Het Hongaarse Nemesis timmert alweer een aantal jaren aan de weg. In 2005 verlengden ze hun naam tot Age of Nemesis, na geconstateerd te hebben dat wereldwijd ten minste negen andere bands ook al de naam van de Griekse godin van de wraak gebruikten. Na enkele albums in hun moerstaal was “Eden?” hun eerste Engelstalige schijf en nu dus “Psychogeist” de tweede.
De eerste zes nummers van “Psychogeist” vormen een concept over… juist… Psychogeist. Dit is een soort horrorverhaal over een vrouw waarvan op zekere dag (ex-)man en zoon spoorloos verdwijnen, om pas na jaren weer teruggevonden te worden: de vader dood en de zoon in bezit genomen door een boze geest. De vrouw probeert zich te herenigen met haar zoon, maar ze blijkt amper tot haar door de geest beheerste zoon te kunnen doordringen. De toedracht van de dood van de vader blijft daarmee ook nog geruime tijd in nevelen gehuld. Komen moeder en zoon alsnog tot elkaar? Tja, de afloop ga ik natuurlijk niet vertellen…
Muzikaal klinkt Age of Nemesis een beetje als Dream Theater (vooral ten tijde van “Six Degrees of Inner Turbulence”) met een gothic twist, al horen we er ook wel wat jaren ’80 hardrock a la Dio in terug. Zanger Zoltan Kiss verdient credits voor zijn nagenoeg accentloze Engels. De band speelt technisch goed, maar compositorisch wordt de middelmaat vaak niet echt ontstegen. Het Psychogeist verhaal begint nogal knutselachtig (een aspect dat verder op de cd vaker opgeld zal doen) met Fate’s Door. Een betrekkelijk hoogtepunt wordt gevormd door het mid-tempo Mommy’s Crying met een sterke terugkerende instrumentale break. Psychogeist (het nummer) is een muzikale dolleman. Breaking Away besluit het Psychogeist verhaal dat in het boekje nog extra toegelicht wordt. Muzikaal was er helaas niet al te veel samenhang aanwezig, dus zonder de toelichting was dit concept waarschijnlijk totaal aan mij voorbij gegaan.
Wat overblijft zijn vijf meer op zichzelf staande nummers, waarvan de eerste en de laatste instrumentaal zijn. De instrumentaaltjes laten een enthousiaste band horen. Bovendien vormen de muzikale achtbaan Goddess Nemesis en het akoestische Awaking Minds een soort dag- en nachtcontrast. Voor het overige ervaar ik over het algemeen het gitaarwerk van Zoltan Fabian als iets te overheersend: de muziek wordt vaak op dezelfde, ietwat droge manier dicht geplamuurd, behalve daar waar de keyboards van Gyorgy Nagy de overhand nemen. Dit laatste gebeurt gelukkig ook vrij regelmatig, bijvoorbeeld in Eye of the Snake, dat wat mij betreft ook meteen het sterkste nummer van de tweede helft is.
“Psychogeist” is al met al afwisselend genoeg, maar op één of andere manier ontbreekt het de band net iets te vaak aan de juiste melodie (Abraxas) en missen de nummers net iets te vaak een stukje coherentie. Met dat al is de cd nog zeker niet slecht en voor veel liefhebbers van progmetal en de mainstreamhoek van de gothic metal zal dit album genoeg te bieden hebben. Veel zieltjes buiten de harde kern zullen er echter niet mee gewonnen worden. Niettemin verdient de band ook van die harde kern zelf (buiten Hongarije) wel iets meer aandacht dan ze op dit moment hebben. En zodra ze ontdekt hebben dat wereldwijd ten minste negen(honderd?) andere bands dergelijke muziek maken en dat het misschien allemaal iets innovatiever kan, komt er misschien nog wel wat meer erkenning.
Casper Middelkamp