Babylon

Babylon

Info
Uitgekomen in: 1978
Label: Syn-Phonic
Website: -
MySpace: -
Tracklist
The Mote In God's Eye (7:00)
Before The Fall (10:54)
Dreamfish (9:12)
Cathedral Of The Mary Ruin (7:38)
Rodney Best: drums
J. David Boyko: gitaar
Gary Chambers: toetsen
Rick Leonard: basgitaar, baspedalen
Rod Sacco (Doroccas): zang, toetsen
Better Conditions For The Dead (1989)
Night Over Never (1989)
Babylon (1978)

De bijzonder kortstondige carrière van deze Amerikaanse symfonische rockband kan nog best omschreven worden als ‘Hit & Run’ en da’s niet de enige verwijzing naar het roemruchte verleden van Genesis. Het enige wapenfeit van de band dateert inmiddels al van 1978 en staat bol van muzikale raakvlakken met het oeuvre van Genesis (periode” Nursery Crime” tot “The Lamb”). Op zich is daar niets mis mee, maar er is toch wat meer aan de hand. Zo lijkt “Babylon” bij momenten het pad te effenen voor een groep als Marillion, iets wat ongetwijfeld in de hand gewerkt wordt door de expressieve zang van Rod Sacco (aka Doroccas). Ongewild is “Babylon” dus een scharnieralbum tussen het oude Genesis en het nieuwe Marillion en da’s toch een verrassende vaststelling. Andere groepen die in één adem met Babylon vernoemd worden (idem dito voor wat hun gezamenlijke inspiratiebron lijkt te zijn), zijn Mirthrandir en Cathedral, eveneens producten van het Syn-Phonic label van Greg Walker en inmiddels al even obscuur als Babylon.Het heeft me al bij al wat tijd gekost om me in deze plaat te kunnen verdiepen, al heeft dat eerder te maken met de wat rommelige, amateuristische geluidskwaliteit dan wel met de bijzonder intrigerende, kwalitatief hoogstaande symfonische rock van deze cultband. Zelfs de in 1995 herwerkte versie door Kevin Gilbert kan amper verhullen dat er op productioneel vlak maar half werk geleverd is. “Babylon” is jammer genoeg slechts een visitekaartje gebleven en het is maar zeer de vraag tot wat de band effectief nog in staat geweest zou zijn. Maar goed, met hypothetische vragen kom je geen stap verder en bij deze dus een impressie van wat Babylon aan creatieve output op plaat gezet heeft.

Vier songs, goed voor ongeveer 35 minuten muziek: het moge duidelijk zijn dat deze heren geen stichtend voorbeeld voor The Flower Kings geweest zijn, die de achteloze liefhebber van het genre steevast een dubbele marathon voorschotelen. Opener The Mote In God’s Eye is een knaller van formaat: buitenaardse klanken en een vreemd, martiaals ritme vormen de bizarre inleiding tot een song, die voor het overige bulkt van symfonische hoogstandjes, opzwepende ritmes en razendsnelle tempowisselingen. Vooral de prestatie van Gary Chambers, die een heel arsenaal aan analoge keyboards beheer(s)t, zijn van dermate hoog niveau dat het een lieve lust om te horen is. Dat hij qua speelstijl een ware Tony Banks-adept is, werkt geenszins storend. Allicht heeft hij vaak zitten repeteren met kompaan J. David Boyko, want die kent het oeuvre van Steve Hackett ook door en door. Meest opvallende figuur is de enigmatische zanger Rod Sacco, die qua stemgeluid eerder naar Geddy Lee neigt, terwijl zijn expressieve manier van zingen suggereert dat we met een ‘Fish avant la lettre’ te maken hebben. Dat valt nog meer op in Before The Fall, het enige nummer dat net de kaap van tien minuten neemt. Het eerste gedeelte kabbelt rustig en vrij onopvallend voort, maar in het in hoofdzaak instrumentale tweede gedeelte worden alle registers opengetrokken en is het drummer Rodney Best die een erg gesmaakte Bill Bruford-imitatie bijeen mept. Dreamfish is jammer genoeg een ongeleid projectiel dat krampachtig op zoek lijkt naar de juiste koers. Die wordt nergens gevonden en dat maakt van het nummer een warrige collage van soms briljante maar meestal erg irritante lappen symfonische rock. Beter vergaat het Cathedral Of The Mary Ruin, waarop toch weer een zekere structuur te ontwaren is. De bruggetjes, die de verschillende thema’s onderling verbinden, klinken niet altijd even gelukt, maar ze voorzien het nummer wel van een wat ongebruikelijke dynamiek.

De weinige keren dat de heren zich op het podium begaven, voorzagen ze hun shows van ‘multimedia extravaganza’ zoals her en der te lezen valt, een modus operandi die eind jaren zeventig niet bepaald op veel bijval meer kon rekenen. Qua timing is deze “Babylon” eigenlijk een misser van jewelste, maar begin jaren zeventig zou deze plaat ongetwijfeld gensters geslagen hebben. Toch jammer dat het bij deze ene vonk gebleven is…

Piet Michem

Send this to a friend