Als het koppel Downes / Payne de studio induikt voor de opnamen van het zesde album van Asia, dat de naam “Arena” zal krijgen, nemen de twee zich voor de bakens eens flink te gaan verzetten. Dat heeft in 1996 geresulteerd in een uniek album met een warm en sfeervol geluid waarin zich een zeer geslaagde integratie afspeelt van stijlen als latin en hardrock. Hiervoor hebben de heren een beroep gedaan op twee ervaren gitaristen, Elliott Randall en Aziz Ibrahim. Randall, die op “Arena” het leeuwendeel van de solo’s voor z’n rekening neemt, heeft bij Steely Dan gespeeld op het legendarische “Can’t Buy A Thrill”-album en Ibrahim is afkomstig uit Simply Red, de popband met die exotische gloed die wel werd omschreven als blanke soul. Daarnaast is er ook een gastrolletje op gitaar van ene Hotei Tomayasu en kennen enkele nummers de percussieve bijdragen van Luis Jardim op o.a. conga’s, hetgeen goed aansluit bij het subtiele drumwerk van Michael Sturgis. Het album krijgt bovendien één van de mooiste hoezen aller tijden welke op een geweldige manier de broeierige sfeer van de muziek versterkt. Het betreft een door Rodney Matthews getekende afbeelding van een leeuw en een slang, die goed en kwaad symboliseren. Het geheel doet lekker surrealistisch aan en mede omdat deze heruitgave in een kartonnen sleeve zit, maakt dit product een buitengewoon verzorgde indruk. “Arena “, dat van zichzelf al goed klinkt, is met deze remastering meer dan welkom waarbij vooral de lage tonen een dynamische oppepper hebben gekregen.
Als ik deze heruitgave beluister, valt me weer eens op hoe de prominente hammondorgelklanken de nummers schwung geven en hoe alle hardrockpassages zich ontpoppen tot mijn persoonlijke hoogtepunten van het album, want laten we eerlijk zijn: de Dream Theater-achtige opening van het negen minuten durende The Day Before The War is toch het beste stukje Asia ever en het bedwelmende U Bring Me Down, waarin de voorliefde blijkt van Ibrahim voor Oosterse muziek, is toch gewoon magnifiek? Ook de breedvoerige, op vele sporen neergezette zang valt weer op en geeft nummers als Heaven, Never, Tell Me Why en Turn It Around een haast gospelkoorachtige overrompeling. Maar wát Asia ook geëxperimenteerd heeft, hun huisstijl-AOR vol aanstekelijke melodieën, toegankelijke thema’s, frisse akoestische gitaar en vlotte jaren ’80 synths is overal het perfecte bindmiddel. Hier en daar is de muziek zelfs behoorlijk poppy, vooral als Payne op zijn kopstem gaat zingen zoals in Falling en Words, maar het blijft verantwoord zal ik maar zeggen. Slechts één keer slaan de heren de plank faliekant mis. Aan het eind van het niet onaardige Two Sides Of The Moon zit een stukje misplaatste reggae waar volgens mij niemand op zit te wachten. Gelukkig duurt dit maar kort en wordt dit foutje radicaal weggepoetst door een progressieve tour de force van heb ik jou daar. Wat een enorm sterke song is dat The Day Before The War toch! De tempo- en sfeerwisselingen geven dit nummer een speciale uitstraling.
Het album opent zeer verrassend met het zwoele instrumentaaltje Into The Arena dat mede door het ‘holhandenwerk’ van Jardim op de conga’s lijkt te zijn weggeplukt uit een Santana-album. Mooie piano en akoestische gitaar helpen het nummer z’n temperament te geven. In dezelfde lijn voltrekt zich het uitbundige titelnummer waarvan het overigens jammer is dat het niet voortvloeit uit Into The Arena. Beide nummers geven de aanzet tot de tien nummers die nog komen gaan van het reguliere album alsmede tot de twee bonustracks van deze special edition. Het oorspronkelijke album eindigt met het prachtige Bella Nova dat evenals het openingsnummer een sfeervol instrumentaaltje is. Een toetsenthema van Downes neemt er het voortouw en geeft een soort Vangelis-achtige melancholie aan het album.
Het is trouwens verbluffend hoe goed That Season, de eerste bonus track, aansluit bij de rest. Dit kalme nummer, dat een zeer kort solootje richting Jackson Browne bevat, heeft de onmiskenbare allure van een slotnummer. Het is dat ik beter weet… De laatste bonustrack is een akoestische live-uitvoering van Two Sides Of The Moon. Deze wordt losjes gespeeld door het koningskoppel. De synths klinken er waterig, de strings statig, de orgelsolo wervelt en de gitaar heeft, net als de zang, een joviale ouwe jongens krentenbroodmentaliteit. En euh…nee, het reggaestukje wordt niet gespeeld.
Liefhebbers van Asia zullen de fraaiheid van dit album uiteraard al wel kennen, echter met “Arena” verdient de band eigenlijk een omvangrijker publiek. Zeker het epische The Day Before The War zal heel wat niet-Asiafans aanspreken. Ga dus die arena in en laat je grijpen.
Dick van der Heijde