Waar Amplifier ten tijde van “The Octopus” nog door het leven ging als trio, is de band met dit album een kwartet geworden. Niet minder dan Steve Durose van het ter ziele Oceansize is toegevoegd aan de line-up van de band, samen met de nieuwe bassist Alexander “Magnum” Redhead, die Neil Mahony heeft vervangen. Ten opzichte van het vorige album is het voorspel (lees: promotie) van “Echo Street” tot nu toe een stuk rustiger verlopen, want “The Octopus” is met een ware media- en promotiecampagne aangekondigd en ondersteund, voornamelijk door de band zelf en fans van de band. Die selfsupporting promotie was er ook niet voor niets, aangezien de band op dat moment geen platenlabel achter zich had staan. Die enthousiaste inzet resulteerde overigens wel in een respectabele verkoopresultaat van 20.000 cd’s, in dit genre absoluut geen schande.
In eerste instantie zou “The Octopus” opgevolgd worden door een heel ander album, namelijk “Mystoria”. Maar omdat dit album wegens creatieve redenen niet op tijd af was, moest er door geldgebrek een tussenalbum komen. De gok werd genomen om met “Echo Street” het andere album te kunnen financieren. “Echo Street” is in één maand gecomponeerd en opgenomen, met compleet andere composities en inspirerende factoren, gebaseerd op de jaren negentig van de vorige eeuw.
Waar de vorige klassieker van Amplifier dus in eigen beheer is uitgebracht, is nu het prestigieuze K-skope label bereid gevonden het nieuwe album uit te geven. Sterker, volgens sterke man Johnny Wilks van K-scope is dit een type band waar het label lang naar gezocht heeft en hij is dan ook zeer opgetogen dat het nu kan samenwerken met de band uit Manchester. En die opgetogenheid is ook wel logisch. Amplifier heeft het in zich om heel groot te worden, niet alleen bij het progminnend publiek, maar bij een veel grotere groep. De muziek van Amplifier kan veel muziekliefhebbers van verschillende stromingen plezieren. Tot op heden is dat nog niet helemaal gelukt, misschien dat het nieuwe label daar dan verandering in kan brengen.
Een vroege beoordeling van “Echo Street” oordeelt dat dit werkstuk een stuk toegankelijker is dan de voorgaande cd’s. Wat ik persoonlijk kan waarderen aan Amplifier is dat de band sfeervolle passages op meesterlijke wijze kan verweven met snoeiharde riffs, zonder dat je het door hebt. Want rocken kunnen ze nog steeds, ook in dit nieuwe hoofdstuk van de excentrieke band. Waar “The Octopus” al een klein meesterwerk in de dop is, krijgt het hier zijn vervolging. Ook dit album kan nog heerlijk gruizig en ronkend klinken zoals Govert Krul al in diens recensie van “The Octopus” schrijft, maar toch meer ingetogen. The Wheel heeft overigens wel weer van die onmiskenbare kenmerken die de muziek van Amplifier ongrijpbaar maakt. Een duidelijk sequence met van die zompige gitaren die in elk haarvat van je lichaam kruipen en er vervolgens met een staalborstel niet uitgepoetst kunnen worden. En zo zijn er nog enkele tracks bijzonder sterk geschreven. In Opener Matmos krijgen we wat mij betreft gelijk de ietwat gewijzigde stijl van Amplifier al te horen, hoewel je ook kan zeggen dat het stiekem teruggrijpt naar het debuutalbum. Het is een opbouwend en melodieus nummer, met meerdere lagen en een catchy refrein waarin het aanstekelijke “nanananaa” blijft hangen in je systeem. Hoewel hier in het laatste gedeelte van het nummer de gruizige gitaren niet achterblijven, is het voornamelijk rustig opstarten van het album. Extra Vehicular is een nummer dat als soort gemaksprodukt geschreven lijkt te zijn. Het voelt fijn in de omgang, het voelt als naaste familie, als een knuffel in je bed toen je nog klein was. In de eerste vijf tot zes minuten ligt het heerlijk in je ritme, daarna wordt de muziek iets complexer. Het meerstemmige Paris In The Spring is wat mij betreft weer een evolutie in de bandhistorie, want deze kant heb ik nog niet of nauwelijks gehoord. Evenals in Between Today & Yesterday. De meerstemmige zang is bijzonder geslaagd en zo nu en dan doet mij de muziek denken aan de gloriejaren van The Beatles, hoe raar dat ook klinkt. Ook het titelnummer is geweldig, met zijn ietwat post-rockachtige benadering.
Amplifier is een band die je moet leren kennen in de omgang. Het is een band die je wellicht niet gelijk zal omarmen als je de muziek voor het eerst hoort, voornamelijk geholpen door een diffuus muzikaal profiel en de grote variatie in geluiden. De kenners van goede muziek zullen de kwaliteit gelijk herkennen, maar misschien toch een afstand voelen. Ik kan heel wat referentiekaders noemen, en dan word je nog niet veel wijzer, voornamelijk door de diversiteit van de genoemde namen. Maar linkjes met Oceansize, Mastodon, Muse, Pink Floyd, Tool en Soundgarden moeten de grote lading dekken, hoewel de band de invloeden volledig naar zijn hand zet.
De verwachtingen van “Echo Street” na “The Octopus” waren bij mij (en velen met mij) hooggespannen. Hoewel dit album qua muziek zeker nog te vergelijken is met zijn voorganger, is het wederom een heel ander album geworden, vooral na meerdere beluisteringen. Echo Street is onderhoudend, zonder zwakke momenten, maar over de hele linie wel minder heftig, minder bombastisch, minder ‘metalnized’. Desondanks zijn de climaxen in de tracks nog steeds heftig en bewonderingwaardig gecomponeerd. En waar “The Octopus” zo nu en dan je aandacht liet weg glippen (vooral door de lengte van het dubbel album), blijf je met dit album beter bij de les. Voor de fans van het eerste uur zal het ten opzichte met het debuut misschien even wennen zijn, want er zijn zowaar zelfs ‘meezingmomenten’ op de cd te vinden. Maar dat maakt wat mij betreft een grote band; de durf om afstand te nemen van de bewandelde paden uit het verleden en te experimenteren met nieuwe elementen. We kijken nu dus met nog meer interesse naar “Mystoria”, de verwachtingen zijn inmiddels hoog opgeschroefd!
Ruard Veltmaat