Op de cv van Anthony Phillips (Ant voor vrienden) prijkt nog altijd dat levensgrote feit: medeoprichter van Genesis. Dat hij alleen op de eerste twee platen aanwezig was (en vooruit: twee nummers op “Nursery Cryme” waren deels óók van zijn hand) en al ruim veertig jaar niets meer met de band te maken heeft, belemmert veel mensen niet om hem nog altijd met een zekere bewondering te beschouwen. Inmiddels heeft hij al een hele reeks studioplaten op zijn conto staan, waarvan we hier de nieuwste, nummer 27, bespreken: “Private Parts & Pieces XI: City Of Dreams”.
Aan de ‘XI’ zie je het al: het is nummer 11 in een reeks die parallel loopt naast zijn andere studioplaten. Dat zijn deels ook series, zoals de “Missing Link” serie, maar verder ook een hele reeks op zichzelf staande studioplaten. De “Private Parts & Pieces” serie bestaat vooral uit platen met experimenten, probeersels, overblijfsels en stukjes muziek voor films, documentaires en andere televisieprogramma’s.
Daarmee is meteen het manco van deze serie aangegeven. Het zijn bijna altijd losse flarden muziek, afkomstig van en bedoeld voor verschillende toepassingen, met nauwelijks enige coherentie. Phillips probeert wel elke plaat in deze serie een thema mee te geven, maar dat kan nauwelijks verhullen dat het allemaal stukjes zijn die vrijwel niets met elkaar te maken hebben.
Oké, dat is eruit, maar hoe klinkt het? “City Of Dreams” is een verzameling van 31 stukken en stukjes (het kortste klokt slechts 44 seconden) die bijzonder sfeervol zijn en het predicaat ‘ambient’ zonder meer verdienen. Mooi hoor, maar daar is alles wel zo’n beetje mee gezegd. Uit de titels haal ik helemaal niets. Piledriver? Tuscan Wedding? 39 Steps? Ik haal er willekeurig een paar uit, maar voor mijn gevoel kabbelt de muziek in elk nummer op een soortgelijke manier door. Twee titels, City Of Dreams en Midnight Train komen meerdere keren voor, I tot en met III of IV, dus ze móéten wat betekenen, maar alleen Phillips weet waarschijnlijk wát. Doe er dan een boekje bij en vertel er wat over, denk ik dan, dan gaat de muziek veel meer leven.
Hoewel Phillips van huis uit gitarist is, vooral bekend van zijn prachtige werk op de 12-snarige gitaar, waarmee hij voor een belangrijk deel het geluid van Genesis bepaalde, is dat instrument op deze cd ver te zoeken. Sterker, er is vrijwel geen ander instrument te horen dan de synthesizer, of waarschijnlijk eerder de virtuele instrumenten uit de computersoftware. Niks mis mee, maar wel een beetje eenzijdig en eentonig in deze setting, zonder de ondersteuning van andere instrumenten. Lekker om op weg te dromen, maar echt spannend wordt het nergens.
Marcel Debets