Het blijft toch wel merkwaardig dat België over het algemeen niet zoveel progbands heeft vergeleken met bijvoorbeeld Nederland. Pas op, begrijp me niet verkeerd, er zijn er wel degelijk enkele, maar we kunnen dit toch nergens vergelijken met de wildgroei in Nederland. Toch is er wel een proggenre waar België dan weer wel in uitblinkt en bekend om is. Weliswaar een kleiner genre maar in chamber rock is België wel top. Dat komt natuurlijk voornamelijk voort uit de Belgische vertegenwoordiger onder de originele R.I.O.-bands, Univers Zero. Deze Aksak Maboul dat tot de tweede golf van bands die R.I.O.-charter ondertekenden hoort, heeft op zich minder volgers maar is tegelijkertijd ook een voorbeeld van hoe sterk dit genre wel in de zuidelijkste der Lage Landen staat.
Over hun eerste album “Onze Danses Pour Combattre La Migraine” is een uitgebreider stuk te lezen van collega Christopher Cusack. Vervolgens kan dat ook meteen vergeten worden, want deze opvolger is totaal anders. Allereerst heeft bandleider Marc Hollander andere mensen rondom zich verzameld. Ondermeer Michel Berckmans van Univers Zero heeft een grotere rol gekregen, maar het is vooral de toevoeging van Fred Frith en Chris Cutler die grote invloed op Aksak Maboul heeft gehad. Als de twee belangrijkste leden van Henry Cow zijn zij natuurlijk legendarisch binnen de RIO/Avant-Prog en verantwoordelijk voor het opstarten van de R.I.O.-beweging.
Vanzelfsprekend hebben Cutler en Frith dan ook meteen een grote invloed op de muziek. Dat valt vooral te horen in Geistige Nacht dat toch wel wat wegheeft van de Henry Cow van “Western Culture”. Maar ook het langste nummer Cinema krijgt wat Henry Cow-trekjes maar is vooral een chamber rock-meesterwerk dat vaak erg minimalistisch wordt.
Maar eigenlijk is de muziek van Aksak Maboul ook op “Un Peu De L’âme Des Bandits” weer erg eclectisch te noemen. Het lijkt vaak zelfs alsof het woord eclectisch gewoonweg is uitgevonden om deze Belgen te beschrijven. We horen op dit album dus ondermeer chamber rock, free jazz, etnische Oost-Europese folk (toch nog een overblijfsel van het vorige album), klassieke invloeden, folklore… Toch is dit album een geheel: elke compositie hier staat op zich en staat sterk maar het is geen rommel. Je voelt wel degelijk dat dit een album is en geen verzameling van liedjes.
Over het algemeen is dit tweede en meteen ook laatste album van Aksak Maboul ook een stuk donkerder dan de voorganger. Niet dat ze meteen het niveau van Univers Zero of Art Zoyd halen in donkere muziek, maar je voelt het verschil wel degelijk. Het lijkt ook niet toevallig fagot- en hobospeler Michel Berckmans die hier voor een stuk voor verantwoordelijk is. Niet alleen is hij vooral bij Univers Zero bekend geworden met donkere muziek, maar zijn fagot en hobo zijn hier ook echt de typische instrumenten voor.
Ook met deze “Un Peu De L’âme Des Bandits” is Aksak Maboul nog steeds een buitenbeentje, ook binnen dit al te kleine hoekje van de prog. Met andere woorden, dit is niet het album of de band die ik meteen zou aanraden als je begint aan RIO/Avant-Prog. Maar voor zij die al wat meer met het genre vertrouwd zijn of de avontuurlijke muziekliefhebber is dit eigenlijk niet te versmaden. Alleen is het wel aan te raden om meteen beide albums aan te schaffen en te beluisteren.
Peter Van Haerenborgh