Zang is bij Rock in Opposition (RIO) niet het meest kenmerkende onderdeel van deze muziekstroming. Sterker nog, de meeste bands binnen dit genre gebruiken de stem als muziekinstrument, maar zeker niet om teksten mee te zingen. Dit heeft waarschijnlijk ook geleid tot de breuk binnen Henry Cow. De heren Frith en Cutler wilden meer gezongen nummers maken, terwijl Cooper en Hodgkinson de instrumentale richting ambieerden.
En dus is het meest opvallende aan “Winter Songs” de zeer karakteristieke zangstijl van Dagmar Krause. Wikipedia omschrijft haar zangstijl als “iets wat men enigszins moet leren appreciëren. Haar stijl is erg origineel en idiosyncratisch. Haar ongewone zangstijl geeft haar stem een grote herkenbaarheid en was mede bepalend voor het geluid van de vele groepen waarin ze zong.”
The Bath Of Stars opent direct met deze onderscheidende zang. Wellicht, als je er van houdt, ben je dan geboeid voor de komende 48 minuten, want haar zangstem laat je niet meer los. Anderzijds als je niet kunt wennen aan haar zangkunsten, dan zal dit album ook niets worden.
Verder bestaat het album uit twaalf kortere nummers (op de lp oorspronkelijk veertien) die niet boven de vier minuten uitkomen. Fred Frith bespeelt alle instrumenten, behalve de drums die door Chris Cutler worden bediend. Geen gastmuzikanten, zoals op hun debuutalbum. Gewoon pure muziek, ruw, nauwkeurig en teruggebracht tot de basiselementen. Het experimentele niveau is bijzonder hoog, een melodielijn is niet aanwezig, de toonsoorten zijn onsamenhangend en atonaal.
In mijn korte ontdekkingsreis in het RIO muziekgenre ben ik diverse bands tegengekomen, waarbij enig doorzettingsvermogen nodig is om de muziek te doorgronden. Bij sommige bands kom je dan tot de conclusie dat ze eigenlijk bijzonder mooie muziek maken, die ook goed te beluisteren is als je je er voor openstelt en ook echt gaat luisteren. Anderzijds heb ik ook gemerkt dat, zoals bij elke muziekstroming, er goede en slechte bands zijn.
Mario van Os