Toen Russel Allen en Mike Orlando in 2011 Adrenaline Mob oprichtten leek het in eerste instantie uit te draaien op de zoveelste (kortstondige) supergroep. Helemaal toen Disturbed-bassist John Moyer en drummer Mike Portnoy bij de club kwamen. Hoevelen zullen dit niet beschouwd hebben als het zoveelste nevenproject van de voormalig Dream Theater-drummer? Inmiddels zijn we zes jaar verder en zijn Moyer en Portnoy al lang niet meer van de partij. Portnoy werd vanwege een overvolle agenda al snel vervangen door Twisted Sister-drummer A.J. Pero. Tragisch genoeg kwam deze geweldenaar in 2015 tijdens de tour na het verschijnen van de cover EP “Dearly Departed” aan een hartstilstand te overlijden.
Nu is ‘The Mob’ terug met een nieuwe ritmesectie en een nieuw album. Bassist Zablidowsky is door Russel Allen waarschijnlijk bij het Trans-Siberian Orchestra weggeplukt, terwijl Jordan Cannata de grote onbekende is. Dat neemt niet weg dat dit nu al een buitengewoon strakke ritmesectie is en dat het lijkt alsof ze al jaren samen spelen.
De grote sterren bij het Adrenaline Mob zijn toch zoals altijd gitarist Mike Orlando, maar vooral zanger Russel Allen. Wat een ongelooflijke strot heeft deze man toch. Binnen de prog metal staat hij nog altijd op eenzame hoogte. Hij zorgt er met zijn fantastische stem voor dat dit album net dat beetje extra krijgt wat het misschien wel nodig heeft. De nummers zijn over het algemeen prima, maar nagenoeg elk nummer is een up-tempo metal nummer met strakke riffs en het nodige dubbele bassdrum werk. Het merendeel van de nummers bevat zeker lekkere melodieën en heerlijke solo’s en de liefhebbers van DGM en Fates Warning worden hier op hun wenken bediend. Toch ligt daar, zoals wel vaker in dit genre, het gebrek aan variatie een klein beetje op de loer. En dan is er gelukkig nog altijd meneer Allen die met zijn superkrachtige stem de aandacht van de luisteraar naar zich toe trekt. Hij is wat mij betreft één van de weinige zangers die met zijn stem en zijn stijl de legendarische Ronnie James Dio benadert.
Na de tragedie rond drummer A.J. Pero was het in het Amerikaanse verkiezingsjaar dat de band besloot om weer bij elkaar te komen. Wat dat betreft zijn de politieke ontwikkelingen in de Verenigde Staten in de songtitels en –teksten goed terug te horen. Zonder overigens partij te kiezen komt de algehele teneur die zich in de Amerikaanse samenleving heeft voorgedaan goed naar voren hier. Wat dat betreft is de albumhoes ook erg goed gekozen. Het enige wat echt een beetje uit de toon valt hier, is de afsluiter van het album. Gekozen is voor een cover van Billy Idol, Rebel Yell. Thematisch misschien wel goed gekozen, maar het voegt niet heel veel toe aan het origineel (wat in mijn ogen al niet echt een geweldig nummer is).
Voor de liefhebber van lekkere stevige prog metal met een uitmuntend gitarist is dit wel weer een verplicht nummertje. De fans van Russel Allen hoef ik überhaupt niet te overtuigen. Die is hier als vanouds.