Als je van Australië naar het Byzantijnse Rijk wil liften ben je nog wel even bezig. Niet alleen moet je dan de halve wereld om, tevens zal je moeten plaatsnemen in een tijdmachine. Het Byzantijnse Rijk, dat een groot deel van het oostelijke Middellandse Zeegebied besloeg, bestond namelijk in de late oudheid en de daaropvolgende Middeleeuwen. Een flinke trip dus die alleen maar valt te maken met de duimen strak omhoog en een goed gemoed.
Met het beluisteren van “Hitchhiking To Byzantium”, de derde cd van de Australische band Anubis, is het eveneens zo. Het album vergt ook een grote portie positief doorzettingsvermogen. Het tien nummers tellende schijfje duurt maar liefst 77.43 minuten en dat is ook een lange zit. Die forse tijdsduur is in feite de scherprechter van de plaat. Voor het gemak heb ik het luistervolk even in drie groepen verdeeld.
Allereerst zijn daar de mensen die bij voorbaat al niet gecharmeerd zijn van de neoprog die de Aussies maken. De zinderende muziek met z’n dichtslippende toetsenpartijen en z’n regelmatig opduikende solo’s is aan hen echt niet besteed. Deze mensen zijn zeer waarschijnlijk al afgehaakt ten tijde van het debuut “230503” uit 2009 of ten tijde van het daaropvolgende “Tower Of Silence” uit 2011. Het zal hen een worst zijn dat het op “Hitchhiking To Byzantium” allemaal een stuk subtieler en minder gekunsteld klinkt. Eigenlijk is elke minuut voor hen er al eentje te veel.
De tweede groep is die van de twijfelkonten. Zij zullen moeten erkennen dat het dik in orde is wat de jakhalzen hier doen. Mochten zij vraagtekens zetten bij de samenhang omdat het concept niet op één verhaal gebaseerd is maar op een thema, wil ik zeggen dat “Hitchhiking To Byzantium” meer coherentie bevat dan eerdere albums. Hierdoor heeft de muziek een grote overtuigingskracht en is het niet zo’n zoek- en zwerftocht. Wat dat betreft is Anubis overduidelijk: of je haakt af of je gaat die bijna-80 minuten durende trip met hun aan.
De derde groep bestaat uit lieden waarbij de muziek van Anubis er ingaat als zoete koek. Voor hen heeft “Hitchhiking To Byzantium” heel wat genietbaars in petto. De eerste paar nummers zuigen de luisteraar als het ware zo in het album. Wat te denken van die sfeervolle opener Fade Out of van die stoïcijnse gitaar in A King With No Crown. Anubis is meesterlijk in het neerzetten van een meeslepende sfeer en doet dat een album lang. De melodische gitaarlijn in de intro van het titelnummer zorgt ondertussen voor vlinders in de buik zo niet de bronstige samenzang. Blood Is Thicker Than Commun Sence is een wat pittiger nummer met knallende basgitaar en een lekkere orgelsolo. Ook hier is de band weer niet vergeten slepende passages in te bouwen. Tightening Of The Screws mag gelden als het hoogtepunt van de plaat en dat komt vooral omdat zanger Robert James Moulding boven zichzelf uitstijgt met hoge, heldere vocalen en dat terwijl hij doorgaans toch met een randje zingt. Hij moet het dan ook meer van zijn stemgeluid dan van zijn techniek hebben. Zijn melodielijnen zijn niet verkeerd en dat maakt hem tot de juiste man op de juiste plaats. Zonder in te dutten gaat de plaat verder en voor je het weet zit je naar een epic van een kwartier te luisteren. De intensiteit is er weer buitengewoon hoog evenals de kwaliteit. Het zou de afsluiter kunnen zijn maar Anubis wil dit album op eigen manier beëindigen. Silent Wandering Ghosts is een prachtige ballade met slepend gitaarwerk in de finale. Voor de liefhebber is het appeltje-eitje met “Hitchhiking To Byzantium”. Geen minuut teveel.
Naast bovenstaande indeling is er nog de categorie ‘nieuwkomers’. Deze zal zich, lijkt me, snel verdelen over genoemde groepen omdat de muziek op het album niet echt lastig te behappen is. Vandaar dat ik deze categorie maar niet aangemerkt heb als vierde groep.
Tot slot: ik besef dat ik me behoorlijk zwart-wit heb uitgedrukt, maar dat is juist de bedoeling. Bij “Hitchhiking To Byzantium” is het erop of eronder.
Dick van der Heijde