Een normale band zoekt zijn inspiratie vaak in de natuur, in de contemplatie en afzondering. Of men zoekt het door veel te spelen in de nabije schuur of bij opa en oma op zolder. Niet Paul Masvidal. Deze jonge zanger/gitarist zocht zijn inspiratie bij de doden en de stervenden. Door te helpen bij een plaatselijke begrafenisondernemer en tevens muzikale therapie te geven aan stervenden, leerde hij het leven kennen door om te gaan met de dood. “Above The Buried Cry” is hiervan een reflectie en de debuut-cd van deze formatie uit Los Angeles verhandelt tekstueel de impressies die Masvidal opdeed. Vreemd is daarom dat, ondanks dit niet prettig klinkende gegeven, de zonnige kant van Californië in vrijwel alle nummers sterk naar voren komt.
Dat is ook deels begrijpelijk als je weet dat de muziek van Aeon Spoke zich wentelt rondom de invloeden van onder meer Coldplay, Muse, Pineapple Thief, Radiohead, Gazpacho en Porcupine Tree. Voeg daarbij een grote component toe van een moderne soundtrack van een gemiddelde Hollywood High-school film en je hebt een goed idee waar Aeon Spoke voor staat. Je verwacht elk moment dat Kirsten Dunst binnenkomt of dat Chris Klein stuntelig een prom binnenstapt. Wel eens opgevallen dat dergelijke films zich vaak bedienen van dit soort muziek?
‘How my mind has changed so much, but my heart’s the same’, zingt Masvidal in het mooie tweede nummer Pablo At The Park. Dat geldt ook voor de muziek. ‘Yeah I do my best’, zingt hij even later, maar ondanks de hoge kwaliteit van de composities ligt de inwisselbaarheid van de tracks op de loer. Waar bovengenoemde namen gelden als het neusje van de zalm binnen de emo-rock, verraadt Aeon Spoke zich door een zekere mate van middelmaat en nergens vertoont de band een glimpje van dat ‘meer’ dat juist deze muziek zo hard nodig heeft. Nergens het ruwe randje van Muse, de tranen van Coldplay, de straffe wind van Gazpacho, het eigenzinnige van Radiohead of het klaaglijke van Pineapple Thief. Had deze site Emowereld geheten, dan nog verwacht ik dat Aeon Spoke als tweederangs beschouwd zou worden.
De nummers zijn voornamelijk door de akoestische gitaar gevormd, terwijl de instrumentatie en arrangementen volgens het schoolboekje zijn. Alhoewel het stuk voor stuk korte en bondige composities betreft, zeuren ballads als Grace en Face The Wind te lang door. Hoogtepunt is evenwel het eveneens langzame Nothing, dat zich onderscheidt door een broeierig sfeertje en knap drumwerk van Sean Reinert. Zeker het spannende en stille middenstuk van het nummer dat me even aan de verstildheid van The Innocence Mission doet denken. Aan het einde gaat de band eindelijk los in solo’s en fraaie gitaarklanken. Ze kunnen het wel!
En zo verandert “Above The Buried Cry” in een verzameling van tien uitstekende composities, die nergens werkelijk indruk maken. Jammer, want het zijn tien mooie liedjes. Wat meer productionele durf kan Aeon Spoke voor een volgende cd echter wel redden, want het belangrijkste element (goeie liedjes) is reeds aanwezig.
Markwin Meeuws