En dan verruilt Arjen Lucassen de toekomst voor het verleden. Zijn majestueuze registratie van de Electric Castle-concerten van vorig jaar september ligt nog maar net een half jaar in de winkel als hij met “Transitus” op de proppen komt: een gotisch spookverhaal dat zich deels in de 19e eeuw afspeelt met elementen van horror en het bovennatuurlijke. Een werkstuk waaraan de Brabander drie jaar heeft gewerkt en naar eigen zeggen zijn ‘meest filmische en extravangante album’ tot nu toe is.
De lijst aan meewerkende namen – zowel oudgedienden als nieuwkomers – is in ieder geval om van te watertanden. Een kleine greep: Tommy Karevik (Kamelot), Cammie Gilbert (Oceans of Slumber), Simone Simons (Epica), Dee Snider (Twisted Sister), Joe Satriani, Marty Friedman, Johanne James (Threshold), Noa Gruman (Scardust), Marcela Bovio (MaYan), Caroline Westendorp (The Charm The Fury), Paul Manzi (Arena), Michael Mills (Toehider) en Amanda Somerville (Avantasia, Trilium). Ayreon blijft nog steeds een belangrijke springplank voor nieuw talent, naast een belangrijke schijnwerper voor die lieden die niet verlegen zitten om een groter luisterpubliek.
Natuurlijk is een nieuwe Ayreon voer voor heel veel woorden. Lofuitingen. Kritiekpunten. Referenties en vergelijkingen. Het hele achterliggende verhaal tot in details verklaren en in perspectief zetten tot de muziek. Al sinds zijn debuut “The Final Experiment” – dit jaar 25 jaar oud! – lopen de mening sterk uiteen over zijn aanpak en de kleurrijke, avontuurlijke werkstukken die daaruit voortkomen. Altijd spreekt uit zijn muziek een enorme blijk van vakmanschap en dedicatie en dat geldt ook voor zijn meewerkende musici.
Dat is bij “Transitus” niet anders. Met het tien minuten durende Fatum Horrificum kent de dubbel-cd een fraaie ouverture die gelijk alle registers opentrekt. De vertelling van Tom Baker (Dr. Who), brede koren zoals in de Carmina Burana en natuurlijk de Floydiaanse sfeertjes (die we later in Two Worlds Now One ook tegenkomen), het bindt zich samen in een vooral warm klinkend geluid dat in het daarop volgende vijf kwartier verder wordt uitgewerkt en op zeer hoog niveau wordt gemusiceerd. De retrocomics van Felix Vega maken de verhalen visueel.
Net als bij voorgaande Ayreon-platen ligt ook valkuil op de loer: het drukke karakter en de hoge mate van intensiteit doen de rode draad af en toe kwijtraken, ook omdat de bombast en de rustige passages elkaar soms wel heel dicht op de hielen zitten (Talk Of The Town). De brede keur aan gasten maakt deze plaat sowieso tot een feest der herkenning: goed voorbeeld is Get Out! Now!, een stuk van-dik-hout-zaagt-men-planken hardrock waarin Karevik, Satriani en vooral Snider uitstekend overweg kunnen met Lucassens storytelling. Om nog maar over het Hammond-spel van Joost van den Broek te zwijgen. Of Hopelessly Slipping Away, een rustpunt en zonder meer één van de hoogtepunten van het tweede deel met de hoofdpersonen Karevik (Danny) en Abby (nieuwkomer Gilbert), waarin de samenzang tussen beiden schitterend samensmelt.
Met “Transitus” weet Lucassen een mooie brug te slaan tussen rockopera, conceptalbum en filmmuziek. Aan zijn vertrouwde formule heeft hij weinig veranderd, maar als geheel klinkt “Transitus” een stuk geïnspireerder dan zijn vorige werkstukken. Nieuwe impulsen brengen nieuwe energie, nieuwe paden, nieuwe experimenten. Met deze klasseproductie en creatieve achtbaan in muziek en strip kan hij de komende jaren vooruit. Het woord viel al eerder: vakmanschap.