Horror! Keith Relf, legendarisch zanger en harmonicaspeler bij de Yardbirds en oprichter van Renaissance, werd op 14 mei 1976 geëlektrocuteerd door zijn niet goed geaarde elektrische gitaar. Ik moet er niet aan denken, en daarmee tevens een wijze les voor beginnende gitaristen.
Hij was in de jaren zeventig tevens actief in de proto-hardrock-formatie Armageddon, wiens debuut en enige langspeler een blauwe maandag aandacht kreeg in de persen in die tijd. De formatie kende verder gitarist Martin Pugh en bassist Louis Cennamo (beiden ex-Steamhammer) en drummer Bobby Caldwell (ex-Captain Beyond).
De enige plaat van de formatie, het in 1975 uitgekomen “Armageddon” gedraagt zich als een zo’n typische protoprog, hardrock-achtige plaat, eigenlijk vijf jaar te laat uitgekomen, dus waarschijnlijk al gedateerd klinkend bij het moment van verschijnen. Buzzard opent gelijk voortvarend met zalig stuwend drumwerk van Caldwell, een laag heerlijke gitaren van Pugh en de roestige stem van Relf zelf. Gelijk heb je al door dat de legendarische status die deze debuutplaat heeft gekregen, absoluut verdiend is. Het klinkt zowel Led Zeppelin als Uriah Heep-achtig en kan de vergelijking met beide bands gemakkelijk aan.
Silver Tightrope, een ietwat langdradige, maar prachtige ballad, bevestigt alleen maar de hoge klasse van de groep. Het is tragisch dat het slechts bleef bij deze ene plaat. Paths And Planes And Future Gains kent weer het stuwende en driftig doorbeukende geluid van het openingsnummer. Het lijkt warempel wel stonerrock, en je hoort plots waar bands als Monster Magnet en Queens Of The Stone Age hun inspiratie vandaan hebben gehaald. Een pluim verdient ook bassist Cennamo in dit nummer.
Het heerlijke Last Stand Before, met zijn haast hypnotiserende ritmes, kenmerkt zich naast de prachtige melodieën ook door de zalige mondharmonicasolo van Relf. Het enige nummer van de plaat dat werkelijk progressief of symfonisch te noemen is, is de suite Basking In The White Of The Midnight Sun. Hoewel het niet het beste nummer van de plaat is, kent het prachtige melodieën en een te gekke gitaarsolo van Pugh halverwege, zijn beste van de plaat. En de onmiskenbare sound van Armageddon, zo knap neergezet vanaf de eerste tel van Buzzard, blijft tot het einde toe gehandhaafd.
Het tragische lot van Keith Relf heeft de status van de plaat “Armageddon” wat goed gedaan, maar al was de beste vent nog steeds in ons midden, dan was de plaat ongetwijfeld net zo gewaardeerd. Dit is een zeer terechte heruitgave, voorbeeldig verzorgd door Esoteric Recordings. “Armageddon” hoort thuis in de collectie van iedere serieuze muziekliefhebber. Een terechte klassieker.
Markwin Meeuws