Alphataurus is een schoolvoorbeeld van wat Italiaanse prog begin jaren ’70 betekende: een stel bevlogen muzikanten op zoek naar nieuwe muziekvormen, zwaar beïnvloed door muziek met name uit het Verenigd Koninkrijk, maar met een sterk eigen stempel. Die zoektocht betekende natuurlijk ook dat er dwaalsporen en doodlopende steegjes werden gevonden, maar sommige tochten leidden naar heel fraaie, onontdekte gebieden.
Alphataurus mengt prachtige symfo met wat minder mooie hardrock, je hoort er ELP, Van der Graaf Generator, Deep Purple en Uriah Heep in terug, naast natuurlijk een eigen lichtheid en elegantie. Jammer dat de band maar één fatsoenlijk album heeft uitgebracht (het andere is een opgepoetste verzameling demo’s). Maar goed, “Alphataurus” is er en wie wil kan zelfs een prachtige vinyl versie aanschaffen die alleen om de hoes al de moeite waard is.
“Alphataurus” bevat vijf nummers, waarvan Dopo L’Uragano het wat muffe rocknummer is en Croma een instrumentaal niemendalletje. De andere drie stukken zijn veel interessanter en veel symfonischer. Het allermooist vind ik toch wel opener Peccato d’Orgoglio, waar vooral het orgelspel onmiddellijk aan ELP refereert. In twaalf minuten komen veel verschillende sferen en stijlen voorbij, zonder dat het geknutseld klinkt. Knap gedaan. Opvallend is ook de sterke zang van Bavaro. Als het moet rocken heeft zijn stem wel een naar galmpje, maar in de rustigere passages vind ik hem één van de beste Italiaanse zangers van die tijd. Dat hoor je ook terug in de vele koortjes waar de band gebruik van maakt.
De toetsen spelen op dit album een veel dominantere rol dan de gitaar. Niet alleen orgels, maar ook synthesizers geven de muziek het karakter. Tegelijkertijd dateren ze de muziek onverbiddelijk. Da’s niet erg, natuurlijk, vooral niet omdat Pellegrini een tamelijk briljante toetsenist is die erg fraaie solo’s kan neerleggen. Gelukkig maar, want de gitaarsolo’s van Wasserman gaan teloor in teveel wah-wah en gepiel.
Aardig zijn de verrassende overgangen, zoals de uit het niets opduikende vibrafoon in La Mente Vola en het beetje spacerock in het sluitstuk, dat me het allermeest aan Deep Purple deed denken. Het is verreweg het stevigste én meest experimentele stuk van de plaat.
Zoals met veel Italoprog het geval is: niet bepaald onmisbaar, maar toch wel heel erg leuk. En wie weet: Pellegrini en Wasserman hebben hun nieuwe band ook weer Alphataurus genoemd. Eind van het jaar zou er een nieuw album te verwachten zijn. We wachten af…
Erik Groeneweg