Met een oorverdovend, snerpend geluid start Amplifier de eerste song op zijn debuutalbum. Wellicht een beetje kort door de bocht, maar deze omschrijving is kenmerkend voor het verpletterende geluid van de Britse band Amplifier. De mannen raspen vanaf minuut één je trommelvliezen met opzwepende, pretentieuze, grommende, maar soms ook mysterieuze gitaren. Knoestige drums bezorgen geen rust in het ritme en de zang val Sel Balamir is soms bezwerend , maar af en toe ook kenmerkend voor de Britse poprock. Het baswerk is vaak ondersteunend, maar ook typerend voor de vette sound.
Het uit Manchester afkomstige Amplifier is in 1999 opgericht en maakt in beginsel muziek die en mix is van Tool, Soundgarden en Oceansize. De naam is gebaseerd op de veelgebruikte en gelijknamige versterker en is niet voor niets gekozen, de band zal het instrument veel gebruiken in zijn muziek. Dit gelijknamige album wordt op 4 Juli 2004 gereleased en kent goede kritieken, ondanks dat deze in het eerste jaar spaarzaam zijn. Muzikaal gezien is het achteraf wel wat vreemd dat het album internationaal niet goed is opgemerkt door de ‘rockende’ pers, hoewel een slepende en vermoeiende relatie tussen band en label daar waarschijnlijk de grootste reden van is. Vanaf het onderschrijven van de contracten door het label en de band gaat vooral de promotie van het album niet goed, voornamelijk door een de overname van het platenlabel door Sony in hetzelfde jaar. Afspraken en verplichtingen worden door het nieuwe label niet meer uitgevoerd en de band ziet niets meer terug van de toch al kleine recettes. Door alle misère en problemen besluit de band het contract in de moed der wanhoop maar af te kopen.
Het album heeft een aantal prachtige monstertracks in de line up, maar ook wat ‘vullers’. Zo is Neon zeker niet verkeerd, maar valt wel in het niet bij nummers als het bezwerende Airborne en het volle geluid van Panzer, dat regelrechte klassiekers zijn geworden in het oeuvre van het gezelschap. Deze tracks houden namelijk je vanaf de eerste tot de laatste minuut geïnteresseerd. Ook Ufo’s klinkt fantastisch, af en toe doen de gitaarberoeringen mij denken aan The Cure, hoewel elke andere vergelijking wat mank loopt. Heerlijk mysterieus en meespelend. De Britten maken veelvuldig gebruik van pedalen en samples om het geluid dikker te maken en om zogenaamde muren van geluid te creëren. Psychedelische erupties zorgen voor een vet en intens en vol geluid, maar kunnen soms aanvoelen als een copieuze en machtige maaltijd op de maag. Ook een klein mankement aan het album is dat de aandacht voor noise, vervormingen en het uitgesponnen karakter van enkele songs nog wel eens doorslaat naar de andere kant. Het is af en toe iets teveel van het goede. In mijn geval wil dit er nog wel eens voor zorgen dat ik na één draaibeurt moet bijkomen van de commotie. Ondanks dit gegeven grijp ik regelmatig naar dit album in mijn cd kast.
Ruard Veltmaat