Slechts twee jaar na het meesterlijke “We’re Here Because We’re Here” is daar plots een nieuw studioalbum. De fans kunnen opgelucht ademhalen en wel om twee redenen. Ten eerste heeft het familiebedrijf er dit keer geen zes jaar over gedaan om een nieuwe plaat uit te brengen. Ten tweede is het antwoord op de vraag “is ie even goed als “We’re Here Because We’re Here” met een volmondig “ja!” te beantwoorden. Sterker nog, Anathema heeft zichzelf wederom overtroffen.
Dat is een boude bewering. Zei Steven Wilson immers niet over het vorige album dat het een van de tofste dingen was waaraan hij had meegewerkt? Wilson’s kraakheldere mix zorgde er toen voor dat die plaat een feest voor het oor was. Zijn plaats achter de knoppen is nu ingenomen door Christer-André Cederberg, die een bijzonder compliment verdient. Het geluid is wederom helder, maar tegelijkertijd een stuk warmer en meer organisch. Daardoor begint “Weather Systems” al met een kleine voorsprong.
Het is bewonderenswaardig dat de band weer een stap vooruit heeft gezet. Ze hebben zich al op vele vlakken bewezen in hun lange carrière. De degelijke doch hartverscheurende nummers van “Alternative 4” die zo sterk aan het Pink Floyd ten tijde van “The Final Cut” deden denken zullen een bijzondere plaats innemen in het hart van menig muziekliefhebber. De meer naar rock neigende platen “A Fine Day To Exit” en “Judgement” dienen als bewijs van de variatie en reikwijdte van hun kwaliteiten als songschrijvers. “We’re Here Because We’re Here” was een sprong richting een progressiever en post rock-achtiger geluid. En nu, op Weather Systems”, trekt de band de trukendoos volledig open. Wie Daniel Cavanagh al eens solo heeft zien optreden, weet dat de beste man rappe vingers heeft. De opening van Untouchable Part I doet het hoofd van de luisteraar al heftig op en neer bewegen nog voor de band invalt. Het nummer kent een voor Anathema klassieke opbouw. Enkele akkoorden die herhaald worden, terwijl de drums en gitaren langzaam aanzwellen tot een stuwende climax. Untouchable Part II lijkt in het begin een simpele, ingetogen herhaling van het eerste nummer, maar schijn bedriegt. Het is een heerlijk gelaagde coda die zelf ook weer tot uitbarsting komt. Niet met harde gitaren en stuwende drums, maar met een strijkorkest. De combinatie van de prachtige samenzang van Vincent en Lee en de strijkers toont een kant van Anathema die we nog niet zo vaak hebben gezien. Het nummer klinkt zowel melancholisch als euforisch. We kennen Anathema als een band die in het klein overtuigt (denk aan Are You There, Lost Control, Forgotten Hopes), maar hier klinkt de band groots!
Dat is dan ook de tendens van de plaat. Het is onmiskenbaar Anathema. De melancholie die de band zo kenmerkte is in grotere mate aanwezig dan op de vorige plaat, maar nu gaat het ook gepaard met grotere muzikale bewegingen. De twee sterkste nummers op dit album zijn dan ook The Storm Before The Calm (een nummer van John Douglas) en The Lost Child. De eerste begint met een stuk muziek dat lastig te omschrijven is. Een minimale progressie van geluiden die wordt gedragen door elektronische drums en effecten, ondersteund door omineuze zang. Er wordt heel bewust een spanning opgebouwd. De beste omschrijving is dat deze muziek wringt. Na een paar minuten is er plotseling stilte. Het stuk dat volgt laat op zijn beurt de luisteraar stil achter. Na rustig snarengepluk komt de spreekwoordelijke zon achter de wolken vandaag. Het strijkorkest blaast je als een dwarrelend blad omhoog, en de gitaren en zang volgen. Vincent heeft nog nooit zo goed gezongen als hier en Anathema heeft nog nooit zo groots en euforisch geklonken. Er zit zelfs een overgang in dit nummer die qua melodie erg aan “Eternity” doet denken.
The Lost Child is daarentegen weer een compacter nummer, maar het zit zo vol met prachtige melodieën dat het een van de betere nummers van het album is. Dit nummer is ook makkelijker buiten de context van het album te beluisteren, in tegenstelling tot The Gathering Of The Clouds, Lightning Song en Sunlight, die je eigenlijk niet goed los van elkaar kan zien. Maar ja, dit album vraagt dan ook wel weer zoveel van de luisteraar dat je het sowieso als geheel tot je moet nemen.
Toch valt er juist bij de middensectie van de plaat een kanttekening te plaatsen. Het is mooi dat Daniel Cavanagh zich thuis voelt in een bepaalde spiritualiteit, maar sommige van zijn teksten kan je het best omschrijven als het poëtisch equivalent van linksdraaiende yoghurt. Gelukkig is het alleen storend als je er op let en leidt de briljante muziek de aandacht genoeg af.
“Weather Systems” garandeert een enerverende luisterervaring, en de gelaagdheid van de muziek zorgt ervoor dat je na de twintigste luisterbeurt nog nieuwe nuances ontdekt. Door de gevarieerde toon van de nummers is het een album dat je bij elk weer en elk jaargetijde op kan zetten. Een blik op de discografie van deze band doet je beseffen dat ze nog nooit hebben stilgestaan. Ook nu is de nodige progressie geboekt, maar lijken de mannen een stijl te hebben gevonden waarin ze kunnen groeien. De metal hebben ze al lang achter zich gelaten en de blik staat op vooruit.
David Nummerdor