Barend Tromp is een gitarist, componist uit het Limburgse Weert. Hij studeerde klassiek gitaar aan het conservatorium, maar wordt in zijn elektrische gitaarspel beïnvloed door vakgenoten als Frank Zappa, Robert Fripp, Adrian Belew, David Torn en Jeff Beck. Invloeden die we op zijn album “Six Against Four” duidelijk terughoren, maar daarover later meer.
Naast gitarist is hij ook een begenadigd en veelzijdig bassist. Op dit instrument hanteert hij diverse speelstijlen en technieken waarbij namen als Stanley Clarke, John Giblin, Percy Jones, Pino Palladino en Tony Levin komen bovendrijven. Luisterend naar oude Ravi Shankar lp’s van zijn grootvader bracht Barend ertoe zich in dit instrument te verdiepen. Hij ondernam zelfs een reis naar India om zich verder in dit instrument en de Indiase klassieke muziek te bekwamen.
Als bassist heeft hij gespeeld in onder andere Lemur Voice en als gitarist maakte hij deel uit van bands als Mur Du Son en het fusion trio Thrang. Alsof dit alles nog niet genoeg is, kan hij ook aardig met toetsen en elektronica overweg.
Hoog tijd om al deze skills eens samen te brengen op een solo-album: “Six Against Four”, een duidelijke verwijzing naar zijn spel op de elektrische gitaar en de basgitaar. Op dit album weet Tromp zeer smaakvol elementen uit de fusion, wereldmuziek, prog en elektronische muziek te laten samensmelten in een, immer aanwezige, groove. De invloeden van met name Frank Zappa (Steve Vai?), Robert Fripp en Adrian Belew zijn in sommige tracks onmiskenbaar aanwezig. Luister maar eens naar de track High Life, waarbij de vocalen van Brenda Nijsen meteen doen denken aan de vocale lijnen van Adrian Belew ten tijde van “Discipline”. Met dien verstande dat de kenmerkende duivelse gedrevenheid van Belew volledig ontbreekt. Hetzelfde geldt min of meer voor Acid Washed Colors, nu gezongen door Gregor van der Loo. Tromp weet in deze compositie een fraai open, mistig, muzikaal landschap te creëren waar van der Loo zijn vocalen mooi over heen kan laten zweven. Halverwege worden we nog getrakteerd op een Holdsworthy gitaarsolo. Ook tracks als My Sweet Delay en No Mind dragen dezelfde vocale sporen van Belew. In How To Stay Sane When The World Is Going Mad valt Tromp meteen met de King Crimson deur in huis en vliegen de beruchte frippertronics je om de oren. Op de baspartij van deze track zou Tony Levin ongetwijfeld zeer trots zijn.
Het solistische gitaarwerk op dit album doet met regelmaat aan Steve Vai (de Zappa-link?) denken. Daarnaast zijn er ook elementen van het spel van Trevor Rabin hoorbaar. Tromp is zo verstandig geweest om de inzet van de sitar te beperken tot twee tracks. De funky Calcutta Zoo, vol met dierengeluiden en het techno Technofusion. Naast veel high standard gitaar en baswerk weet hij met de geprogrammeerde drum- en percussie partijen een heerlijke en gevarieerde groove neer te leggen. Daarbij kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij daar ook de nodige Oosterse (lees: Indiase) invloeden in heeft verwerkt. De toetsen spelen geen prominente, maar wel functionele rol en zijn met de klanktapijtjes en techno-motiefjes niet zelden de kers op het gitaarwerk. Wanneer het album afsluit met, het uitsluitend op gitaar gespeelde, Melancholic Guitar, wint uiteindelijk de ‘Six’ het van de ‘Four’.
Ik heb genoten van dit creatieve en veelzijdige album met hoogstaand spel, al zijn de King Crimson-referenties misschien af en toe te nadrukkelijk aanwezig.