Een cottage is geen probleem, een acht persoons bungelow met sauna moet lukken en een klein huisje voor twee personen en een cavia kan ook geregeld worden. Maar wat is het antwoord als je bij één van de bekendere bungalowparken een electric castle wil gaan huren, dan wordt het ineens een ander verhaal…
Arjen Anthony Lucassen bedacht het thema van “Into The Electric Castle” tijdens één van zijn vele jog rondjes door het bosrijke Brabantse land. Het moest volgens Lucassen allemaal niet te moeilijk worden, iedereen moest het kunnen begrijpen en zich in kunnen leven in de fantasierijke wereld die Lucassen voor ogen had. Nou op zich is dat gelukt want de AKO literatuurprijs ging ook in 1998 weer jammerlijk aan de neus van Lucassen voorbij. De muziekwereld was daarentegen enthousiast over het werkje in en rond het elektrische kasteel. Het was voor Lucassen een zogenaamde ‘d’r op of d’r onder’ plaat. Na het redelijke succes van het Ayreon debuut “The Final Experiment” flopte de tweede cd van Lucassen en co. “Actual Fantasy” wist helaas niet de gehoopte verkoopcijfers te behalen en Arjen gaf zichzelf nog één kans. Dat werd dus “Into The Electric Castle” en dat heeft de lange componist geen windeieren gelegd.
De hoofdrolspelers op deze dubbel cd zijn dan ook niet de minste. Symfo boegbeeld Fish mocht samen met The Gathering nachtegaal Anneke Van Giersbergen en Ayreon’s huiszangers Edward Reekers (Kayak) en Damian Wilson (o.a. Landmarq) de hoofdrollen vervullen. Dat Fish de rol van highlander tot zich mocht nemen, mocht geen verrassing heten. Dat Lucassen zelf zoveel zang voor zijn rekening nam, dat dan weer wel. Je kan zeggen wat je wilt over Arjen Lucassen, maar dat hij door zichzelf de rol van hippie te geven over enige zelfkennis beschikt, dat lijkt me duidelijk. Naast dit zanggeweld waren er ook rollen voor onder andere Edwin Balogh, Jay Van Feggelen en het toen nog redelijk onbekende stelletje Sharon Den Adel en Robert Westerholt (beiden Within Temptation). De muzikanten die hun opwachting maken op deze plaat zijn zeker ook niet de minste. Zo zijn naast vaste Ayreon meester drummer Ed Warby (Gorefest) ook bijdragen te horen van onder meer Clive Nolan (Arena en Pendragon), Robby Valentine en twee godfathers van de Nederprog namelijk Ton Scherpenzeel (Kayak en Camel) op synthesizer en jodelaar Thijs Van Leer (Focus) op fluit. Ondanks dat hun bijdragen niet mega groot zijn is vooral de laatste in topvorm. De fluitsolo’s die de goede man laat horen verraden dat Van Leer zich zeker niet te groot voelt voor dit soort activiteiten en dat hij alles geeft om het tot een goed einde te brengen. Vooral de supersnelle solo’s in Amazing Flight zijn een lust voor het luisterend oor. Deze dubbelaar is geproduceerd door één van Nederlands bekendste rockproducers van deze tijd, namelijk Oscar Holleman (produceerde o.a. Within Temptation en Krezip) en dat doet de man met verve. Het geluid is glashelder en ondanks dat er erg veel op muzikaal gebied gebeurt, is de productie tot in de puntjes geregeld en zijn de verschillende vocalisten en instrumenten perfect met elkaar in balans gebracht. Het respect wordt enkel maar groter als je beseft dat dit album in slechts tien dagen is gemixt.
