Prog-pop-crossover-metal met elegantie. Huh? Bestaat dat? O jee, dat wordt vast een bestuursvergadering bij Progarchives, want er moet een sjabloon op de site bijgemaakt worden.
Hoewel de Amerikaanse band Three (als 3 geschreven) sinds 1994 bestaat en al zes albums heeft afgeleverd, is dat tot op heden onopgemerkt gebleven binnen de burelen van Progwereld. Moeilijk toe te geven, maar goed; menselijk falen is ons niet vreemd. U dacht natuurlijk dat wij superieur zijn in het tippen van goede progmuziek, maar dit werkje is ons toch echt ontgaan. Gelukkig zijn er nog toegewijde, oplettende, met de tijd meegaande, veel kennis hebbende, nieuw-genre aanborende Progwereld medewerkers die toegewijd blijven speuren zodat u als trouwe lezer goed geïnformeerd blijft. Ik (be)noem verder niemand maar als uw nieuwsgierigheid is gewekt moet u gewoon even naar beneden scrollen.
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik de cd ontdekte via een collega website die de lezers informeert over metal muziek. Hoe die daar terechtkomt is raadselachtig, want de term metal is maar spaarzaam van toepassing op dit album. Terugkomend op Progwereld moet ik u bekennen dat wij al eerder in de fout zijn gegaan bij het voorgaande album “The End Is Begun”, die ook in de internationale pers hoge scores haalde. Die was progressiever in de betekenis van het woord dan deze cd dat is. Echt veel recensies van dit album heb ik verder nog niet gelezen, maar ik verwacht dat de scores nog wel eens overtroffen kunnen worden in de maanden na deze release. Reden genoeg om de cd dus aan te schaffen. Behoed u wel, dit is een cd die misschien niet bij de eerste luisterbeurt gaat leven…
Wat mag je verwachten? Three maakt een ware potpourri van rock, prog, pop, fijnzinnigheid, elegantie, progressie, erotiek, pakkende riff’s, ingenieuze melodielijnen, excelentie, en niet uit je hoofd krijgende refreinen. Pffff, zo kan ik nog wel even doorgaan. “The Ghost You Gave To me” is een zorgvuldig samengesteld album met spannende details en nummers die eens van de bewandelde paden afwijken. Door het progressieve geluid loopt ook vaak steevast een catchy melodielijn die stevig in je systeem gaat zitten maar uiteindelijk is het een cd waar je aan moet wennen.
Mastermind achter de muziek is zanger en gitarist Joey Eppard die eerst de muziek voor dit album geeft gecomponeerd en pas in het laatste stadium de teksten heeft geschreven. Niet zonder resultaat, want de teksten zijn sterk en poëtisch en dan vooral in de combinatie van die woorden. Voorbeeld van een knap staaltje schrijfwerk is het nummer Only Child. Wanneer u de cd fysiek in uw handen heeft moet u vooral de teksten van dat nummer eens nalezen en onderwijl natuurlijk luisteren naar de muziek van de track, want die is namelijk ook zeer aantrekkelijk. De beide gitaristen van de band, Eppard en Billy Riker zijn in staat de riffs een poppy geluid op een progressieve ondergrond mee te geven. Dat is ook het sterke punt van de band; ze kunnen door afwisseling zorgen voor bijzonder mooi opgebouwde en doordachte songs die veel mensen zullen aanspreken zonder dat het ergens echt mainstream of commercieel wordt. Enige uitzondering daarin is misschien het afsluitende The Barrier, die op het randje balanceert van toegankelijke poprock.
Er is veel avontuur te vinden. One With The Sun heeft bijvoorbeeld trekjes van de Beatles, The Beach Boys of in veilige progressieve termen te blijven bij een band als Moonsafari. Of neem Sparrow, het derde nummer, klinkt in het begin aanzienlijk harder maar brengt een totaal ander, zelfs opgewekt geluid. Laat ik vooral ook niet het eerste nummer na de intro vergeten. React is zo geschreven dat het lijkt of er twee verschillende songs door elkaar heen lopen, maar uiteindelijk komt de melodielijnen in het refrein als een “Quentin Tarantino film” samen, iets wat de song Sparrow overigens ook kenmerkt. Over de hele linie harder, progressiever en met knipoogjes naar Porcupine Tree is de track Numbers, die het meest in aanmerking komt voor de term metal.
De stem van Joey Eppard is niet de meest krachtige die ik ooit heb gehoord maar wel uniek in zijn soort. Eppard’s stem is vaak gevoelig, delicaat en kenmerkend en je verwacht visueel eerder een Justin Bieber achtig type dan een stoere, langharige metalhead. Eerlijkheidshalve moet ik ook zeggen dat zijn stem op verschillende momenten door de techniek wordt geholpen wanneer de dynamiek daarom vraagt of wanneer het bijna naar de vrouwelijke kant toe gaat. Vrouwelijk? Ja, dan hebben we het dus over de elegantie waar ik in mijn inleiding naar verwees. Het pakkende Pretty is een nummer waar de gratie en geilheid zowat vanaf straalt. Voor alle duidelijkheid, ik ben een rechtgeaarde hetero, maar als ik de stem van zanger Joey Eppard in het begin van dat nummer hoor, gaan mijn mannelijke zintuigen zowat rechtovereind staan. Eppard is een zanger die waar nodig zowel een softe als een scherpe stem kan opzetten.
Concluderend kan ik zeggen dat dit album niet perse een voorloper in de progscene, metal of pop gaat worden, ook geen zogenaamde ‘essentiel’, maar het brengt de diverse werelden mooi bij elkaar zonder echt zwakke momenten. Een nieuw genre is geboren: prog-pop-crossover-metal. Progarchives, here we come!
Ruard Veltmaat