Band of Rain, wie kent ze niet, liet zes jaar voorbijgaan sinds het uitbrengen van hun vorige schijfje. Met “The Dust Of Stars” tikt dit gezelschap toch al tamelijk ongemerkt nummer vijf aan. Recensent Hans Ravensbergen was destijds niet zo enthousiast over nummer drie, “Arts & Allurements”. Hij adviseerde aspirant luisteraars te wachten op een regenachtige zondagmiddag. Hopelijk laat het sterrenstof de zon een beetje schijnen.
Grote man en vanaf het begin bij Band of Rain betrokken is Chriss Gill, die gitaar speelt, naast veel andere instrumenten en de programmering doet. Zijn maatje Micha Steinbacher doet het op fluit, saxofoon, basgitaar en ook een zwikkie andere instrumenten. En hij zingt ook nog. De muziek wordt aangekondigd als hypnotiserend, transcedent en ontmoetingen tussen progressieve rock en psychedelische muziek wil Chris beslist niet uitsluiten. De gedachten kunnen dan zo maar uitgaan naar bands die in deze niche actief zijn of waren als Hawkwind, Pink Floyd en Porcupine Tree. Gordels vastmaken dus voor een uurtje zweven!
En ja hoor, het is behoorlijk spacen geblazen. Niet zelden lijken we ons bij aanvang van een nummer in de ruimte te bevinden. Vreemde klanken en geluidseffecten zijn de hele cd door niet van de lucht. Gelukkig schuiven na verloop van tijd toch altijd ook herkenbare instrumenten aan. Dat is vaak de gitaar van een van kompanen die schier eindeloos, snerpend zijn weg door het firmament zoekt. Of die stevige riffs neerzet, want we kunnen achter space zeker ook een sticker met ‘rock’ plakken. Chris cs schromen niet om soms een heel muurtje van gitaar te bouwen. Gastgitarist Gordo Bennett gooit er een stevige solo tegenaan in Ancient Electric. Gastzangeres Ria Parfitt brengt ons in twee nummers weer even op aarde met haar niet onprettige stem, die zelfs een beetje pop in de ruimte brengt. Het vocale gedeelte bestaat verder uit hoge vrouwenklanken en sterk vervormde mannenstemmen zonder tekst. In Across A Starlit Night zweven we ogenschijnlijk weer richting een nieuw zonnestelsel als we zo maar een Pink Floyd groove krijgen opgediend, compleet met saxofoon. Dat we van wereldmuziek kunnen spreken bewijst Indian Summer, met een ronduit Oosters ritme en instrumentarium. Hier spreekt/zingt Steinbacher voor ons westerlingen onverstaanbare woorden. Met Bob maken we ons op onheilspellende wijze op voor de finale. Zo’n hele hoge angstaanjagende vrouwenstem (al dan niet uit een doosje) versterkt de spookachtige atmosfeer die het samenspel van de instrumenten teweeg brengt.
We maken een betrekkelijk zachte landing mee met Lydian Flight, dat dik tien minuten klokt. De zware gitaren zijn opgeborgen, het is tijd om de toetsen een klein beetje ruimte te geven. Op een gedragen wijze bereikt dit nummer, via subtiele koerswijzigingen, bijna lieflijk zijn einde. Met “The Dust Of Stars” hebben we een flinke portie ambient in huis gehaald, met soms stevige gitaarpartijen en een beetje zang. De negen nummers herbergen voldoende afwisseling om niet helemaal af te drijven en zeker aan het eind breekt wat mij betreft een dun zonnestraaltje door het zware wolkendek. Of dit voldoende is om deze cd op alle dagen van de week, onder alle weersomstandigheden te beluisteren? Dat waag ik te betwijfelen, maar dat mag iedereen zelf uitmaken.
Fred Nieuwesteeg