Schreef ik in de recensie van het album Painting The World van Mark Bogert nog dat er nauwelijks Nederlandse gitaristen zijn die een volledig gitaargeoriënteerd album opnemen, hebben we hier binnen enkele maanden de volgende gitaarvirtuoos die zijn kunnen op een album heeft vastgelegd. Gertjan Vis, gitarist bij 3rd Machine en onder andere bekend van Black Knight en Profound, heeft via zijn soloproject Audiofield een instrumentaal album neergezet waarbij zijn gitaren de hoofdrol spelen.
Op een tweetal nummers wordt Vis bijgestaan door een aantal gastgitaristen. Op het openingsnummer, Le Deconfinal, horen we Claus Visser en op het nummer, Renaissance Hotel, worden zelfs vier extra gitaristen toegevoegd voor een flink aantal gitaarduellen. De overige instrumenten zijn geprogrammeerd door Vis zelf, met uitzondering van de drums op Noon Pacific. Deze worden ingespeeld door Hans van Kleef (Eye, Carcassonne). Ook indrukwekkend is de voice over kunstenaar Baz Jones die op Time zijn vraagtekens over en de relativiteit van het begrip tijd beschrijft. Jones heeft werk gemaakt van zijn slogan “My job is to make you look Good” waardoor dit een speciaal nummer is geworden.
Het album start met een gesampled stuk muziek dat aftelt naar de lancering. Het stevige gitaarspel van Vis barst daarna los en dit laat je eigenlijk het gehele album niet meer los. Het is duidelijk dat de lancering ook een ruimte/space-achtige intro bevat die ook op de albumcover wordt uitgebeeld. Het tweede nummer, Rise up High, haakt hier mooi op in, met een dromerige bijna buitenaardse beleving. Genoeg met het rustige en dromerige; bij A Day Without A Yesterday barst het gitaargeweld los. Het gitaarspel van Vis is virtuoos, stevig en heavy maar ook sensitief, gevoelig en harmonieus. De vergelijking met gitaarhelden Jason Becker en Marty Friedman – die samen Cacophony vormden – komt bij mij heel snel op. Waar Becker en Friedman met hun gitaren tegen elkaar duelleerden om snelheid, techniek en souplesse, doet Vis dit tegen zichzelf in meerdere goed geproduceerde laagjes gitaarspel.
Renaissance Hotel bevat dus maar liefst vijf gitaristen die aan elkaar gewaagd zijn en elkaar proberen af te bluffen in hun gitaarspel. Het nummer opent op een rustige bluesy wijze met een sterke gitaarsolo á la Gary Moore om vervolgens over te gaan in de volgende solo, ondersteund door een gitaarsolo op de achtergrond. Dit tafereel gaat zo bijna vijf minuten door. Ik kan niet alle gitaristen uit elkaar houden en eigenlijk is er ook geen enkele winnaar. De diverse solo’s lopen vaak geruisloos in elkaar over, vloeiend en haast ongemerkt, maar ook wordt soms de ene solo heftig overgenomen door de volgende.
Het sluitstuk van het album is het ruim tien minuten durende Deep Blue Field. Hier wordt nog eenmaal alles uit de kast gehaald. Het tempo ligt wat hoger en de wisselingen zijn abrupter. Rustige sferische delen worden afgewisseld met heftige strakke gitaarsolo’s. Aan het eind komt het ruimtevaartthema nog even terug via een sample en langzaam ebt het nummer weg in een geruisloze stilte.
Instrumentale gitaargeoriënteerde albums zijn een zeldzaamheid in Nederland. Via het Shrapnel Records label en het Lion Music label van Lars Eric Mattsson komen regelmatig albums uit van grote internationale gitaristen, maar tot op heden was het voor Nederland niet echt weggelegd. Met twee grote gitaristen die in een paar maanden tijd fantastische albums hebben neergezet, komt hier wellicht verandering in. Ik wacht gespannen op de reactie van de andere gitaristen uit ons eigen landje.