Ajalon behoort tot de zogeheten ‘Christian Progressive Rock’. De bandnaam vindt zijn oorsprong in het boek van Jozua 10:12 en wil geparafraseerd zoveel betekenen als Genade, te midden van het vuur’. Interessante materie die aan de basis staat van al wat deze band bezighoudt. Het zal dan ook niemand verbazen dat men dikke maatjes is met bekende acts als Neal Morse, Iona, Rick Wakeman, Salem Hill en Glass Hammer, om er maar een paar te noemen en dit slechts ter illustratie. Tekstueel vertaalt een en ander zich vooral in een positieve boodschap met allerhande verwijzingen, doch zonder de luisteraar te overspoelen met Bijbelse termen, dit in tegenstelling tot eerdere albums. Het voordeel van een ietwat subtiel verpakte boodschap is dat de thema’s nu wat toegankelijker zijn voor een breed publiek en dat is wel zo lekker als je iets wilt overbrengen.
En een breed, symfonisch georiënteerd publiek wordt wel bereikt naar mijn mening. De muziek is warm, sfeervol, intelligent, ruim voorzien van dynamische toetsen en neigt hier en daar naar het AOR-genre. Feit dat de cd van Steve Smith een sprankelende productie heeft meegekregen, maakt hem tot een bijzonder prettige luisterplaat die het zeker in de donkere maanden goed doet. Hoewel de cd een smeuïg geheel vormt, kennen de onderlinge songs behoorlijk wat afwisseling waardoor je ook na een behoorlijk aantal draaibeurten nog steeds nieuwe elementen ontdekt. Een link kan worden gelegd met bijvoorbeeld Asia maar ook Yes komt regelmatig voorbij. Men is tevens voorzichtig schatplichtig aan The Moody Blues. Liefhebbers van hierboven al genoemde bands zullen eveneens aan hun trekken komen.
De cd kent geen enkele zwakke song, integendeel. Men pakt overwegend in mid-tempo uit, neemt ruim tijd voor instrumentale passages die nergens té lang zijn en laveert soepeltjes tussen warm, ingetogen en steviger progwerk. Daarbij is men er zelfs nog in geslaagd een piek te creëren met het negentien minuten tellende Redemption, waar een totale eenwording van individuele kwaliteiten te beluisteren is, begeleid door de adembenemende zang van Robyn Dawn die mij flink in vervoering brengt. De loodzware bas die sowieso de gehele cd een heerlijk fundament legt ronkt er hier regelmatig lustig op los, maar ook de afwisseling tussen akoestische en elektrische gitaar maakt indruk en zorgt voor luisterrijke overgangen waardoor deze lange song voorbij is eer je er erg in hebt. En wat nog te denken van de veelzijdige, zwaar aangezette toetsen die je tot spreekwoordelijke en toepasselijke hemelse hoogten brengen…
Ajalon is er uitstekend in geslaagd een duidelijke boodschap te verpakken in zeven perfect uitgewerkte symfonische progsongs die een genot zijn voor het oor. Deze heerlijk geproduceerde plaat laat overrompelend bas- en gitaarwerk horen, wil regelmatig ingetogen akoestisch klinken maar pakt net zo gemakkelijk straf rockend uit. De prominent in de mix opgenomen toetsen raken zo ongeveer elke uithoek van ons genre en spreken iedere liefhebber aan. Vernieuwend is het niet, maar wel zo goed uitgevoerd dat het gerust een progressieve – leve de contradictie – aanwinst mag heten. Doe er je voordeel mee zou ik zeggen.
Govert Krul