Toen Arena aankondigde dat het nieuwe studioalbum “Double Vison” ging heten en uit zou komen in het jaar dat “The Visitor” twintig jaar bestond werd ik even op het verkeerde been gezet. Op “The Visitor” staat immers ook een track die Double Vision heet. Ik vermoedde dat dit nieuwe album een soort vervolg op “The Visitor” zou worden. Dat blijkt niet het geval. Dit negende studioalbum staat gewoon op zichzelf. Alhoewel… in de teksten van de epic The Legend Of Elijah Shade zitten volgens Clive Nolan tekstuele doorkijkjes naar het concept van “The Visitor”. Leuk voor de tekstuitpluizers onder ons.
De bezetting is sinds het album “The Seventh Degree Of Separation” die in 2011 het licht zag, niet meer veranderd en de band borduurt met dit album rustig verder op het pad van de stevige neo-prog. De vorige twee albums vond ik prima werkjes omdat vrijwel elk nummer iets speciaals had. Een briljant thema, een toetsenloopje dat je kop niet meer uitging of een melodielijn die bleef hangen. Geen meesterwerkjes, wel fijne albums. Dit nieuwe album ligt ook wel in die lijn, maar heeft veel minder speciaals te bieden.
Zhivago Wolf is een prima opener die niet misstaan had op het “Contagion” album. Wat direct opvalt is de sterke performance van zanger Paul Manzi. Hij past inmiddels perfect in het Arena geluid en zijn optreden is de sterkste troef van dit album. De vet aangezette Mellotron samples komen hier heerlijk uit de verf. The Mirror Lies ontpopt zich tot een meer poppy nummer met een lekker op-en-top neo-prog instrumentaal tussenstuk.
Scars is het meest interessante nummer. Dat zit hem niet in het vreselijk clichématige refrein dat begint met ‘help me!’ dat het live vast goed zal doen. Het zit hem vooral in de minutenlange felle gitaarsolo van John Mitchell. Was een held is het toch! Paradise Of Thieves is een behoorlijk recht-toe-recht-aan nummer dat (wederom) gered wordt door een uitstekende Paul Manzi dit het nummer in zijn eentje naar een hoger niveau tilt. Red Eyes en Poisoned zijn beide middelmatige songs, waarbij het laatste als beste van de twee uit de bus komt door het prettige akoestische gitaarspel en de sterke zang van Manzi.
Tot nu toe nog bar weinig voltreffers, maar gelukkig staat er nog een epic op het program. The Legend Of Elijah Shade klokt meer dan 22 minuten. Ik zou je graag vertellen dat deze typische Clive Nolan epic de plaat helemaal op laat leven, maar dan zou ik liegen. Ik kan er kort over zijn, dit is de meest oppervlakkige epic die de band ooit maakte. Het is ronduit saai op de finale na, die is namelijk wel geweldig. Een epic die ontstaan lijkt door middelmatig knip- en plakwerk. Tuurlijk heeft het best zijn momenten, maar het is allemaal zo standaard en voorspelbaar dat je er niet warm of koud van wordt.
Als je dan de balans opmaakt kan ik niet anders dan dit album het predicaat ‘teleurstellend’ mee te geven. De band maakte de beste albums toen ze zich nog samen opsloten in de studio om zo het beste bij elkaar naar boven te halen. Nu wordt alles efficiënt samengevoegd vanuit verschillende huisstudio’s. Wellicht is het dat dat de creativiteit er grotendeels uithaalt? Ik weet het ook niet. De band heeft nog krediet zat, maar “Double Vision” is dubbel matig.
Maarten Goossensen