Het album “Inside The Atmosphere” van deze in 1996 opgerichte Duitse groep sierde destijds mijn jaarlijst met een notering in de top 5. Het is een album dat ik nog elk jaar met plezier beluister. En dat wil heel wat zeggen in het drukbevolkte progmetal straatje. Wat was het een teleurstelling om in de jaren daarna geen opvolger te kunnen begroeten. Ruim nadat ik de hoop daarop had opgegeven plofte daar het derde album “Zenith” in mijn brievenbus.
Het is niet duidelijk wat er in de zes jaar, die tussen de twee albums liggen, is gebeurd. Zeker is dat Tim Schnabel de plaats achter de drums heeft overgenomen van Olaf Sorgenfrei. Verder heb ik een sterk vermoeden dat men in alle rust verder is gegaan zichzelf te ontwikkelen als groep. Het is dodelijk om in dit genre te snel met een nietszeggende opvolger te komen. De kans op verzuipen is dan levensgroot aanwezig. En deze vijf mannen hebben stuk voor stuk minimaal drie zwemdiploma’s, concludeer ik na het beluisteren van dit album.
Gebleven zijn de gestructureerde composities en de heldere krachtige productie. Ook nu geen krachtpatserij maar wederom functioneel goed spel (citaten uit de recensie van “Inside The Atmosphere” door Joost Boley). Groot verschil met zijn voorganger is de lengte van enkele composities. AtmOsfear heeft zich gewaagd aan het componeren van langere nummers. Zo klokken er drie van de zes boven de twaalf minuten met als uitschieter het bijna een half uur durende Spiral Of Pain.
Sterke punten zijn de accentloze zang, het toepassen van atmosferische tussenstukken en het veelvuldige gebruik van piano. Deze laatste elementen karakteriseren de muziek en is de reden dat AtmOsfear niet als progmetalband pur sang gezien moet worden.
Het subtiele drumwerk van Schnabel is een verademing. Zo wordt de dubbele basdrum spaarzaam gehanteerd. Het houdt de doorgaans stevige muziek open en fris. Neem de eerste minuten van Generations. Dit nummer ontwaakt als een bulldog uit zijn diepe slaap om na een paar donkere grommen zijn baasje goedemorgen te likken. Ja, met zo’n hond ga ik graag een paar blokken om, al had zanger Oliver Wulff er beter aan gedaan die paar nepgrunts achterwege te laten. Verder niets dan lof voor deze zanger die een aangenaam voorbeeld zou zijn voor veel van zijn brullende collega’s in het genre.
Op Reawakening moet je het acht minuten zonder zijn stem doen. Des temeer komt de subtiele en ruimte biedende muziek tot volle wasdom. Op zijn dooie gemak rijgt Boris Stepanow het ene fraaie gitaarakkoord aan het andere, zonder dat zijn drummende collega hem daarbij in de weg zit. Nee, deze man slaat alleen toe op de juiste momenten. De ruime openingen worden listig opgevuld door piano en toetsenriedels van Stephan Kruse.
Het uit vier delen bestaande Spiral Of Pain vergt een zeer lange adem van de luisteraar. Toch biedt dit meganummer voldoende variatie om de volle 30 minuten te blijven boeien. Naar het einde toe wordt gas terug genomen en komt “Zenith” na meer dan 70 minuten tot stilstand.
Ik zal dit album de komende jaren koesteren en regelmatig blijven draaien. Vanaf nu heb ik geduld tot 2015, wanneer de opvolger van dit meer dan verdienstelijke album zal verschijnen.
Hans Ravensbergen