Arena sloeg met het debuutalbum “Songs From The Lions Cage” in 1995 voor mij en vele anderen in als een bom in het tot dan toe ongerepte (neo) progrock land. Niet dat het vernieuwend of baanbrekend was, nee verre van dat. Alle neo progressieve elementen en symfonische aspecten die oprichter en toetsenist Clive Nolan in zijn bagage had, zoals we nemen Pendragon, Casino, Strangers On A Train of Shadowland, zitten er allemaal weer in.
Medeoprichter Mick Pointer loopt, na al die jaren niet op het podium te hebben gestaan, nog steeds niet over van talent en drumt nog steeds dezelfde beats en fills als op dat ene memorabel album van Marillion waarin hij speelt dat luistert naar de naam “Script For A Jester Tears”. Met een bassist en gitarist die het veld na dit album al weer ruimden en het opnemen in drie verschillende studio’s vraag je je af waar het magische van dit album dan in zit.
De vele Bijbelse verwijzingen in de titels en teksten zouden niet beperkt blijven tot dit album en kan het niet alleen zijn. De albumhoes verbeeldt de strijd van de menselijke vechter die als eenling tegenover de rest, in dit geval de leeuwen in de arena, zeer treffend waar het album over gaat.
Voor mij zit de verklaring in het feit dat dit het album is waar de melodieuze neo progressive rock voor het eerst een succesvolle mix maakte met een duister metal randje. Geen een overheerst het andere maar samen maken ze het verschil. Productioneel werd het kenmerkende hoog geluid zoals mede neo proggers als IQ in die tijd ook kenmerkte in de eindmix in de Abbey Road studio’s verlaagd en kregen de bas en drums meer zwaarte mee waardoor er meer balans in het geluid optrad. Hiermee snoepte Arena van meerdere walletjes en boorde men en passant nieuwe fans aan. Een beetje metal fan kan zich prima vinden in diverse stevige memorabele gitaaruithalen, terwijl de symfonische dromers onder ons zich helemaal kunnen onderdompelen in de melodieuze neo prog dat als een warm bad aanvoelt.
Het maakt natuurlijk ook een groot verschil dat de lange nummers het predicaat goed tot zeer goed verdienen, live staan als een huis en garant staan voor een paar bekende meezingers en vele handgeklap ondanks dat er geen single-hitje in zit.
Maar pas op, er is nog meer!
Tactisch staan de in vier delen opgesplitste Cry For Help versies om de andere prog pareltjes gepositioneerd. Zo ontstaan er mooie instrumentale rustmomenten en wordt een natuurlijke opbouw gecreëerd. In Part I betovert een akoestisch gitaar ons oor en in Part II is het een klavecimbel die mij ontroert. Part III is een piano die de toon zet en langzaam eindigt met een overgaande telefoon die stamt uit het pre-smartphone tijdperk. Het wachttoontje met als voicemail de intro van Midas Vision zorgt voor een van de beste, zo niet sowieso een van de origineelste, overgangen naar een ander nieuw nummer te weten… Midas Vision!
Met het gezongen part IV zijn al heel slim verschillende thema’s je hoofd binnengedrongen en komt alles tezamen met een heerlijke gitaarsolo van Steve Rothery dat zo op een willekeurig Marillion nummer had kunnen staan.
De vele gitaarsolo’s in alle andere nummers behoren tot het beste wat Arena heeft gecomponeerd ook al speelt ene John Mitchell nog niet op dit album. Maar goed dat er niet de geplande paar duizend kopieën van dit album verkocht werden maar uiteindelijk meer dan 35.000. De planning was dat Mick en Clive namelijk het bij dit ene album zou laten. Gelukkig volgde door dit verkoopsucces nog vele gedenkwaardige albums.
Jos Driessen