Thuiskomen betekent voor Anathema optreden in Liverpool. 7 maart 2015 stond de band er in de immense Liverpool Cathedral als onderdeel van een korte akoestische tournee en ruim een half jaar later wordt ons bestaan verrijkt met “A Sort Of Homecoming”, dat verschijnt als lp, als blu-ray en als cd/dvd-combinatie. Deze laatste versie werd mij ter hand gesteld, zodat ik voor deze recensie zowel de muziek als de beelden kon beoordelen.
Het jaar tevoren zag ik het gezelschap liefst drie maal in de Nederlandse concertzalen, waarvan de laatste twee concerten als onderdeel van de Distant Satellites-tour. Anathema wist drie zinderende shows neer te zetten, rockshows, waarbij de ‘nieuwe’ elektronische invloeden voor mij een positieve meerwaarde hadden en waarbij het drumspel van Daniel Cardoso, aangevuld met percussiepartijen van voormalig (?) drummer John Douglas, de muziek op een hoger plan tilde.
“A Sort of Homecoming” is echter duidelijk op een andere leest geschoeid. Cardoso wordt bedankt in het tekstboekje, maar is verder compleet afwezig, waardoor John Douglas zijn vertrouwde plek achter het drumstel weer in mag nemen. Althans, voor zover uberhaupt gedrumd wordt. De eerste vijf nummers vinden namelijk plaats in een kleine bezetting van Lee Douglas en Danny en Vincent Cavanagh en ook later zal worden teruggegrepen op deze verkleinde samenstelling.Die andere bezetting zorgt uiteraard voor verschillen. Zo wordt opener The Lost Song Part 2 met de basale instrumentatie (twee akoestische gitaren) nog veel meer gedragen door de stem van Lee Douglas dan op plaat. Sowieso is zij de laatste jaren natuurlijk bezig met een opmars, want bestond haar bijdrage voorheen vooral uit leadzang op A Natural Disaster (hier aanwezig met een stemmige cello) en wat achtergrondvocalen, vanaf “Weather Systems” (2012) is haar rol zowel op plaat als live flink toegenomen. “A Sort Of Homecoming” legt die ontwikkeling mooi vast, want hier zingt ze bijna de helft van de leadpartijen. Op het oorspronkelijk uitsluitend door Vincent Cavanagh gezongen Dreaming Light worden de vocalen nu bijvoorbeeld netjes verdeeld.
Anathema, op plaat een van de sterkere nummers, wordt hier in een klassiek jasje gestoken door de bijdragen van David Wesling op cello en Anna Phoebe op viool. Op de studioversie zijn op de achtergrond ook al wat strijkers te horen, maar Phoebe, bekend als sessiemuzikant, maar ook bijvoorbeeld van het Trans Siberian Orchestra, neemt hier met haar viool de leadpartij van de gitaar over en geeft, ondersteund door Danny Cavanagh op piano, een hele nieuwe draai aan het nummer, en een geslaagde bovendien.
Dat laatste kan helaas niet in alle gevallen gezegd worden. Anathema heeft ‘akoestisch’ kennelijk ook geïnterpreteerd als ‘zo minimalistisch mogelijk’ en lijkt soms vooral bezig met het beantwoorden van de fictieve vraag wat het minimaal noodzakelijke aantal bandleden is om een nummer mee te kunnen spelen. Of het antwoord nu ’twee’ of ‘drie’ luidt, doet eigenlijk niet echt ter zake, belangrijker is dat de zoektocht naar het antwoord het optreden niet echt ten goede komt, want waarom zou je bandleden die wel aanwezig zijn, niet willen gebruiken?
Op Distant Satellites wordt het toppunt van idioterie wat mij betreft wel bereikt: drummer John Douglas en bassist Jamie Cavanagh zijn weer naar de coulissen vertrokken en een gitaartap-loop van Danny Cavanagh zorgt voor de ritmische begeleiding. Van mijn favoriet op het gelijknamige album blijft in deze trioversie helaas weinig over. Dat dit nummer live uitstekend vertolkt kan worden heb ik met eigen oren aanschouwd, maar ontdaan van de elektronica en met een te magere ritmiek ontbeert het nummer elke vorm van spanning.
Take Shelter kent eigenlijk hetzelfde euvel, zij het dat hier zelfs slechts sprake is van het Cavanagh-duo, en gaat bovendien eindeloos door. Pas bij het zien van de beelden blijkt dat dit weer een loop van Danny Cavanagh is, die ook doorgaat nadat de band het podium reeds verlaten heeft. Met de beelden van een juichende zaal erbij werkt dit wat beter dan op plaat.
Het moge duidelijk zijn dat ik wat gemengde gevoelens bij dit album heb. Na het ook al zo ingetogen “Universal” zou ik zelf de voorkeur hebben gegeven aan een liveregistratie van een meer rockende show, een registratie die een van de ijzersterke optredens uit de Distant Satellites-tour vastlegt. Daarnaast ben ik niet zo te spreken over de keuze om sommige nummers met zo weinig mogelijk muzikanten te willen spelen, terwijl er betere alternatieven voorhanden waren, en ten slotte vind ik dat enkele nummers zich sowieso niet zo goed lenen voor een akoestische versie.
Natuurlijk is het niet allemaal kommer en kwel. Verre van zelfs, want op “A Sort Of Homecoming” valt heel veel te genieten. Van de fantastische belichting bijvoorbeeld en van de prachtige beelden die Lasse Hoile daar dan weer van heeft weten te maken. De band is gepositioneerd in de kruising van de kathedraal, tegen een achtergrond van het altaar en het waanzinnig mooie belichte (hoge) koor. “Universal” was al een van de betere concertfilms die ik ken, maar deze is wat mij betreft nog mooier.
En uiteraard valt er ook gewoon een hoop te genieten van Anathema zelf, want hoewel uit bovenstaande wellicht anders zou kunnen worden geconcludeerd, is hier gewoon sprake van een goed concert van een band die al enige tijd in de vorm van zijn leven steekt, waarbij ik als hoogtepunten het nummer Anathema en de prominente rol voor Lee Douglas zou willen noemen. Laat ik deze recensie besluiten met een tweetal wensen: dat we de komende jaren nog veel van Anathema gaan horen én dat de volgende registratie van een elektrisch concert is!