Android is een band die opgericht is in 1980 in de Universiteit van Debrecen, Hongarije. Alhoewel deze band in 2009, met tussenpozen, al 29 jaar bestaat, is dit album het debuut van deze Hongaarse band. In het mini-interview dat ik met de toetsenist mocht hebben, legt hij uit hoe dit zo is gekomen.
Ter ere van de vijftiende verjaardag van de band komt de band in 1995 weer samen voor een live concert, waarna men besluit om een aantal instrumentale composities op te nemen. Het resultaat is een audiocassette met vijftig minuten met nieuw gecomponeerde nummers gecombineerd met oud werk van Android. Het zal echter tot mei 2009 duren voordat het album, compleet gereorkestreerd en opnieuw opgenomen, op cd verschijnt.
Alhoewel ze zelf hun invloeden toeschrijven aan de Poolse band SBB, de Amerikaanse experimentele rockband Fermata, ‘old school’ rockers Yes, Pink Floyd, ELP en de keyboard/elektronica giganten Mike Oldfield, Tomita en Kitaro, maakt Android op geheel eigen wijze een unieke combinatie van deze invloeden. Op dit instrumentale album combineert Android instrumentale experimentele en klassieke progressieve rock met Avant-garde progmetal, new-age, jazz en folkloristische invloeden (snappen jullie het nog?). Ik wil hiermee eigenlijk alleen maar zeggen dat ze niet zo gemakkelijk in een hokje te plaatsen zijn. Android maakt vooral erg complexe mathematische muziek, lange symfonische instrumentale rockmuziek doorspekt met synthesizers en elektronica, waar ook de gitaarsolo’s en drums een belangrijke plek innemen (volgens mij wordt het hierdoor nog steeds niet duidelijker…).
Laat ik dan maar een voorbeeld nemen. Het album opent met een dromerige rustige sfeer, waarbij naast het geweldige toetsenspel van beide toetsenisten, allerlei instrumenten zijn te beluisteren, die zowel links als rechts door je koptelefoon razen. Een sfeertje uit “Tubular Bells” wordt neergezet, maar dan zonder de toeters en bellen. Bij Flying A Kite worden we al snel getrakteerd op heerlijke gitaarsolo’s die het keyboardgeweld trachten te overstemmen. Het titelnummer geeft dan weer een heel andere sfeer, de gitarist heeft hier duidelijk een hoofdrol. Hij wordt in dit nummer bijgestaan door een elektronische piano.
Het hoogtepunt van het album is toch wel het epische nummer XVIth Century Of Hungary. Dit ruim dertien minuten durende nummer kabbelt heerlijk rustig voort, terwijl solo’s van diverse instrumenten, klanken en toonsoorten voorbij komen. Alle geproduceerd door de synthesizers, percussiestukken of de gitaren. Het nummer kent klassieke momenten, dan weer folkloristische elementen om vervolgens symfonisch uit de hoek te komen, dan weer een spetterende gitaarsolo en vervolgens heerlijke bombastische basgitaar.
De andere epic op dit album, de afsluiter Apocrif, heeft weer een heel andere toonsoort. Hier kun je jezelf wanen op een rustieke ambiente rivier van geluiden, soms wreed verstoord door een bijna Gilmour-achtige gitaarsolo. Heerlijk!
Tja … ik hoop met bovenstaande voorbeelden een klein beetje duidelijk te hebben gemaakt waar de muziek van Android over gaat. Maar soms is het niet zo gemakkelijk om complexe experimentele eclectische muziek te omschrijven. Of zoals Martin Mull ooit zei “Writing about music is like dancing about architecture”. Ik zou zeggen als je jezelf ergens herkend hebt in bovenstaande omschrijvingen of referenties, ga deze muziek dan beluisteren en misschien kun jij het straks beter uitleggen.
Mario van Os