Ze is al ruim drie decennia werkzaam in de muziekindustrie, maar is toch voornamelijk bekend van haar muzikale betrokkenheid bij Steve Hackett. Daarbij is zij verantwoordelijk voor het feit dat die laatste het wonderschone Shadow Of the Hierophant ook live durfde te spelen. Ik heb het natuurlijk over zangeres/songschrijver/gitarist Amanda Lehmann, die zojuist haar debuut soloalbum heeft uitgebracht, een beetje laat maar beter laat dan nooit. Oké, ze bracht ooit met Eddie Deegan als het duo Wazzoon een album uit in 1994, getiteld “Through The Haze”, maar dit is haar eerste echte soloalbum. “Innocence And Illusion”, dat negen nummers bevat, bestaat uit een mix van prog, rock, ballads en elementen van jazz-blues. Zeer gevarieerd dus.
Dankzij de link met zwager Steve Hackett kon de hulp ingeroepen worden van erkende musici als Nick Magnus en Roger King op toetsen en gastoptredens van Rob Townsend op sax en Steve Hackett himself op (solo) elektrische- en akoestische gitaren en mondharmonica. Waarbij opgemerkt dat alle teksten en muziek van Amanda Lehmann zelf afkomstig zijn. Op één nummer na dan, het akoestische Where The Small Things Go, wat ze samen met haar zwager schreef.
Het is even wennen aan Lehmann’s vocalen, wiens stem in de hogere regionen op die van Kate Bush lijkt. Maar dat went snel, de mooie meerstemmige zangpartijen spreken eveneens tot de verbeelding. En dan mag ik haar gitaarspel niet vergeten, altijd gespeeld op karakteristieke rode gitaren. Of het nu elektrische solo’s zijn of melodische thema’s, zwaardere power-akkoorden of warme akoestische partijen, zij staat haar mannetje, excuus, vrouwtje. Luister maar eens naar het donkere The Watcher, met een sterke bluesriff als kern, een hoogtepunt op het nieuwe album.
Hoewel Lehmann zelf ook een behoorlijke partij toetsen- en piano speelt (ze is oorspronkelijk opgeleid als klassiek pianiste) is het toch vooral Nick Magnus die de show steelt. Magnus maakte deel uit van de oorspronkelijke begeleidingsband van Steve Hackett eind ‘70 en begin ’80 en speelt op een aantal van diens albums. Het zijn vooral zijn geïnspireerde en virtuoze partijen en orkestrale arrangementen die de luisteraar betoveren. Zoals zijn indrukwekkende bijdragen aan het instrumentale gedeelte van Tinkerbell, zijn gierende synthesizersolo op opener Who Are The Heroes? plus een heel reeks elektronische ritmes en originele Mellotronpartijen. Roger King voegt een prachtig strijkersarrangement toe aan Memory Lane, Rob Townsend doet precies genoeg op alt saxofoon, de emotionele ballade is geïnspireerd door de slopende dementie van Lehmann’s moeder.
King produceert met het zelfde gemak het geluid van een bluesy jazzband op Only Happy When It Rains, de zangerige saxsolo van Rob Townsend complementeert het nummer. Amanda en Steve Hackett spelen een gitaar duet op Forever Days met geweldig solowerk van Steve. Dat laatste nummer, een absolute topper, bevat elementen van zowel Hackett als Marillion. Het elegante akoestische gitaarspel op het afsluitende Where The Small Things Go is ook van Steve Hackett, evenals de bluesy mondharmonica op het al eerder genoemde Only Happy When It Rains. Niet slecht als je bij je debuut gebruik kunt maken van de niet geringe kwaliteiten van je legendarische zwager. De jazzy ballade Childhood Delusions wordt gedomineerd door sterk pianospel en een geweldige saxsolo van Townsend. Tenslotte meen ik in We Are One zelfs een klein beetje van Pink Floyd’s High Hopes te horen, geen slecht resultaat voor een eersteling.
Amanda Lehmann is ‘ongelooflijk trots op dit album’ en de grote verscheidenheid aan muziek, met als rode draad de reis door het leven. Ik denk dat ze terecht trots is. Hoewel de muziek doorspekt is van Hackett-achtige elementen blijft het toch vooral een soloalbum van de dame in kwestie; ze drukt haar persoonlijke stempel in ruim voldoende mate. Complimenten nog voor het hoesontwerp, een beetje in de trend van Roger Dean, van de hand van Des Walsh Illustrations.