Met “Shooting Albatros” hebben toetsenist Hew Montgomery en multi-instrumentalist Hugh Carter hun band Abel Ganz weer nieuw leven ingeblazen. Het is pas het vijfde album van de band en dat na een gat van veertien jaar. Aan dergelijke comeback albums hebben we de laatste tijd geen gebrek trouwens.
De Schotse groep, die in 1980 door beide muzikanten wordt opgericht maakt in de jaren ’80 al enige naam met zijn neo-prog. Indertijd verschijnen drie cassette albums die in 1992 door het Franse MSI-label op cd worden gezet. “Gratuitous Flash” uit 1984 kent ene Alan Reed als zanger. Bij Pallas raken ze zeer geïnteresseerd in de warme stem van de energiekeling en ze ‘kapen’ hem dan ook meteen weg, een markant moment in de neoprog-geschiedenis. Ook het album ”Dangers Of Strangers” baart behoorlijk wat opzien, temeer omdat Alan Reed er twee nummers op zingt. Wat volgt is een periode vol bezettingswisselingen waarin zelfs Montgomery de band verlaat. Het resultaat daarvan is een koerswijziging richting AOR welke te horen is op het matig ontvangen “The Deafening Silence” uit 1994. Daarna valt het doek voor Abel Ganz totdat in 2001 Montgomery en Carter de koppen weer bij elkaar steken.
Al na een jaar verschijnt “Back From The Zone”, een compilatiealbum met daarop oud werk en een tweetal nieuwe nummers. Inmiddels heeft drummer Denis Smith zich ook weer bij de band gevoegd en samen met onder anderen bassist Stevie Donnelly en gitarist David Mitchell gaat het vizier in zijn geheel op het hier te bespreken “Shooting Albatros”.
Aan deze plaat is goed te horen dat er veel tijd in is gaan zitten. Er gebeurt een heleboel. Partijtje hier, partijtje daar. Riedeltje zus, riedeltje zo. “Shooting Albatros” klinkt zeer gedetailleerd. De muziek vormt qua stijl dan ook een uitgekiend geheel van neoprog met elementen Keltische folk. Regelmatig doorkruisen instrumenten als viool, low whistle, mandoline en bouzouki het geluidsbeeld en zodoende blijft de aandacht vastgehouden. Dat is zeer gewenst omdat het album slechts bestaat uit vier lange tracks. Soms gaat de piano of de akoestische gitaar er in z`n eentje vandoor, soms ronkt het Hammondorgel er lekker op los, maar bovenal is de muziek constant een ware harmonie aan melodieën van gitaar en toetsen met broeierige zanglijnen daarover heen. Abel Ganz heeft meer dan ooit de hand op het hart gehouden.
In het openingsnummer Looking For A Platform zorgt Carter zelf voor de leadvocalen en je zal zes keer de digipack moeten uitkammen om er zeker van te zijn dat niet Sean Filkings van Big Big Train achter de microfoon heeft gestaan. Carter brengt met z’n beperkte stem namelijk een zelfde soort sfeer over. Verder verzorgt Chris Fry van Magenta een wereldmoment met de slide gitaar. Het piano-intermezzo van Jack Webb komt precies op tijd. Het vormt de perfecte afsluiting van de minuten ervoor en het is de perfecte opmaat voor het fraaie eindschot dat erna komt, een euforische finale vol toetsen en gitaar.
Prijsnummer van het album is ontegenzeglijk So Far en niet alleen omdat Alan Reed deze 23 minuten durende epic zingt. Ook op instrumenteel vlak heb je alle redenen om naar de platenzaak te snellen. De gitaar in de intro komt recht uit het symfohart evenals de vele Moogloopjes die ondanks hun gewenste aanwezigheid toch ook de muziek iets clichématigs meegeven. Chris Fry mag halverwege het nummer wederom schitteren met een wereldsolo. Hij heeft z’n plectrum flink in aanraking gebracht met de snaren in een voor Abel Ganz- begrippen tamelijk heftige solo. Het toch wel vrij brave album kan deze onstuimigheid goed gebruiken. Het vervolg is een uitermate sfeervol stuk dat compositorisch een beetje warrig overkomt. Het is de zang van Reed die het uiteindelijk toch nog bij elkaar houdt.
Sheepish is gebaseerd op een lekkere riff van gitaar en bas. Het lange instrumentale stuk verderop laat horen waar de band zo goed in is: het meesterlijk neerzetten van sfeer. Die lijn wordt uiteraard doorgetrokken in het afsluitende Ventura waar de intro tingelt als in The Cinema Show en waar de slotsolo van gitaar even grandioos als obligaat is. Het nummer is trouwens in 2002 ook al op de plaat gezet, maar ditmaal wordt het gezongen door Stuart ‘Mick’ MacFarlane, de nieuwste Abel Ganz-recruut.
Al met al is “Shooting Albatros” een zeer geslaagd comeback album waar de fans hun hart aan kunnen ophalen. De toekomst ziet er zeer rooskleurig uit voor de band, want behalve deze “Shooting Albatros” is er in 2008 ook een remaster verschenen van “The Dangers Of Strangers” en heeft men op de website aangekondigd bezig te zijn met een nieuwe cd.
Dick van der Heijde