Banco Del Mutuo Soccorso, kortweg Banco, wordt in een adem genoemd met Le Orme en Premiata Forneria Marconi (PFM). Deze bands behoren tot de top van de Rock Progressivo Italiano (RPI), die begin jaren ’70 ontstond en toen ook een bloeiperiode kende.
PFM en Banco maken nog altijd muziek. Vittoria Nocenzi is de bandleider van Banco en hij wilde het 50 jarig bestaan van de band opluisteren met een bijzonder nieuw album. Jarenlang heeft hij met zijn zoon Michelangelo en tekstschrijver Paolo Logli gewerkt aan het op muziek zetten het 16e eeuwse gedicht Orlando Furioso van Ludovico Ariosto. Het is het wachten en alle inspanningen waard geweest: Nocenzi heeft met “Orlando: Le Forme Dell’Amore” een bijzonder indrukwekkend album afgeleverd!
De eerste klanken doen bijna sacraal en middeleeuws aan door het zachte toetsenspel, de akoestische gitaar en de bijpassende zang. Dit is het begin van een reis door het leven van Orlando, waar je letterlijk wordt ingezogen. Het verhaal wordt (gelukkig) in het Italiaans gezongen en zonder er een woord van te verstaan maak je de emoties, hoogte- en dieptepunten van de hoofdpersoon mee. Daar zorgen het uitgekiende gebruik van alle instrumenten en het voortdurend wisselen van ritmes en stemmingen wel voor, en de stem van Tony D’Alessio niet te vergeten. Heel Italiaans legt hij zoveel emotie in zijn vocale bijdrage.
Snel krijgen we te maken met het furieuze karakter van Orlando. Het pastorale van Genesis van het begin maakt plaats voor de tegendraadsheid van Gentle Giant. Er hangt strijd, revolutie in de lucht. Forse drumpartijen, agressieve (samen)zang, gitaar en toetsen die elkaar de loef afsteken in heftigheid. Het uiterst subtiele pianospel dat dit nummer (La Pianura Rossa) uitblaast als schril contrast met het voorgaande is tekenend voor de muziek op “Orlando”. Het aantal smaakvolle overgangen is bijna niet te tellen. Banco laat de luisteraar instappen in de langste achtbaan van Europa, waar deze na het bereiken van duizelingwekkende hoogtes en tal van adembenemende loopings duizelig en gedesoriënteerd, maar in volle tevredenheid weer uitstapt, de rest van het pretpark latend voor wat het is.
Het is ronduit overweldigend wat Nocenzi ons serveert. De fraaiste melodieuze passages leveren een streling voor het oor op. Nicola di Già is in staat zijn gitaarspel feilloos aan te passen aan de stemming van het moment. Hij kan een flinterdun geluid uit zijn snaren toveren, maar bruusk uithalen en een klassieke symfo-solo zijn ook absoluut aan hem besteed. Nocenzi strooit met kleine meesterwerkjes uit zijn toetsenarsenaal. Hij laat zijn Hammond ronken, de Mellotron ruisen of de Moog heel ontspannen een nummer uitluiden. Zeker zo indrukwekkend is zijn pianospel, het is vaak heel basaal maar zo treffend. Een van de hoogtepunten van de cd horen we op La Maldicenza, dat krachtig in de geest van Gentle Giant start, de nodige ritmische wendingen krijgt en met volle gitaar- en Moogklanken halverwege tot rust komt. Piano, akoestische gitaar en synthklanken luiden een pianothemaatje in dat in de herhaling gaat en zo verschrikkelijk mooi is, dat rillingen om over de rug lopen en tranen tekort schieten.
Het is veel ook, op “Orlando”. Vijftien nummers met rond de vijf kwartier muziek, die je overigens bepaald niet cadeau krijgt. Een enkele luisterbeurt volstaat niet. Na vijf keer kom je er een beetje in, na tien keer gaat het een beetje landen. Als je het die investering waard vindt, dan heb je ook wat in handen: een muzikale ervaring die zijn weerga niet kent! En dan nog is het lastig het geheel te overzien en te doorgronden, er gebeurt zoveel! Niet erg, gewoon nog een keer luisteren!
Tijdens deze symfonische hoogmis, doorspekt met hedendaagse elementen, horen we ook violen, een saxofoon, spacegeluiden en een trekzak. We krijgen dansmuziek op ons bordje, naast een portie disco, het past allemaal en klinkt allemaal wonderwel goed. Onverwacht dient zich een zangeres aan. Zij vertolkt het zoete L’Amore Accade prachtig, ondersteund door piano andere toetsen en iets dat klinkt als een tuba.
Een beschrijving per nummer is onbegonnen werk en zou deze ook onvoldoende eer aan doen. Nee, dit is een muzikale reis die je op de bonnefooi, zonder plattegrond of plaatsbeschrijving, moet ondergaan. Een reis die schreeuwt om herhaald te worden om steeds weer nieuwe hoogtepunten op de route te ontdekken.
Banco Del Mutuo Soccorso bestaat vijftig jaar, is nog springlevend en levert (wat mij betreft) met “Orlando: Le Forme Dell’Amore” zijn beste epos in de hele halve eeuw af. En, lees mijn lippen, dit kan zo maar een klassieker worden!