In welke mate deze heruitgave van Esoteric voor ons soort mensen van levensbelang is, lijkt me geen lastige vraag: helemaal niet. De Baker Gurvitz Army maakte rock die bijna alles met blues en zo goed als niets met prog te maken heeft. Zelfs op dit derde en laatste album is het overgrote deel van de muziek nauwelijks progressief te noemen. Dat wil niet zeggen dat het geen aardig album is.
De heren zorgen voor genoeg afwisseling, zowel in zang als in materiaal. Adrian Gurvitz deelt de microfoon met een meneer die zich Mr. Snips noemt. Het zijn geen sterke zangers, maar ze hebben dat rauwe geluid dat helemaal bij muziek uit deze tijd past. En het repertoire schommelt tussen stevige blues, symfonische georkestreerde pop en regelrechte disco. Vooral dat laatste is natuurlijk opvallend. Het bewijst in elk geval dat de heren wel heel graag wilden doorbreken.
Echt goed wordt het allemaal niet, daarvoor zijn de composities te middelmatig. Die gehoopte hit ontbreekt, maar een nummer dat er op een andere manier boven uitsteekt zit er ook niet tussen. Het is vakkundig gemaakte rock, maar dat is in dit geval ook een dodelijk compliment, natuurlijk.
Dat maakt ook begrijpelijk waarom de Baker Gurvitz Army nooit zo’n grote naam is geworden als Cream: het was te middelmatig. Leuk om een keer te horen, maar niks om je over op te winden.
De muzikanten hadden een weinig rooskleurige muzikale toekomst voor de boeg, dat hoor je hier al een beetje aankomen. De Gurvitz broertjes Adrian en Paul, in de jaren ’60 even beroemd met hun bandje The Gun, en in de latere jaren ’70 te vinden in de Graeme Edge Band, verdwenen langzaam in de obscuriteit. Meesterdrummer Ginger Baker verdween zelfs bijna in zijn eigen afvoerputje van drank, drugs en een hufterig karakter totdat de Cream revival van een paar jaar geleden hem er weer even bovenop hielp. “Hearts On Fire” is precies het soort album dat je van dit soort muzikanten verwacht: goed gedaan, maar dat echte randje talent ontbreekt.
Erik Groeneweg