The Alan Bown Set, of The Alan Bown! en uiteindelijk gewoon Alan Bown is het Engelse collectief onder leiding van trompettist Alan Bown die eind jaren ’60 op zeer bescheiden schaal furore maakte in de Britse underground.
Het historische belang van de groep is dat het één van de eerste groepen was van saxofonist John Helliwell, later actief in Supertramp. Verder zijn sommige van de platen – waaronder deze – geproduceerd door Mel Collins, later saxofonist bij onder andere Camel. Clannad en King Crimson. Het meest tot de verbeelding sprekende verhaal over (the) Alan Bown (set/!) is wel dat op “Listen”, de voorgaande plaat ene Robert Palmer oorspronkelijk zong, maar dat op deze plaat echter de zangpartijen compleet opnieuw werden ingezongen door Gordon Neville.
In dat opzicht is “Stretching Out”, dat oorspronkelijk uitkwam in 1971, interessant als eerste plaat van de groep waar Neville voor het eerst aan meedeed. Helaas is “Stretching Out” de laatste stuiptrekking geweest van deze grappige formatie.
Zoals we bij “Listen” al zagen, is de muziek van Alan Bown gemakkelijk te categoriseren. De zes tracks, voor deze remaster aangevuld met één bonustrack, vallen stuk voor stuk in de onderverdeling proto-prog, dus denk aan Spring, Cressida en Indian Summer. Dus ongecompliceerde art-rock, met veel ruimte voor solo’s, een tikje jazzy, soms wat bombastisch, maar nergens echt klassiek geïnspireerd. In het geval van Alan Bown wordt er zelfs een element van de blues en country & western voorbij, vooral in de Richy Havens-cover Up Above My Hobby Horse’s Head.
Ondanks wat je zou verwachten van een band van een trompettist, met daarin tevens een saxofonist, en ook nog eens geproduceerd door een saxofonist, dat de plaat erger zou toeteren dan een jam-duo plaat van Umphrey’s McGee en Frogg Café. Maar Alan Bown is blijkbaar geen Chuck Mangione. Alleen in nota bene de Helliwell-compositie Turning Point gaat de band écht even los. Voor de rest gedraagt Bown zich nauwelijks als de trompet-ster die hij zou kunnen zijn. Dat is voor de gemiddelde progfan wel prettig. En de trompetliefhebber kan zich laven aan het fantastische spel in de titelsong Stretching Out.
Er daar zit de crux. Aan de ene kant is het fijn om te zien dat Alan Bown ten opzichte van “Listen” wat meer de ruimte neemt, wat meer de ontwikkeling zoekt. Aan de andere kant maakt dat “Stretching Out” een klein tikje vermoeiend. De composities klinken ruimtelijk, doordacht, en toch stevig en fris, maar als ik een niemendalletje als Build Me A Stage hoor, dat feitelijk beter op de voorgaande plaat had gehoord, dan moet ik constateren dat die compositie stiekem de beste track van de plaat is.
Toch zeur ik teveel, want beide platen die bekend werden onder Alan Bown zijn zeer de moeite waard, en door Esoteric weer eens aan de man gebracht. Toch wel jammer dat Esoteric geen Luisterpaal heeft. Ik zal ze eens mailen.
Markwin Meeuws