Het album begint welhaast angstaanjagend. Na zweverige synthesizerklanken komt vanuit het niets het stemgeluid omhoog van Peter Daltrey. Deze oud zanger van jaren ’60 band Kaleidoscope kreeg de rol van verteller. Gezien het feit dat Arjen Anthony Lucassen een groot fan was van deze band geen verrassing. Na een warm ‘welcome’ van Daltrey geeft Lucassen zijn gitaar even een paar flinke aanslagen voordat het verhaal echt begint. Fish is de eerste vocalist die de microfoon mag gebruiken. Zijn kenmerkende stemgeluid verovert de ruimte en wordt na een couplet aangevuld door de behoorlijk gedubte zang van Within Temptation zangeres Sharon Den Adel. Onder het getokkel van akoestische gitaren komt ook Damian Wilson zijn zegje doen. De elektrische variant neemt het geheel over en een heuse sitar, die bespeeld wordt door Jack Pisters, ondersteund de boel. Een bijzonder begin van een eigenlijk best wel bijzondere plaat vanuit een tijd dat de Nederlandse progmetal nou niet echt als fantastisch bekend stond. Deze plaat bracht deze stroming naar een hoger niveau en het Nederlandse symfo / prog / metal gilde wist dat het wel degelijk mogelijk was om een plaat uit te brengen met internationale allure. De plaat brak uiteindelijk ook door in het buitenland, vooral Japan ging door de knieën voor het bombastische geluid van Ayreon. Nog altijd is deze plaat niet voor niets nog steeds één van de best verkochte projecten van Lucassen.
Wat is er nu eigenlijk te horen tijdens de reis van honderdvijf minuten verdeeld over twee blinkende schijven? Eigenlijk zegt het toegevoegde “A Space Opera” al genoeg. Het is een rockopera in de lijn van de “Tommy” van The Who en het magnus opus onder de rockmusical’s “The War Of The Worlds” van Jeff Wayne. Zoals de subtitel al zegt, tekstueel voorzien van een sci-fi verhaal. Nu weet ik dat ik de lat behoorlijk hoog leg en besef dat dit niveau net niet behaald wordt door Lucassen, maar ik wil enkel even aangeven dat het in hetzelfde segment zit. Het muzikale geweld schiet van het ene uiterste in het andere zonder dat het echt irritant wordt. Zo kan je van een stevige metal gitaarpartij ineens terecht komen in een fraaie samenzang en na folkachtige toetsaanslagen ineens de grunts van het opgevoerde typetje Death je tegemoet komen. Tijdens de trip richting ‘electric castle’ hoor je diverse muzikale rode draden welke je op gezette tijden voorbij hoort komen in verschillende vormen. De ene keer in de vorm van een gitaarsolo, de andere keer op fluit en even verder op toetsen. Elke keer verschillend maar met als rode draad toch steeds dezelfde melodie en dat is misschien ook wel de kracht van deze cd. Omdat deze release nu eenmaal zowel muzikaal alsmede tekstueel een conceptalbum is, is het ook moeilijk om er een paar hoogtepunten uit te pikken. De coherentie is constant aanwezig en er bepaalde stukken uit pakken, is bepaald niet goed voor de synergie. Natuurlijk hoor je dat er bepaalde gedeelten een bepaalde sprankeling hebben. Bijvoorbeeld live favoriet Garden Of Emotions, Amazing Flight en het The Who achtige Mirror Maze hebben ook zonder het “Into The Electric Castle” omhulsel een zeer prettig geluid, maar het moet toch allemaal als één geheel gezien worden, vind ik. Het redelijk hoge niveau wordt gelukkig op beide schijven behaald zodat het geen uitgaande kaars is zoals je ze wel vaker tegenkomt op dit soort dubbellaars. Je moet enkel wel even de tijd nemen om dit als geheel tot je te nemen, omdat eerder afzetten niet echt een optie is.
Na de release van “Into The Electric Castle” werden de platen van Ayreon nog ambitieuzer aangepakt en de namen van de meewerkenden groter en groter, maar het niveau van deze dubbelaar werd nimmer meer gehaald. Geen ander album vanuit de koker van Lucassen beklijft zo als deze. Ik ben helaas tot de conclusie gekomen dat veel andere Lucassen producties een herhaling van zetten zijn ten opzichte van deze plaat. Enkel daarom al is deze dubbel cd dé aanrader voor een beginnende Ayreon fanaat.
Sander Kok