Voorafgaand aan het schrijven van deze recensie zat er een prop slijm in mijn oor en wel achter m’n trommelvlies. Plopperdeplop: dat wens je je ergste vijand nog niet toe. Wat een doffe ellende. Even zag ik m’n carrière als recensent in de wilgen hangen. Gelukkig wist de huisarts raad en kwam met de juiste remedie. Het hoeft denk ik weinig betoog hoe opgelucht ik was m’n werkzaamheden voor Progwereld weer te hervatten. “Ones & Zeros: vol. 1”, de nieuwe cd van de Amerikaanse band 3rdegree, had het genoegen de maagdelijkheid van m’n schone oren op te heffen. De vraag is natuurlijk: worden mijn gehoorgangen blij van de klanken die de band maakt of hebben ze heimwee naar de prop slijm?
Om te zien hoe het album zich verhoudt tot de eerdere platen van 3rdegree is het nodig even in de geschiedenis van de band te duiken. Daar gaan we dan. Halverwege de jaren ’90 is de band al enige tijd actief met als resultaat een tweetal flink door Rush geïnspireerde albums: “The World In Which We Live” (1993) en “Human Interest Story” (1996). Vervolgens houdt men het gedurende twaalf jaar voor gezien om het in 2008 met “Narrow Caster” weer opnieuw te proberen. In 2012 verschijnt opvolger “The Long Division” en in 2015 komt het hier besproken “Ones & Zeros: vol. 1” op de markt. Deze geschiedenisles leert ons twee dingen die enorm kenmerkend zijn voor het album. Zo kan je er vanuit gaan dat de bandleden hun wilde haren al jaren geleden afgeknipt hebben. Ook kan je niet anders concluderen dan dat 3rdegree bestaat uit door de wol geverfde muzikanten. Meer dan ooit is er een perfecte balans tussen vakmanschap, eigenzinnigheid en toegankelijkheid. De band klinkt op “Ones & Zeros: vol.1” met z’n brede samenzang en z’n diep gelaagde gitaar en toetsenpartijen als een mengeling van Echolyn en Steely Dan, dit met een artrock-achtige ondertoon richting Seventh Wave. Het is een gevarieerd geheel, complex en meeslepend.
We horen thema’s die over zaken gaan als het ontstijgen van het natuurlijke leven en over de ethiek van de voortschrijdende technologie. Dit komt niet alleen tot uiting in de teksten, de muziek kent regelmatig gesproken fragmenten en computergeluiden. Dat zou een bron van ergernis kunnen zijn voor de luisteraar, waar het niet dat de band dit op integere wijze doet. Het zorgt in ieder geval voor de wat duistere kant van de plaat. Tel daar bij op dat de band met George Dobbs een sympathiek klinkende zanger als boegbeeld heeft.
Het album telt tien tracks, echter als je vijftien seconden op pad bent hou je er nog maar negen over. The Gravity en This Is The Future zijn de meest toegankelijke nummers en behoren daardoor tot mijn favorieten. Enige A.C.T. vergelijking is hier wel op zijn plaats. Denk overigens niet dat het hier om buitenbeentjes gaat. Het album is een wirwar aan pakkende melodieën en lekkere ritmes. Neem wat dat betreft het zwierige refrein van Life of het opzwepende karakter van The Best & Brightest. Een wat merkwaardig hoogtepunt vinden we in Life At Any Cost waar een modaal begin uitkomt bij een Ghostbusters-achtig riedeltje om vervolgens met prachtig gitaarspel verder te gaan in een bijzondere compositie. Er volgen een paar wat mindere nummers waarna het album afsluit met More Life, een soort reprise van het eerder op het album voorkomende Life.
“Ones & Zeros vol.1” is een prima album vol ideerijke muziek die gegoten is in bijzondere composities. In dat opzicht mogen m’n gehoorgangen niet klagen. Wel vinden mijn trommelvliezen het een beetje jammer dat ze niet zo vertroeteld worden door individuele uitspattingen. Ach, je kan niet alles hebben. “Ones & Zeros vol.1” is gewoon een lekker plaatje. Op naar volume 2.
Dick van der Heijde