Of Don’t Kill The Whale van Yes het favoriete nummer van de Duitse band Abarax is en of de gehele opbrengst richting Greenpeace gaat weet ik niet. Maar dat het op z’n minst verwonderlijk is te noemen een hele cd uit te wijden om het bestaan van walvissen te rechtvaardigen, is duidelijk. Het Duitse viertal laat geen moment onopgemerkt om hun liefde en deskundigheid wat walvissen betreft op ons te projecteren. Tekstueel zorgt dit nogal eens voor kromme tenen want teksten als: “Please spare the whale, he must live to tell this tale” uit Whale Massacre en wat te denken van “It can’t be so hard to understand without the whale there be no man” dat te vinden is in Crying Of The Whales Part II komen toch een tikkeltje ‘over the top’ over. Terwijl ik toch een behoorlijke dierenliefhebber ben, vind ik dat de heren hier een beetje aan het overdrijven zijn. In het verder goed uitgewerkte boekje kan je ook talloze foto’s terugvinden van de gevinde vrinden dus verdere uitleg van dit thema lijkt mij overbodig. Waar het bij cd’s in principe toch allemaal om draait is het muzikale gebodene en dat, beste maatjes, is prima in orde.
Deze release, van het roemruchte label Cyclops, is de eerste plaat van Abarax die vanuit de grote progvisvijver omhoog gehengeld is. Abarax is eigenlijk meer een sideproject van de iets meer bekende band Taste Of Timeless. Deze band is vooral opvallend omdat die uit vier familieleden bestaat. Het gaat hierbij om de familie Grasekamp die op “The Crying Of The Whale” fulltime vertegenwoordigd is door vader Udo en oudste zoon Dennis. Jongste telg uit de Grasekampjesclan, Andre, mag op twee nummers ook nog even de bas hanteren. De groep Abarax wordt voor dit project aangevuld met vocalist Andre Blaeute en gitarist / tekstschrijver Howard Hanks.
Je hoeft geen doorgewinterde progfanaat te zijn om er achter te komen waar Abarax de mosterd vandaan heeft gehaald. Mocht je na het beluisteren van dit, iets langer dan een zeventig minuten durende, album er niet uit komen kan je ook even het boekje nakijken want daarin staat groot beschreven dat alle eer toekomt aan de grote inspirators Pink Floyd. Dennis Grasekamp is de naam van de man die in Abarax David Gilmour mag nadoen. Nou wordt Gilmour wel vaker ‘nagedaan’, maar zelden met zoveel gevoel en kwaliteit als door Grasekamp. Minutenlange solo’s zijn eerder regel dan uitzondering en met welk gemak deze langs komen glijden, doet toch vermoeden dat we met een groot getalenteerd man te maken hebben. Lange slepende solo’s, zoals ze we zo vaak van de meester zelf hebben gehoord, vullen de kamer zonder ook maar één moment als geforceerd of krachtpatserig over te komen. Hoogtepunten genoeg voor de gitaarpuristen onder ons. De eerste echte megasolo wordt over je uitgegoten tijdens het tweede nummer. De drie en halve minuut durende solo in Journeys End gaat door merg en been, laat je verdwaasd achter alsof je net in de vijver een walvis door een brandende hoepel heen zag springen. Wat te denken van Nature Voices, dit is het stevigste nummer van de cd. Hierop gaat Dennis tekeer alsof hij persoonlijk de laatste walvis het leven probeert te redden.
Goed, een gitaaralbum dus! Nee, dat is geen goede conclusie, want er zijn nog wel meer speerpunten voor deze Duitse natuurfreaks. Zo is daar zanger Andre Blaeute. Deze man heeft een redelijk aangename stem die je het best kan plaatsen tussen Alan Reed van Pallas en Gary Brooker van Procol Harum. Tussen alle gitaarpartijen door heeft hij alle tijd om ons eens lekker bij te kletsen over het belang van walvissen. Zoals al eerder gemeld gaan de teksten van Howard Hanks soms net te ver maar als je jezelf daar even overheen zet houd je toch een zeer planktonvriendelijk meesterwerk over. Ondanks alle schitterende gitaarpartijen en de stabiele zang is er toch echt maar één verbindingsmiddel op deze cd en dat is vader Grasekamp. Toetsenist Udo staat weliswaar nimmer echt op de voorgrond, maar met zijn paneel vol met warme geluiden weet hij het geheel echt een treetje hoger op de gevoelsladder te krijgen.
Hunker je na al die Floydloze jaren naar eens iets nieuws? Ga dan genietend met een kopje levertraan over tot aanschaf van deze cd. Ga op de bank liggen en zet het geluid op tien zodat ook je norse buurman gepakt kan worden door deze warme klanken. Misschien ontdooit het zelfs je vrijgezelle buurvrouw en komt er nog wat moois van. Enfin, het moet raar lopen mocht deze cd niet in mijn jaarlijstje van 2006 voorkomen.
Sander Kok