Als je de hoes van Abramis Brama’s vierde studioalbum, “Smakar Söndag” bekijkt, lijkt het wel of je getuige bent van een gezellige potje samenspelen van Angel en Therapy? Of dat tot de aanbeveling strekt, is natuurlijk maar de vraag, maar erg veel over de muzikale inhoud van het schijfje zegt de omschrijving niet. Laten we onze aandacht dus maar even van het uiterlijk vertoon naar de muziek verleggen.
Abramis Brama (wat overigens de Latijnse naam voor de brasem is), is een Zweedse stonerrockband, waarvan het meest in het oog springende kenmerk is dat ze in hun moerstaal zingen. Sinds het vorige studioalbum, “Rubicon”, verliet drummer Fredrik Jansson de band om bij Witchcraft te gaan trommelen. Zijn plaats werd ingenomen door Trisse. Ter verhoging van de feestvreugde werd met Rob Johanssen een tweede gitarist aan de line-up toegevoegd.
De band kent enige schatplichtigheid aan oude grootheden als Black Sabbath, Cream en Uriah Heep en heeft de muzikale flair (of anti-flair?) zoals we die van genregenoten als Kyuss, Queens of the Stone Age en Witchcraft kennen: log gitaarwerk, een dreunende bas en drums die tussen subtiel en rommelig laveren.
Mijn persoonlijke interesse in deze hoek van de muziek houdt niet echt over, maar dit plaatje vind ik toch beslist niet onaardig. Abramis Brama overtuigt mij het meest wanneer ze het tempo wat opvoeren (zoals in Kylan Kommer Inifran en Vägskäl), maar de uitschieters bestaan allicht bij gratie van rustiger momenten, zoals de intro van Med Ont Försat, dat meteen het langste nummer van deze plaat is. In deze tak van sport betekent dat geen driedelig epos, maar veeleer een uitdieping van kracht en dreiging. Ook dit nummer vormt een van de hoogtepunten op het album. De vrouwenzang op het grotendeels akoestische N.E.J. is dan weer een noviteit voor de band die me maar matig kan bekoren.
“Smakar Söndag” is een fijne, stevige rockplaat van een band die meer aandacht verdient dan ze tot nu toe gegund is, of de hoes daar nu bij helpt of niet.
Casper Middelkamp