Auburn Lull

Alone I Admire

Info
Uitgekomen in: 1999
Land van herkomst: Verenigde Staten
Label: Darla Records
Website: www.auburnlull.com
MySpace: www.myspace.com/auburnlull
Tracklist
Stockard Drive (4:34)
Desert (3:23)
Old Mission (3:18)
Blur My Thoughts Again (4:50)
Early Evening Reverie (3:58)
The Last Beat (3:48)
Tidal (2:55)
Between Trains (5:37)
Finland Station (4:17)
Bonus track (10:37)
Sean Heenan: gitaar, zang, vintage technologie, veldopnames
Jason Kolb: gitaar, basgitaar, samples, kortegolf
Eli Wekenman: gitaar, basgitaar, samples
Jason Wiesinger: drums, piano, gitaar
Begin Civil Twilight (2008)
Regions Less Parallel (Early Works And Rarities 1996-2004) (2005)
Cast From The Platform (2004)
North Territorial (ep) (2001)
Alone I Admire (1999)
Dual Group (ep) (met Mahogany) (1997)

De muziek van het Amerikaanse gezelschap Auburn Lull bestaat bovenal uit sfeertekeningen van fijne lagen houtskool en zachte tinten pastel die gezamenlijk een uiterst precies veellagig beeld vormen. Deze beschrijving, een voorbeeld van synesthesie (een aandoening waarbij een zintuiglijke waarneming ervaren wordt alsof het een ander zintuig betreft, zoals het zien van kleuren bij muziek), is minder vreemd dan zij op het eerste gezicht lijkt. In de bandnaam Auburn Lull liggen deze aspecten namelijk al besloten: “auburn” betekent kastanjebruin, terwijl “lull” een moment van rust is in bijvoorbeeld een storm of een aanhoudend geluid. De factoren geluid, kleur en intensiteit zijn derhalve integraal onderdeel van de identiteit van de band. De muziek zelf sluit volledig aan bij deze constructie: de band vervaardigt namelijk subtiele ambient postrock waarbij de atmosfeer, de inkleuring, centraal staat. En op hun debuutalbum, “Alone I Admire”, staat een tiental wonderschone composities die uitstekend aan deze omschrijving voldoen.

De nummers op dit album zijn allemaal gebaseerd op subtiele drones en geluidssamples, die laag voor laag opeengestapeld worden totdat er een geluidstextuur ontstaat waarin individuele instrumenten niet langer direct te onderscheiden zijn. Desalniettemin is het resultaat niet een ondoordringbare brei, maar is het door de kraakheldere productie mogelijk om details te ontdekken die in een minder klare mix verloren zouden zijn gegaan. Het resultaat is een bijzonder warm geluid, waar de haast gefluisterde zang van Sean Heenan soms mee lijkt te versmelten. Zo ontstaan fraaie geluidscollages die uitgebreid de tijd krijgen om zich te ontwikkelen, waarbij de muziek zich niet alleen in de tijd lijkt af te spelen, maar ook de suggestie van ruimte wekt.

Deze ruimtelijke klank is mede te danken aan de studiomethodes van de band. Bij de opnames waren verspreid door de hele studio microfoons geplaatst, zodat bijvoorbeeld de drums een ruimtelijke dynamiek hebben gekregen doordat de signalen uit verschillende richtingen samengevoegd zijn en zo de indruk gewekt wordt dat het drumstel een bepaalde positie ten opzichte van de luisteraar heeft. Hoewel het album geen aparte surroundsporen kent, maakt deze benadering wel dat het album op een surroundset nog beter tot zijn recht komt. De klanktapijten lijken dan daadwerkelijk de ruimte te vullen, en de muziek wordt haast tastbaar, hetgeen bijzondere sensaties teweeg kan brengen.

Hoewel “Alone I Admire” als ambientplaat gezien zou kunnen worden, bevat de muziek wel een aantal plotselinge uitbarstingen, die weliswaar op zich gematigd zijn maar binnen de klanktexturen toch heftig aankomen. Een dergelijke dynamiek is herkenbaar van postrockbands als Mono en Explosions In The Sky, die spanningsbogen opbouwen en vervolgens laten uitmonden in luide climaxen. Bij Auburn Lull speelt een dergelijke ontwikkeling ook een belangrijke rol, hoewel er minder uitgegaan wordt van een muzikale paraboolfunctie en de erupties telkens weer opgenomen worden in de onderliggende patronen. Deze grilligheid maakt echter wel dat de muziek niet saai wordt, en draagt als zodanig veel bij aan het succes van het album.

Hoewel de composities op het eerste gehoor wellicht erg traag of zelfs suf overkomen, is de muziek van Auburn Lull te complex om weg te zetten als oninteressante ambient. Integendeel, juist door de genuanceerde opzet van de muziek en de bijzonder warme en heldere productie is “Alone I Admire” een buitengewoon geslaagd product dat zeker succes moet kunnen oogsten bij mensen die nog het geduld kunnen opbrengen om een subtiel album vanzelf tot zijn recht te laten komen. Auburn Lull gebruikt immers geen schreeuwende gitaarsolo’s om hun stijl aan te kleden; integendeel – om ook maar intermediaal af te sluiten – daar waar veel progbands platen als dikke plakaten acrylverf maken, volstaat bij dit gezelschap een lichte laag pastel.

Christopher Cusack

Send this to a friend