De verrassing was groot in 1996, toen op het Transmission label ineens een mysterieuze cd verscheen met een vraagteken op de psychedelisch getinte hoes. Van wie was toch dit schijfje afkomstig? Dat bandje dat zich vol overgave stort op popliedjes uit de gouden eeuw van de drie-minuten-popmuziek? Uw schrijver kreeg de gouden tip vlak nadat “Strange Hobby” in de winkels lag, maar had aan zijn journalistieke geheimhoudingsplicht te voldoen; de figuurlijke pek en veren zou hem ten deel vallen, mocht hij zijn mond voorbij praten. Later dat jaar sijpelt toch naar buiten dat de eenmansband Arjen Lucassen dit album op zijn geweten heeft. Op zich verbaast niemand zich daarover, maar verrassend is het allemaal wel.
Lucassen, gitarist, oud-lid van Bodine en Vengeance, bracht in 1993 dat prachtige en geflopte debuut “Pools Of Sorrow – Waves Of Joy” op zijn eigen naam uit, waarna hij zich stortte op het ambitieuze Ayreon-project. “Strange Hobby” kan gezien worden als zijn tweede soloplaat en dat wordt nu in 2016 bevestigd door een heruitgave op diens eigen label Aluca. Arjen maakt er nu geen geheim meer van; zijn eigen naam prijkt nu meerdere malen op het hoesje. Daarmee is het de derde cd die onder zijn eigen naam wordt uitgebracht. Aan de cd zijn enkele extra tracks toegevoegd. Een paar daarvan zijn ten tijde van de originele release uitgebracht op de, inmiddels zeldzame, cd-single van Pictures Of Matchstick Men.
De verrassing mag er dan van af zijn, toch staat “Strange Hobby” nog steeds als een huis. Coveren is voor de meeste musici tof om te doen, maar goede covers vallen pas op als ze met dezelfde integriteit zijn gemaakt als het origineel, maar nét even anders. Dat is precies het geval op dit album. Naast klassiekers van The Beatles, The Kinks en The Move stoft Arjen memorabele liedjes af van Pink Floyd (See Emily Play en Arnold Layne), The Monkees (Daydream Believer), The Hollies (Bus Stop) en The Who (Boris The Spider). Hij stopt ze vervolgens in een eigen, redelijk stevig jasje. Productioneel gezien liggen ze in de lijn van de eerste Ayreon-platen.
De keuzes liggen niet in alle gevallen voor de hand (The Box Tops, T. Rex) en dat maakt dit project nog steeds zo de moeite waard. Hier is een kenner aan het werk. Lucassen had halverwege jaren negentig de tijd en de mogelijkheden om dit album in eigen studio op te nemen en op zijn manier de jeugdhelden te eren, inclusief wat productionele trucjes. De arrangementen zijn af en toe wel erg aan de stevige kant, zoals in I Want You en Ruby Tuesday. Anders dan Todd Rundgrens “Faithful” gaat de in 1960 geboren Lucassen voor het volle pond en geeft in ruim een uur tijd op eigen wijze een belangrijke masterclass over popmuziek in de jaren zestig. De liedjes die in zijn ogen (of zoals je wilt: oren) duidelijk de muzikale achtbaan uit die tijd laten horen, zowel vanuit Groot Brittannië als Amerika.
Evenals in 1996 valt één ding wellicht op: waarom heeft Lucassen niet tenminste één liedje van eigen bodem gecoverd? Een klassieker van The Motions, Golden Earrings of Group 1850 had zeker niet misstaan tussen al dit moois. Niettemin is “Strange Hobby” een ware labour of love en wint het op het punt van de afwisseling in materiaalkeuze. Deze cd is niet alleen voor Lucassen/Ayreon-completisten een must have, ook voor wie de betere popmuziek uit de jaren zestig een warm hart toedraagt is dit een plaat om met veel plezier op te zetten.