Het schuim zit overal en dat is niet zo verwonderlijk. De heren van de Italiaanse rockband Arca Progjet bruisen namelijk op hun gelijknamige debuutalbum dat het een lieve lust is. Wat dat betreft is het niet vreemd om in gedachten een mentos-snoepje te zien afdalen in een fles cola. Daarentegen moet de beheerste manier van spelen zeker ook genoemd worden. Arca Progjet is er de band niet naar om er een zooitje van te maken.
Het kolkende goedje dat het uit Turijn komende vijftal hier uit de boxen laat spetteren is een brouwsel van symfonische hardrock met elementen neoprog, classic rock, Italiaanse pop, jazzrock en moderne prog. Het album heeft een volvet geluid, melodisch en bombastisch. Het is alsof Asia een tribute doet ten aanzien van de progband Arena met de Italiaanstalige zang van de neef van Marco Borsato. Voor hen die zich afvragen of het niet een beetje minder kan op de plaat zeg ik dat het allemaal precies op maat is. Elke partij is op z’n eigen manier prominent aanwezig en krijgt daartoe volop de ruimte. Er is dan ook sprake van een evenwichtige verdeling waardoor alles perfect past. Binnen het geluidsspectrum zit niks in elkaars vaarwater en ook de composities welke geschreven zijn door drummer Alex Jorio dan wel bassist Gregorio Verdun lopen als een trein. Beiden hebben Arca Progjet opgericht en zien de band gecompleteerd door zanger Sergio Toya, gitarist Carlo Maccaferri en toetsenist Filippo Dagrasso. Is je tong nog heel? Daarnaast kent het album enkele gastbijdragen van te weten de ex PFM violist Mauro Pagini en de Arti & Mestieri-Leden Gigi Venegoni(gitaar) en Arturo Vitale(saxofoon), klasse dus.
Het album telt tien nummers met de band in vol ornaat en een akoestisch getinte bonus track die je als chill-out kan beschouwen. De cd is een kleurrijk, enigszins door toetsen gedomineerd geheel dat op overtuigende wijze van start gaat met het vlotte Arca. Een aanstekelijk toetsenthema in de lijn van Europe’s The Final Count Down bijt het spits af gevolgd door het daadwerkelijke nummer en een wervelende jazzrock solo op sopraansax van Vitale, een stuk waar de begeleidende bassen wonderschoon zijn. Het nummer eindigt met een daverend ritme dat de nodige colabubbels zal doen opwekken.
Luisterend naar het album zal je je als gemiddeld progliefhebber over een paar niet te missen hobbels heen moeten zetten. Een aantal maal namelijk komt de band met een iets te pakkende popmelodie en ook het ritme is dan niet echt tof. Slechts enkele draaibeurten zijn nodig om hier aan te wennen, dat wel. Schuif de band niet zomaar van tafel, daar is Arca Progjet te goed voor. Neem Meta’ Morfosi dat in tegenstelling tot de matige coupletten prachtig gedragen refreinen kent of neem Cielo Nero waar een weergaloze maar veel te korte vioolsolo alle voorgaande jaja’s doet vergeten. Tel daarbij op dat de onderlaag bij Arca Progjet altijd smakelijk is. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de jazzy gitaarloopjes in het progressieve Neanderthal. Met het songfestivalachtige Delta Randevouz slaat de band wat mij betreft de plank behoorlijk mis. Waar Arca Progjet dan toch wat positieve woorden voor krijgt is dat het nummer dankzij z’n energie en uitbundigheid toch prima in de dynamiek van het album past. Oké. Een moment om naar uit te kijken is het einde van Battito d’ali waar een neoproggy toetsensolo de ruimte vult. Het wordt opgevolgd door het nagenoeg instrumentale Sulla Verticale. In dit naar mijn idee hoogtepunt van het album zit een briljant getimede sfeerwisseling, dit als het zangblokje zich aandient. Hoe effectief kan iets kleins zijn?
Het fijne van dit album is de ongedwongenheid waarop alles klinkt. Deze komt goed naar voren in de razende gitaarsolo van Un Iverzo. Wat ik bedoel te zeggen is dat dit voor de liefhebber van Italiaanse popprog een prima plaatje is. Niks meer en niks minder.
Dick v/d Heijde