gezegd en wilde graag meedoen. Dat was zeker een kick, omdat hij mijn idool was en ik sterk door hem ben beïnvloed. Door allerlei omstandigheden was het nu echter niet mogelijk. Maar goed, we hebben wel de contacten gelegd en die gaan we warm houden voor de tweede cd.
Heidi Jo Hines is een grote onbekende in Nederland en zeker de progscene. Hoe zijn jullie haar tegen het ranke lijf gelopen?
Michel: We speelden op de Classic Rock Society in Engeland en daar trad zij ook op met een toetsenist. We vonden haar wel een gave stem hebben en we hebben elkaar gedag gezegd en verder niet. Daarna hebben we wat filmpjes op YouTube van haar zitten bekijken. Eén van die nummers was It’s Your Life. Dat was een nummer met wat eenvoudige gitaarakkoorden. Ik heb daar een wat ander arrangement bij gemaakt. Ik was toen in zo’n groove dat ik tot half vier in de nacht bezig ben geweest met schrijven en arrangeren. Alles klopte toen gewoon. We hebben toen alles aan haar teruggestuurd en daar was ze heel enthousiast over. Van dat nummer heb ik ook een rockversie geschreven die meer bij PBII past. Daarna kwam er nog een liedje wat ze zo mooi vond dat ze ging huilen. Ze wilde toen dat we een hele cd met haar gingen maken. Dat zagen wij om verschillende redenen niet zitten. Uiteindelijk hebben we een afspraak gemaakt dat wij een paar nummers voor haar schreven en zij een paar nummers voor ons zou zingen, waarvan er één op de Cd komt. Dat heeft weer geresulteerd in een paar optredens van haar met ons.
Maar zoals het er nu naar uit ziet is het eenmalig.
Michel: Ja, dat klopt.
Ronald: We zijn daar heel duidelijk in geweest dat dit eenmalig was.
Er zijn ook stukken opgenomen op kerkorgel. Hoe is dat idee ontstaan? Hoe is dat mogelijk geworden?
Michel: Geef daar maar zelf een antwoord op, want je was daar zelf bij, ha ha. We waren op vakantie geweest met een gezin. Zij hadden een kennis en die was priester in de Rooms Katholieke Kerk van Pijnacker. Ik ben met hem in contact gekomen en toen bleek hij ook van Pink Floyd te houden. Ik zei toen dat we van plan waren een cd te maken waarbij we graag een stuk op kerkorgel wilden hebben. Het orgel in zijn kerk is een oud Frans kerkorgel wat dateert van 1895 en heeft een onwijs gaaf geluid. Toen mochten we een keer een dagje in zijn kerk de orgelpartijen in 5.1 surround komen opnemen. Inmiddels heeft Chris Muller al wat resultaten laten horen en die waren erg goed. Je waant je net midden in de kerk wanneer je je ogen dicht doet.
En hoe verder?
Wat kunnen de mensen die komen van de cd-presentatie verwachten?
Ronald: We delen het concert in twee delen. Voor de pauze spelen we het nieuwe album integraal met de gastartiesten. In de pauze is de officiële presentatie. Daarna is er een soort van een party met allemaal leuke dingen waarbij de gasten ook nog een nummer van hun zelf laten horen waarop wij weer meedoen. Misschien gaan we nog wel jammen ook. Het belangrijkste is dat iedereen die er die avond bij is de cd en dvd gratis mee krijgt. Het geheel wordt in een milieuvriendelijk digipack uitgebracht. Op de dvd staan ook nog wat filmpjes en wat filmpjes over het thema. We hebben nog plannen om de presentatie op dvd op te nemen maar dat moeten we contractueel nog regelen i.v.m. de gastartiesten.
Wat zijn de toekomstplannen?
Ronald: Eerst de cd promoten en zoveel mogelijk optreden. We willen ook een dvd uit gaan brengen. Daarnaast veel repeteren en nieuwe nummers schrijven voor een volgende cd.
Michel: We hopen nu een weg in te slaan waarin we financieel quite kunnen spelen. We hoeven er niet schatrijk van te worden dat is iets te idealistisch. Het zou al gaaf zijn als het zich zelf terug verdient.
Hebben jullie nog wat te melden aan de lezers en bezoekers van Progwereld.
Michel: Het belangrijkste is: kom kijken op 23 januari 2010.
Als uitsmijter heb ik nog een paar keuzes voor jullie. Ik wil jullie vragen daar op te reageren.
Plackband of PBII?: Ronald: PBII.
Den Haag of ’s Gravenhage?: Harry: Den Haag (in onvervalst Haags, HR).
Paard van Troje of De Boerderij?: De Boerderij (in koor, HR)! Harry: mag het niet allebei, kom op nou….
Kerkorgel of Hammond?: Michel: Kerkorgel.
Yes of Genesis?: Harry: Yes.
ADO of FC Den Haag?: Harry: rot op met je voetbal daar geef ik helemaal niet om! Michel: ADO.
Plastic of karton?: Michel: Karton.
Toekomst of verleden?: Ronald: Toekomst.
Cd of Mp3?: Harry: Cd natuurlijk.
Voor meer informatie over het thema ‘plastic soup’ kan je terecht op de website: http://www.plasticsoup.org/en/ of de website van PBII: http://www.pb2.nl/. Informatie over het boek van Jesse Goossens kan je vinden op: http://www.jessegoossens.nl/