Atmospheric doom of black metal. Qua recensies is het een ondersneeuwde muziekstroming op deze site en niet geheel ten onrechte. Want de stroming is niet direct verbonden met progressieve rock, maar de werkelijkheid is vaak wel dat beide stromingen overlappingen met elkaar bevatten. Het grootste verschil zit vaak in het vocale gedeelte van een album, maar ook in het tempo van de ritmes. Desondanks herkennen fans van zowel progressieve rock als doom metal elkaar vaak in de muziek. Waarom? Dat komt omdat sfeer die ‘atmospheric’ metal uitademt vaak ook aantrekkelijk is voor de liefhebbers van progressieve rock. Nog steeds vind ik het voorbeeld van Opeth een overtuigende factor in mijn stelling. Een band die in de puberjaren onvervalste death metal uitbracht, maar door een groot prog publiek omarmt werd na “Blackwater Park”. Vaak worden die overlappingen overigens wel mogelijk gemaakt door het gebruik van toetsen. Blijkbaar verenigt dit de liefhebbers van beide genres.
De reden dat er van deze titel mondiaal gezien maar weinig recensies zijn verschenen, is waarschijnlijk de schimmigheid die de band handhaaft om vooral onbekend te blijven. Er is op de site en Facebook pagina van de band weinig tot geen informatie te vinden en het kleine beetje wat er aan gegevens te vinden is, suggereert dat dit vooral het werk is van één muzikant met hulp van enkele gastmuzikanten. Het lijkt er ook op dat we te maken hebben met een muzikant die de nodige sporen heeft verdiend in de muziekbranche, want hij beschikt in elk geval over een eigen professionele studio, waar het album ook is opgenomen. Ook duidelijk is dat de basis van deze band in het Verenigd Koninkrijk ligt.
Alleen al de intro van titeltrack Winter is bijzonder indrukwekkend voor diegenen die vatbaar zijn voor doom muziek. Sfeer, één en al sfeer is wat Arx Atrata verwerkt in de muziek. Winter is een song die gelijk ook de toon zet voor “Oblivion”, maar natuurlijk kan ook het seizoen herfst gebruikt worden in de omschrijving. Maar ook de andere titels omschrijven de ambiance op ultieme wijze. Ik bedoel maar: Forsaken, The Broken Man en Trough Dying Lands. Alleen als je deze woorden opnoemt bij de huisarts, krijg je antidepressiva voorgeschoteld.
Maar wat een pareltjes staan er op dit album! Forsaken is het sluitstuk van het album, maar de intro van dit nummer is zo indrukwekkend, ik word er na vele luisterbeurten nog steeds lyrisch van. Vooral die pianoklanken gedurende het nummer snijden heerlijk diep je ziel binnen. Vooropgesteld, je moet een liefhebber zijn van grunts, want gedurende het hele album zijn er geen cleane vocals te vinden op “Oblivion”. Een aanwezige factor in de muziek van Arx Atrata zijn uiteraard de gitaren, maar de allesbepalende toetsen op het album geven de sound scapes de nodige sfeer mee. Heel subtiel zijn er progressieve elementen verwerkt in de songs, die de metal sound in het algemeen wat afzwakken.
De muziek moedigt mijmeringen aan over verlaten en mistige velden, donkere dagen en besneeuwde huizen. Wellicht is dit voor velen met een hart voor progressieve rock iets té metal, té expliciet, of té hard, maar je kan zo maar positief verrast worden. Diegenen die zich net als deze recensent kunnen vinden in de liefde voor doom muziek, moeten het echt eens proberen.
Ruard Veltmaat