Virtuoos, technisch begaafd en meeslepend. Zomaar een paar kreten om Allan Holdsworth te introduceren bij de onwetende nieuwsgierige. De Britse gitarist is bekend van zijn werk met Soft Machine, UK, Tempest en zelfs Level 42, maar heeft deze groepen weer net zo snel achter zich gelaten als dat hij ze heeft versterkt. Niettemin drukt hij met zijn eigenzinnige spel wel een enorm stempel op de betreffende platen van genoemde bands. Zijn originele stijl bestaat uit een uitstekende combinatie van harmonie en timing, waarbij aparte melodieën vaak aparte wendingen nemen. Daarbij laat Holdsworth zich begeleiden door een keur aan muzikanten: Chad Wackerman, Ken Agaki, Alan Pasqua, Tony Williams, Jimmy Johnson, Vinnie Colaiuta. Stuk voor stuk grootheden in de (jazz-)rock en aanverwante stijlen die raad weten met het vaak grillige en snelle spel van de Engelsman.
Als Holdsworth in 1993 met Steve Hunt (toetsen), Gary Husband (drums) en Skuli Sverrisson (basgitaar) een redelijk stabiele groep heeft gevormd, wordt besloten met hen een album te maken: “Hard Hat Area” is geen soloproject, maar een bandalbum. In de vijf stukken – omringd door een Prelude en Postlude – neemt Holdsworth op gitaar en Synthaxe natuurlijk het voortouw, maar geeft ook zijn kompanen de ruimte. Zo mag Hunt in Low Levels, High Stakes beginnen met een solo, waarna Sverrisson een melodieuze bassolo speelt. Experimenten volgen in het titelnummer, met Husband op elektronische drums en Holdsworth op Synthaxe, dat hoekige bakbeest dat op gitaarsynthesizer-gebied helaas teveel het doel voorbij schiet. Dan is Tullio weer een openbaring; een stuk dat hetzelfde gevoel heeft als de beste stukken van Holdsworth’s meesterwerken “I.O.U.”, “Metal Fatique” en “Atavachron”. Met zijn spel brengt hij de intensiteit tot grote hoogten, waarin Husband zich nog het meeste als een vis in het water voelt en ook Hunt smaakvol de gitarist begeleidt.
De platen die Holdsworth in de jaren tachtig opneemt, vormen een ware ‘Rosetta Stone’ voor de gitaarliefhebber. Ze zijn net zo baanbrekend als de eerste platen van Robert Fripp en Steve Hackett. In de daaropvolgende jaren neemt zijn constante productie wat af en dat geldt ook voor de kwaliteit. Allan Holdsworth valt op voorgangers “Secrets” en “Wardenclyffe Tower” teveel in herhalingen en is vaker met techniek aan de slag dan met goede composities. Op het podium blijft hij vooralsnog een grote attractie en dat bewijst ook “Hard Hat Area”. Het live-gevoel is wat dit album zo overtuigend maakt én houdt. De paar stuurloze experimenten maar even daargelaten, is dit een prima jazz-rockplaat. Niet gemakkelijk, maar bij vlagen groots, toegankelijk en avontuurlijk. De liner notes bij deze heruitgave op Moonjune Barry Cleveland onderstrepen dat in Holdsworth’s eigen woorden: “Hard Hat Area” behoort tot zijn eigen favorieten. Ergens wel logisch, want goede smaak moet toch ergens vandaan komen. Een aanrader om eens te gaan beluisteren voor wie zin heeft in krachtige jazzrock. En, oh ja, waar blijven nou de heruitgaven van die albums uit de jaren tachtig?