Het moet ergens begin jaren ’80 geweest zijn. Met het halve voetbalteam waren we naar een concert van Camel in het Congresgebouw Den Haag geweest. Peter Bardens was vervangen door een ons onbekende toetsenist uit de VS, genaamd Kit Watkins. Tjonge, wat een virtuoos was dit! De maandag daarop in de kantine drukt Jan (de vader van Jeroen, bassist bij Within Temptation, maar dat terzijde) mij een cassettebandje in de handen. Happy The Man stond er op geschreven, vreemde bandnaam dacht ik. “Luister hier maar eens naar; dit is de Amerikaanse band van Kit Watkins…” Als symfonische bands uit de VS kende ik alleen Kansas, maar dit was totaal anders, helemaal niet wat ik verwachtte als Camel fan, hoewel er toch wel wat sfeeranalogieën waren met bijvoorbeeld “I Can See Your House From Here” (aan dit Camel album uit 1979 werkte Watkins mee). Twee jaar lang heb ik het cassettebandje links laten liggen, maar bij toeval vond ik het tijdens de voorjaarsschoonmaak terug… Jeetje, dit is toch wel gaaf hoor! De muziek viel eigenlijk met niets te vergelijken. Oké, hier en daar wat Canterbury, een toefje Gentle Giant, een scheutje fusion, wat klassieke invloeden, maar vooral Happy The Man en nog eens Happy The Man, een volstrekt eigen en unieke stijl! Dit is muziek waar je vooral ongestoord voor moet gaan zitten en zeker geen hapklare oor-in-oor-uit symfo.
De band hanteert op dit album een diversiteit aan instrumenten, hoewel de nadruk ligt op de toetsen, zoals de akoestische piano, de Rhodes, het string ensemble, maar vooral de alom aanwezige Minimoog van Watkins. Vele tracks worden in opbouw gedragen door één of meerdere blaasinstrumenten, zoals saxofoon en dwarsfluit. De nummers zijn voor het grootste gedeelte instrumentaal; vocalen zijn slechts op twee songs waar te nemen. De gitaar speelt echter een relatief kleine rol binnen de doorknede en dynamische composities van dit album. De bandleden zijn stuk voor stuk bijzonder technisch geschoold, waarbij de heren absoluut geen moeite hebben zeer gewiekst om te schakelen van ernstig sfeerrijk naar agressief dreigend en van ingetogen melodieus naar Crimsonesque disharmonieus. Ook de percussie speelt een buitengewoon aanzienlijke rol in de muziek van Happy The Man, waarbij de ritmestructuren als zeer ongebruikelijk en complex te omschrijven zijn, welhaast refererend aan het meer toegankelijke oeuvre van Frank Zappa.
Het album opent met Starborne, een heerlijk zwevend, transcendent en sfeervol nummer geschreven door Watkins; deze opmaat voor het album had zomaar muziek voor een prachtige documentaire over het gat in de ozonlaag kunnen zijn… Stumpy Meets The Firecracker In Stencil Forest is van een geheel andere orde, behoorlijk up-tempo met puntige en staccato accenten van saxofoon waarover de Minimoog onnavolgbaar soleert. Wat een belevenis! Hierna volgt het wederom redelijk ingetogen Upon The Rainbow (Befrost) en deze keer met zang, jawel! Stanley Whitaker is geen overdreven getalenteerde vocalist, maar weet toch een lekker warme zanglijn neer te vlijen, die perfect aansluit bij de sfeer van dit nummer. Fraai fluitspel opent het nummer, de Fender Rhodes pingelt er heerlijk ambient op los en een bedje van saxharmonieën completeert deze karakteristieke HTM song. En ja hoor, daar is die duivelse Watkins weer met een heerlijke Moog solo. Wat is dit toch een fantastische toetsenist! Het vierde nummer van deze plaat luidt Mr. Mirror’s Reflections On Dreams en is een klassiek aandoend muzikaal landschap gelardeerd met Grieg-achtige pianostructuren. Als de tomtoms invallen, een smeuïg basloopje aanvangt en het string ensemble haar lucide strijkersklanken blootgeeft, is het even slikken om die brok in je keel weg te werken! Het nummer vervolgt middels castagnetten, wiegende walsjes en horen we daar even later niet Steve Hackett overwaaien…? Hé, daar klinkt de altdwarsfluit van Frank Wyatt met een sprookjesachtige strofe, helaas maar eventjes. Wyatt is trouwens niet alleen een meester op de blaasinstrumenten, maar neemt ook bijna alle pianopartijen van dit album voor zijn rekening. Het nummer eindigt magistraal, bombastisch en helemaal des HTM. Carousel is inderdaad alsof je er in zit, pas maar op dat je van duizeligheid niet op je plaat gaat als je uitstapt. En die Watkins maar soleren op dat hobbelpaard (of is dat nu een gitaar…?). Als Knee Bitten Nymphs In Limbo is gestart heb je het idee dat je in New Orleans bent aangel… Nee wacht, bekijk het ook maar, ik kap ermee. Deze muziek is namelijk met geen pen te beschrijven, die moet je zelf maar ondergaan, voelen, beleven. Goed, goed… nog eentje dan: de afsluiter New York Dream’s Suite eindigt even hemels als dit magnifieke album opende.
Het alom geprezen muziekblad ‘Billboard’ schreef in 1977: “Happy The Man’s complexe en creatieve arrangementen zijn ongetwijfeld bijzonder vernieuwend, ja zelfs hypnotiserend”. En daar zit geen onvertogen woord bij. Kijk maar uit dat je niet verslingerd raakt aan de eerste klas prog van deze band…
Als ik een poging mag doen een vergelijking met huidige bands te maken, dan komt de naam van de Japanse supergroep Kenso bij me bovendrijven. Niet vreemd dat ook zij onlangs op NEARfest stonden en daar eveneens een staande ovatie kregen (zie het interview met HTM elders op deze site).
De club waar ik vroeger voetbalde bestaat helaas niet meer, maar Camel en Happy The Man zijn nog springlevend… en voor het genieten van deze twee fantastische bands ben Ãk nog steeds ‘Gelukkig De Man’.
Joop Klazinga
Aanvulling bij de heruitgave van 2012
Er is een aantal verschillende versies van dit album in omloop, naast de heruitgave van Arista is er een Amerikaanse versie op One Way Records en een Japanse uitvoering in mini-lp formaat. In 2012 bracht Esoteric Recordings een nieuwe versie van het album uit, met een uitgebreid verhaal over de ontstaansgeschiedenis van de band en het album. Deze versie bevat geen bonustracks, maar de geluidkwaliteit is wel superieur.